Gerodontologie | 1
Mondzorg bij bijzondere doelgroepen
1 GERODONTOLOGIE
= mondzorg voor kwetsbare/zorgafhankelijk ouderen
• Mondzorg rekening houdend met de context (cognitieve/fysische functie, sociale context, …)
+ de draagkracht vd patiënt.
➔ Kijk 1st nr de persoon, dan nr de mond!
• Mondzorg als deel van integrale zorg voor de oudere met focus op levenskwaliteit en
functionaliteit
• Mondzorg die breder gaat dan tandheelkundige verzorging:
o Communicatie met patiënten, verzorgenden, mantelzorgers, …
o Organisatie v mondzorg
Doelstellingen
➢ Empathie, attitude
➢ Kennis
➢ Vaardigheden
1.1 DOEL VAN MONDZORG BIJ KWETSBARE OUDEREN
Levensloopbestendig maken van de mondstatus
(Mond)gezondheid bij ouderen is niet de afwezigheid v ziekte → dus het doel kan niet het behoud v
tanden, reductie v plaque, cariës, parodontitis, … Ervoor zorgen dat je de situatie in de mond zodanig
stabiel houdt, ondanks de andere gezondheidsproblemen.
1.2 HEALTHY AGEING
Healthy ageing = Het proces om functionele mogelijkheden te ontwikkelen en te onderhouden die
een goede levenskwaliteit mogelijk maken op oudere leeftijd.
➔ Vertrekt vanuit de waarden, verwachtingen, prioriteiten, noden, voorkeuren van een
persoon (verschilt van individu tot individu)
A public-health framework for Healthy Ageing → mogelijkheden tot actie op maatschappelijk niveau
gedurende de hele levensloop.
Active ageing = Het proces om kansen te optimaliseren voor gezondheid, participatie in de
maatschappij + veiligheid om zo de levenskwaliteit te verhogen als mensen ouder worden.
Doel is om te waarborgen dat mensen waardevol blijven voor hun families, de gemeenschap + de
economie.
• Voorkomen en reduceren van de nadelige gevolgen van slechte oral functie + chronische
problemen i/d mond
• Risico factoren reduceren die geassocieerd worden met mondpathologie en promoten v
factoren die een goede mondgezondheid bestendigen gedurende het leven
1
, Gerodontologie | 2
• Een continuüm ontwikkelen van betaalbare, toegankelijke, kwalitatieve en ouderen
vriendelijke (mond)zorg en sociale voorzieningen die tegemoetkomen aan de noden en
rechten van mensen wanneer ze ouder w.
• Opleiding en training voor zorgverleners
1.3 PROFIEL OUDEREN
3 groepen:
1. Vitale, relatief goed functionerende oudere (60%)
2. Kwetsbare oudere (20%)
3. Zorgafhankelijke ouderen (20%)
1.3.1 Het geriatrisch profiel
A. Verminderde homeostase
B. Chronische ziekten
C. Atypische presentatie en verloop v ziekten
D. Multimorbiditeit
E. Polyfarmacie
F. Bedreigde validiteit – verlies v functie
G. Somato-psycho-sociale verwevenheid
A. Verminderde homeostase
Homeostase = een proces binnen het interne milieu van meercellige organismen dat voor een stabiel
evenwicht zorgt in het interne milieu. Homeostase is het op peil houden van voeding- en
afvalstoffen in de cellen via het interne milieu.
Een organisme kan door homeostase de functie van elk individueel orgaan aanpassen.
B. Chronische ziekten
• Artrose
• Hoge BD
• Lage rugproblemen
• Hoog cholesterol
• Diabetes type 2
• Artritis
• Uninaire incontinentie
• Osteoporose
C. Atypische presentatie en verloop van ziekten
• Klachtenpatroon verandert, w meestal armer en vager → belang heteroanamnese
• Verwikkeling die de aandacht trekken
• Moeilijke diagnostiek → risico in dat de ziekte miskend w en dat een behandeling (te) laat gestart w.
2
, Gerodontologie | 3
D. Multimorbiditeit
Multimorbiditeit = gelijktijdig voorkomen v 2 of meer chronische aandoeningen
Comorbiditeit = naast hoofddiagnose (= indexziekte) enkele andere ziekten (= comorbiditeit)
• Interacties tss verschillende aandoeningen
• Niet gediagnosticeerde aandoeningen beïnvloeden de evaluatie/behandeling van een gekend
probleem
E. Polyfarmacie
• Gemiddeld 9 medicijnen
• Afhankelijk v WZC (8-11)
• Mannen = vrouwen
• Natuurlijke tanden = tandeloos
• Jonger > ouder
• Verhoogde tegemoetkoming > geen VT
• Zorgbehoevendheid stijgt, dan medicatie daalt
F. Bedreigde validiteit – verlies van functie
Percentage 65-plussers beperkingen dagelijkse activiteiten
66/74j M 12% V 18%
75+ M 35% V 48%
G. Somato-psycho-sociale verwevenheid
➔ Heel grote verschillen in levensverwachting, algemene gezondheid, psychosociale gezondheid,
zorgvraag
H. Geriatrische reuzen – geriatrische syndromen
+ Een syndroom waarbij één of meer symptomen het gevolg zijn v meerdere aandoeningen
tegelijkertijd.
Kenmerken:
• Komen meestal voor op hoge leeftijd
• Multifactoriële etiologie
• Komt vooral voor in combinatie met kwetsbaarheid
• Prognostische marker voor verhoogd risico op complicaties/bijwerkingen en hogere
mortaliteit
• Geriatrische syndromen komen vaak in combinatie voor, met overlap in bijdragende factoren
• Generalistische diagnostiek en multidisciplinaire complexe interventies zijn meest effectief
Bv: Incontinentie, syncope, sarcopenie, osteoporose, intoxicatie, duizeligheid, vallen, delier,
ondervoeding
3
, Gerodontologie | 4
Acuut = bv vallen, delier, syncope
• Duidelijke uitlokkende factor
• Geen vast verband tussen uitlokkende factor en optredend geriatrisch syndroom
Chronisch = bv. sarcopie, osteoporose, depressie
• Geen duidelijke uitlokkende factor
• Meerdere bijdragende factoren (sommige noodzakelijk)
➔ Comprehensive Geriatric Assessment
I. Zorgafhankelijkheid
= Katz-schaal
BeIRAI = Resident Assessment Instrument
• Evaluatie v verschillende parameters
o IADL, ADL, cognitieve problemen, psychische problemen, gedragsproblemen
• Inschatten van zorgnood
• Plannen van zorg
• Universeel instrument voor thuiszorg, ziekenhuis, WZC, palliatieve zorg,…
• Onderdeel rond mondzorg
4