Volledige samenvatting van de colleges over cellen, weefsels en immunologie en samenvatting van de bijbehorende literatuur uit het boek 'Fysiologie en anatomie' van Bastiaanssen én de bijlagen ('medische microbiologie', 'weefsels in de mond', 'tissue repair' & 'syllabus bacteriën')
De volgende...
Cellen, weefsels en immunologie (MHVP1CLL2A)
Alle documenten voor dit vak (19)
6
beoordelingen
Door: perryrashid • 5 uur geleden
Door: zeinaalsayed5 • 9 maanden geleden
Door: fatima27_6 • 11 maanden geleden
Door: ilsesimone • 8 maanden geleden
Door: nodanens • 11 maanden geleden
Door: shannontjinakiet • 4 maanden geleden
Verkoper
Volgen
biemans2610
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
CLL1.2A Cellen, weefsels & immuniteit
HC1 - de cel
Opbouw mens
van klein naar groot:
cel: kleinste levende eenheid van lichaam
↓
weefsel: groep gelijksoortige cellen die samen een functie uitoefenen (en
verbonden zijn middels intracellulaire contacten/extracellulaire
matrix)
↓
orgaan: verschillende weefsels die samen een functie uitoefenen
(hart → functie: rondpompen bloed)
↓
orgaanstelsel: verschillende organen die samen een functie uitoefenen (circulatiesysteem)
↓
organisme
Typen cellen
er zijn veel verschillende soorten cellen
deze verschillen in:
• vorm
• functie
• grootte
De cel
celmembraan: begrenzing van cel
celplasma/cytoplasma: alles wat binnenin de cel zit; organellen & vloeistof
Celmembraan
opbouw celmembraan: twee lagen van fosfolipiden, waarvan hydrofiele kop naar een
waterige omgeving wijst en hydrofobe staarten naar elkaar toe
wijzen
functies celmembraan:
1. scheidt intracellulair milieu van extracellulair milieu
2. signaalherkenning: receptoreiwitten in het membraan kunnen hormonen binden
waardoor processen opgang komen in de cel
3. selectief permeabel: doorlaatbaar voor sommige stoffen en niet-doorlaatbaar voor
andere stoffen (wel: water / niet: eiwitten)
← wat zie je:
• dubbele fosfolipide laag
• eiwitstructuren (blauw)
• cholesterol (wit)
• draden die het skelet van de cel vormen
,transport door celmembraan:
• passief transport: kost GEEN energie (van hoge naar lage concentratie)
○ via osmose; transport van water richting hoge concentratie
○ via diffusie ; transport stoffen langs concentratiegradiënt, waardoor
uiteindelijk de concentratie aan beide kanten gelijk is
○ (via filtratie)
• actief transport: kost WEL energie (van lage naar hoge concentratie)
○ tegen concentratiegradiënt in
• endo- en exocytose: actief transport van grote moleculen
○ middels blaasjes (=vesiculair transport) →
← overzicht van passief & actief transport
onderscheid in diffusie:
• diffusie: stof kan direct door membraan (CO2)
• gefacilliteerde diffusie: stof heeft eiwitkanaal nodig,
waardoor het alsnog door het
membraan kan diffunderen
(Na+ & C6H12O6)
Celplasma/cytoplama
in celplasma/cytoplasma zit:
• cytosol; alle vloeistof waar organellen in drijven
• organellen; alle structuren in de cel
Speekselklieren in de mond
LET OP: speeksel bevat veel eiwitten en deze worden door de cellen in de speekselklieren aangemaakt. Hier zijn
organellen voor nodig. We gaan op celniveau bekijken wat er nodig is om speeksel aan te maken.
← speekselklieren
A. glandula parotis
B. glandula submandibularis
C. glandula sublingualis
← schematische weergave van speekselklier
je ziet: afvoerbuis die vertakt is, aan het einde van vertakkingen zitten blaasjes.
Hier zitten de cellen die speeksel (slijmerige vloeistof) kunnen aanmaken
en in dit speeksel zitten veel eiwitten. De eiwitten worden aangemaakt
door cellen die in de klieren zitten.
cel van de speekselklier →
bovenkant ziet er anders uit; apicale kant
onderkant ziet er anders uit; basale kant
je ziet de cel en de celkern én verschillende structuren waar
uiteindelijk het speeksel en eiwitten zich ophopen en deze worden in
blaasjes bewaard en via exocytose afgegeven in de speekselklier→
Organellen
organellen die onder andere in de
(speekselklier)cellen zitten:
• mitochondriën
• kern
• ribosomen (stipjes op RER)
• endoplasmatisch reticulum (ER)
• golgi apparaat
• lysosomen en peroxisomen
,LET OP: organellen zijn niet alleen nodig voor eiwitproductie (in speeksel), maar ook om de cel in leven te houden!
Mitochondriën
LET OP: mitochondriën bestaan uit twee membranen (binnenste = blauw/ buitenste = bruin)
functie mitochondriën:
• energiefabriek van cel, want produceren ATP
cellen die veel energie gebruiken en dus veel mitochondria bevatten: spieren/hart/lever/hersencellen
ATP: molecuul waar energie in opgeslagen ligt en hiermee kunnen processen opgang worden gebracht om de cel in
leven te houden.
hoe ontstaat ATP: bij verbranding van glucose of vet (cel breekt suiker/vet af en bij dit proces ontstaat ATP)
← hoe ATP ontstaat
vetten worden opgenomen in cel → vetten worden afgebroken tot vetzuren → vetzuren gaan
mitochondriën in → in mitochondriën worden vetzuren afgebroken → hierbij ontstaat veel ATP →
ATP wordt gebruikt om cel in leven te houden en processen uit te voeren
glucose wordt opgenomen in cel → glucose gaat door glycolyse-proces → hierbij wordt glucose
gesplitst → je houdt pyruvaat over → pyruvaat gaat mitochondriën in → pyruvaat wordt afgebroken
in mitochondriën → tijdens het afbreken ontstaat ATP → ATP wordt gebruikt om cel in leven te
houden en processen uit te voeren
dus waaruit bestaat de verbranding van glucose en vet:
• glycolyse (wordt alleen doorlopen door glucose) → vindt plaats in cytoplasma
• citroenzuurcyclus (wordt doorlopen door glucose én vetten) → vindt plaats in mitochondriën
LET OP:
• mitochondriën hebben zijn eigen DNA en ribosomen
• de evolutietheorie beweert dat mitochondriën eerst een op zich zelf staand MO was dat samen is gegaan met
een andere cel (dit kan verklaren waarom mitochondriën eigen DNA heeft)
• alle mitochondriën zijn afkomstig van jouw moeder, dus je erft meer DNA van je moeder dan van je vader
Kern
functie kern:
• opslag/beschermen chromosomen
• productie van mRNA = omzetting van DNA in RNA (door chromosomen die in de kern liggen)
waaruit bestaan chromosomen:
• DNA
○ DNA bestaat uit genen → elk gen bevat een code voor een eiwit
• eiwitten
LET OP: elke cel heeft 2 meter chromosomen
← celkern
celkern bevat:
• dubbele celkernmembraan met poriën
► RNA die in kern wordt aangemaakt kunnen via poriën de cel in
• nucleolus (kernlichaam; kern van de kern)
functie nucleolus: aanmaken ribosomen
, Ribosomen
waar worden ribosomen gemaakt: nucleolus (celkernlichaam)
functie ribosomen:
• eiwitsynthese: in ribosomen wordt mRNA afgelezen en deze code wordt omgezet in een eiwit
soorten ribosomen:
• vrije ribosomen: zweven los in cytosol
○ functie vrije ribosomen: eiwitten maken die direct in cytosol gebruikt worden
• gebonden ribosomen: zitten vast aan ER
○ functie gebonden ribosomen:
○ aanmaak eiwitten die geëxporteerd worden (en uiteindelijk buiten de cel komen)
○ aanmaak eiwitten die nodig zijn in het celmembraan (transport of signaal eiwitten)
← donkere bolletjes: ribosomen in een ketting achter elkaar
mRNA-streng: hele dunne streng met hierop ribosomen
polypeptideketen: ontstane eiwitten (sliertjes) die uit het ribosoom komen (zwarte
bolletjes)
Endoplasmatisch reticulum (ER)
wat is het ER: systeem van buizen en membranen die verbonden
is met kernmembraan
twee vormen ER:
• glad endoplasmatisch reticulum
○ functie glad ER: chemische processen en bewerkingen m.b.t. lipiden en hormonen
► dus GEEN eiwitsynthese!
• ruw endoplasmatisch reticulum: bevat ribosomen
○ functie ruw ER: eiwitproductie voor export of eiwitproductie voor nieuwe membraaneiwitten
(dit gebeurt door de ribosomen op het ruwe ER)
← grijs: ribosomen
rondje: stukje van ruw ER
wat zie je: onderin in het klein de mRNA-streng die
wordt afgelezen door ribosomen, en
deze zitten vast aan ER. Bij de 5e
ribosoom zie je een eiwitdraad ontstaan
en dit eiwit wordt opgevangen in het
ruw ER
Golgi-apparaat
functie golgi-apparaat:
• opslag en distributiecentrum
• bijschaven eiwitten / toevoegen van suikerstaarten
• transport d.m.v. secretoire blaasjes / vesicles
○ secretoire blaasjes = klein blaasje dat stoffen bevat en is omgeven
door membraan
De kern met het kernmembraan is verbonden met RER. In RER worden de gemaakte
eiwitten opgevangen en komen uiteindelijk in blaasjes terecht en dit blaasje gaat naar
golgi-apparaat. Golgi-apparaat bewerkt/schaaft eiwitten bij, voegen een suikerstaart
toe en vouwen de eiwitten op een bepaalde manier. Als het eiwit klaar is verlaat het
het golgi-apparaat middels het afscheiden van een blaasje. →
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper biemans2610. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.