Inhoudsopgave
HC 1: INLEIDING ............................................................................................................................................... 3
HC 2: INDELING DER GOEDEREN (ALGEMEEN) .................................................................................................. 9
A. TERMINOLOGIE ............................................................................................................................................... 9
B. WAAROM INDELINGEN? ................................................................................................................................. 10
C. DE GOEDEREN VOLGENS DE GRAAD VAN TOE-EIGENINGSMOGELIJKHEID.................................................................... 10
D. DE GOEDEREN VOLGENS HUN GEBRUIK .............................................................................................................. 11
E. PUBLIEKE EN PRIVATE GOEDEREN...................................................................................................................... 12
F. EIGENDOM .................................................................................................................................................. 17
HC 3: INDELING DER GOEDEREN (RG VS ORG) ................................................................................................ 19
A. ROEREND VS ONROEREND: HOOFDCATEGORIE..................................................................................................... 19
B. ONROERENDE GOEDEREN UIT HUN AARD ........................................................................................................... 19
C. ONROEREND DOOR INCORPORATIE ................................................................................................................... 20
D. ONROERENDE GOEDEREN DOOR BESTEMMING .................................................................................................... 21
E. ONROERENDE GOEDEREN DOOR VOORWERP ...................................................................................................... 23
HC 4: EIGENDOM ............................................................................................................................................ 26
A. ZAKELIJKE RECHTEN ....................................................................................................................................... 26
B. EIGENDOM .................................................................................................................................................. 28
Definitie ........................................................................................................................................................ 28
Kenmerken.................................................................................................................................................... 28
Bewijs van eigendom (art. 3.52 BW) ............................................................................................................ 33
Afbakening/begrenzing van onroerende eigendom ..................................................................................... 36
HC 5: EIGENDOM (DEEL 2) – VERWERVING VAN ZAKELIJKE RECHTEN ............................................................. 38
A. ONTSTAAN VAN EIGENDOM: OORSPRONKELIJKE WIJZEN VAN EIGENDOMSVERKRIJGING ............................................... 38
B. VERWERVING VAN ZAKELIJKE RECHTEN .............................................................................................................. 38
B.1. AFGELEID EN OORSPRONKELIJK ......................................................................................................................... 38
B.2. OORSPRONKELIJKE EIGENDOMSVERKRIJGING ....................................................................................................... 38
Bezit en verkrijgende verjaring ..................................................................................................................... 38
Natrekking .................................................................................................................................................... 45
Verwerking ................................................................................................................................................... 46
Vondst .......................................................................................................................................................... 46
Niet-ophaling ................................................................................................................................................ 47
C. BEPERKINGEN VAN HET EIGENDOMSRECHT ......................................................................................................... 47
Algemeen...................................................................................................................................................... 47
Rechtsmisbruik ............................................................................................................................................. 47
Evenwichtsleer .............................................................................................................................................. 48
D. BESCHERMING VAN HET EIGENDOMSRECHT ........................................................................................................ 50
HC 6: VRUCHTGEBRUIK .................................................................................................................................. 52
OMSCHRIJVING EN KENMERKEN ................................................................................................................................ 52
RECHTEN EN PLICHTEN ............................................................................................................................................ 55
HC 7: RECHT VAN ERFPACHT EN RECHT VAN OPSTAL ..................................................................................... 60
RECHT VAN ERFPACHT............................................................................................................................................. 60
RECHT VAN OPSTAL ................................................................................................................................................ 64
VERGELIJKING ERFPACHT EN OPSTAL .......................................................................................................................... 67
6 delen:
I. Inleiding
II. Indeling der goederen
III. Zakelijke hoofdrechten
IV. Zakelijke zekerheden
V. Publiciteit
VI. Zakelijke rechten: gemeenschappelijke principes
Examen
- Schriftelijk examen
- Mix van vragen
o Duiden van essentiële begrippen en rechtsregels
o Situeren van wetsbepalingen
o Juist-fout vragen
o Casussen
o Vergelijkingsvraag of reflectievragen: juridische en maatschappelijke relevantie,
kritische reflecties, eigen mening
- Gebruik actueel wetboek
o Niet geannoteerd
o Geen kruisverwijzingen
o Onbeschreven post-its
- Nuancering niet vergeten toevoegen/vermelden op examen
Voorbeeldvraag examen: stelling
Als je bij appartementseigendom je zonnepanelen wilt nemen dan moet je dit doen met unanimiteit.
Juist of fout?
Fout, kijken naar wetsbepalingen waar staat dat unanimiteit voor dit en dat nodig is, en niet voor
zonnepanelen dus niet van toepassing.
Zakelijke rechten
- Eigendom, mede-eigendom
- Zakelijke gebruiksrechten
o Vruchtgebruik
o Opstal
▪ Eigenaar worden van andermans producten op iemands grond
o Erfpacht
o EDB
- Zakelijke zekerheden
3
, o Pand
o Hypotheek
o Voorrechten
o Retentierecht
LES 1: Het goederenrecht gesitueerd binnen het vermogensrecht
Wat is goederenrecht?
Situering
- Goederenrecht < privaatrecht/burgerlijk recht
o Privaatrecht: regelt rechtsverhouding tussen particulieren
▪ <> publiekrecht:
• Regelt rechtsverhouding tussen particulieren en OH
• Regelt samenstelling, werking, … van overheidsinstellingen
▪ <> andere privaatrechtelijke rechtsdomeinen: verbintenissenrecht,
contractenrecht
o Privaatrecht wordt traditioneel opgedeeld in
▪ Patrimoniaal recht of vermogensrecht
▪ Extrapatrimoniaal recht
- Goederenrecht < vermogensrecht < privaatrecht
o Heeft betrekking op actieve en passieve samenstelling vermogen/patrimonium
o Vermogensrecht =
▪ Omvat een regeling van de patrimoniale subjectieve rechten
• Verder opgedeeld in:
o Vorderingsrechten
= verschaffen een rechtssubject een recht op een prestatie
van een ander rechtssubject
= iets doen, iets niet doen, iets geven
= rechtsverhoudingen tussen de rechtssubjecten
o Intellectuele rechten
= geven een auteur een tijdelijk en exclusief exploitatierecht
op een originele creatie van de menselijke geest
o Zakelijke rechten
= geven aan een rechtssubject een rechtstreeks zeggenschap
over een bepaald goed
= rechtsverhouding tussen rechtssubject en rechtsobject
! Enkel de wetgever kan zakelijke rechten creëren (art. 3.3, lid
1 BW)
o Vermogen (art. 3.35, lid 1 BW)
▪ = juridische algemeenheid die het geheel van de bestaande en toekomstige
goederen (baten) en verbintenissen (lasten) omvat
▪ Actieve bestanddelen = goederen + rechten
▪ Passieve bestanddelen = schulden + plichten
▪ Iedereen (natuurlijke personen) heeft één vermogen
▪ Iedereen heeft slechts één vermogen (art. 3.35, lid 2 BW)
• Uitzondering:
o Kwaliteitsrekening (art. 3.37 BW)
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent17. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.