Grondige nota's van het gedeelte weefsels uit het vak cellen en weefsels onderwezen door professor Vral. Geslaagd in eerste zit. Samenvatting gebaseerd op hoorcolleges, Powerpoints en boek.
ALGEMENE HISTOLOGIE
= morfologische wetenschap (vorm van weefsels bestuderen op microscopisch niveau)
− Cytologie of celbiologie
− Histologie: geheel van cellen dat weefsel vormt = differentiatie vanuit stamcel naar cellen
met eenzelfde functie
− Bijzondere histologie of microscopishe anatomie: studie van organen = verschillende
weefsels die zich op een bepaalde manier gaan samenstellen
Inhoud
Histologische technieken ............................................................................................................... 4
Preparation of tissues for studying ............................................................................................. 4
Lichtmicroscopie - kleuren ......................................................................................................... 6
Elektronenmicroscopie – contrasteren ....................................................................................... 7
Observatiemethoden................................................................................................................. 8
Het epitheel.................................................................................................................................10
Oppervlaktespecialisaties (zie cytologie) ....................................................................................10
Apicale oppervlaktespecialisaties...........................................................................................10
Laterale oppervlaktespecialisaties of intercellulaire verbindingen............................................10
Basale oppervlaktespecialisaties ............................................................................................11
Bedekkend epitheel ..................................................................................................................11
1-lagige epithelen .................................................................................................................11
Pseudomeerlagig epitheel of meerrijig epitheel......................................................................12
Meerlagige epithelen ............................................................................................................12
Klierepitheel ............................................................................................................................13
Exocriene klieren: secretie aan buitenwereld .........................................................................14
Myoepitheel ............................................................................................................................16
Neuro-epitheel .........................................................................................................................17
Transport in epitheelcellen .......................................................................................................17
Vernieuwing van epithelen .......................................................................................................17
Bind- en steunweefsel ..................................................................................................................19
Eigenlijk bindweefsel ................................................................................................................20
Cellen voor aanmaak en onderhoud ......................................................................................20
Cellen voor reserve en isolatie ...............................................................................................20
Verdedigingscellen ...............................................................................................................21
Extracellulaire matrix (ECM) ..................................................................................................24
Types eigenlijk bindweefsel ...................................................................................................27
, Indeling chemische synapsen ................................................................................................54
Neuroglia of steunweefsel ........................................................................................................55
Zenuwvezels ............................................................................................................................57
Centraal en perifeer zenuwstelsel..............................................................................................58
Centraal zenuwstelsel ...........................................................................................................58
Perifeer zenuwstelsel ............................................................................................................59
De- en regeneratie ...................................................................................................................59
, Histologische technieken
Preparation of tissues for studying
= weefsels en organen observeerbaar maken voor LM (lichtmicroscopie) en EM
(elektronenmicroscopie)
! weinig contrast in biologisch materiaal, weinig licht (elektronen) doorlatend
Fixatie
• Bewaren van weefsels met behoud van oorspronkelijke structuur
= denatureren van eiwitten (verbreken van de 3D-structuur) : stilleggen van
bacteriële en autolytische afbraakreacties
• Permeabiliseren van celmembraan: zodat fixatief en kleurstoffen het weefsel kunnen
binnendringer
• Harder en poreuzer maken van het weefsel: voor het afsnijden van dunne coupes
• 2 manieren:
o Chemische fixatie: immersie of perfusie (via bloedvaten) van het weefsel met
een fixatief
▪ Precipiterend fixatief: slaan eiwitten neer
Vb. alcoholen
▪ Crosslinkende fixatieven: eiwitten in weefsel gaan crosslinken
Vb. glutaaraldehyde, formaldehyde, …
o Koude fixatie: invriezen van het weefsel
Chemische fixatie Koude fixatie
Heel dunne coupes Minder dunne coupes
Goede morfologie Minder goede morfologie
Vergt veel tijd Vergt minder tijd
Inbedden
= het gefixeerde materiaal ontwikkelen en doordrengen met inbedmiddel
• Inbedmiddel
o Substantie die in het weefsel dringt: vloeibare vorm
o Substantie die hard wordt: vaste vorm
o Materiaal snijdbaar in dunne plakken (coupes)
Bv. lichtmicroscopie: paraffine, hars, plastics (verharden bij hogere temperatuur)
o Hydrofoob bindmiddel: weefsel bevat veel water, mengt niet dus daarom:
▪ Eerst weefsel ontwateren: weefsel in stijgende reeks alcoholbaden
brengen van 30°, 50°, 70°, 90°, absolute ethanol
▪ Clearing in tolueen: mengbaar met alcohol en het inbedmiddel
▪ Infiltratie: plaatsen in gesmolten parafine dat verhard = embedding
! Fixatie en inbedden veroorzaken soms artefacten: zaken die je ziet die in het viabel weefsel niet
voorkomen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper emmapot. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.