Dit is een uitgebreide woordenlijst bij het opleidingsonderdeel 'Opleidings- en werkveldoriëntatie'. De belangrijkste terminologie staat steeds aangeduid in het paars (vetgedrukt). Ik behaalde 20/20 voor dit vak.
Opleiding- en werkveldoriëntatie
Hoofdstuk 0: Inleiding
TERM BETEKENIS
Wetten Rechtsnormen uitgevaardigd door de Federale overheid.
Verordeningen Wetgevende akten uitgevaardigd door de provincie- en gemeenteraden.
Decreten Wetgevende akten uitgevaardigd door de gewesten en gemeenschappen.
Ordonnanties Wetgevende akten uitgevaardigd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Federale regering Federale uitvoerende macht bestaande uit ministers en staatssecretarissen.
Federale wetgevende macht die bestaat uit de Kamer van Volksvertegen-
Federaal parlement
woordigers en de Senaat.
Staatsstructuur met een koning als staatshoofd die enkele bevoegdheden
Monarchie
samen met zijn ministers uitoefent.
Bestuursvorm waarbij de bevolking rechtstreeks een aantal volksvertegen-
Representatieve democratie
woordigers verkiest die fungeren als wetgevende macht.
Staatsbestuur waar de hogere overheid een deel van haar bevoegdheden
Gedecentraliseerde staat
toewijst aan andere lokale en bovenlokale autonome organen.
Persoon die in opdracht van de Belgische koning de mogelijkheden onder-
Informateur
zoekt voor de vorming van een kabinet na de federale verkiezingen.
Principe waarbij de macht wordt verdeeld over diverse instanties met elk
Scheiding der machten hun eigen bevoegdheid: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en
de rechterlijke macht.
Staat waarin de grondwet in grote lijnen uiteenzet hoe deze moet worden
Grondwettelijke staat bestuurd en diverse instellingen moeten worden georganiseerd, maar ook
een menswaardig bestaan garandeert voor haar burgers.
,Hoofdstuk 1: Welzijn in de verzorgingsstraat
TERM BETEKENIS
Fiscale lasten Belastingen op de arbeid.
Zorgapparaat Geheel van sociale instituties.
Diensten Initiatieven vanuit de overheid.
Private for profit Commerciële of winst beogende actoren.
Landsbonden Geheel van coöperatieves die zich hebben verenigd.
Noodsituatie Plotse breuk tussen iemands noden en diens capaciteiten.
Private non-profit Gesubsidieerde, niet-winstgevende en social profit actoren.
Programmatie Een evenwichtig gespreid aanbod voorzien op basis can criteria.
Verzilting Toename van het aantal 80-plussers binnen de oudere populatie.
Nulde lijn Nulde echelon bestaande uit zelfzorg, zelfhulpgroepen en mantelzorg.
Sociale lasten Bijdragen van de werkgevers aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Vergrijzing Toename van het aantal ouderen in verhouding tot de totale populatie.
Preventieve zorg Zorg gericht op het voorkomen van fysieke of psychosociale problemen.
Zorg op maat Zorg die is afgestemd op de zorgvraag of zorgbehoefte van de hulpvrager.
Ontgroening Daling van het aantal jonge mensen in verhouding tot de totale populatie.
Sociale organisaties Initiatieven van onderuit, dus vanuit verenigingen of een groepje mensen.
Welzijnszorgbeleid Beleid ten aanzien van welzijnszorg binnen een afzonderlijk beleidsterrein.
Organisaties die de belangen van de burgers verdedigen zoals vakbonden
Belangenorganisaties
en ziekenfondsen.
Mate waarin de bevolking op beroep actieve leeftijd daadwerkelijk actief is
Activeringsgraad
op de arbeidsmarkt.
Geheel van initiatieven door de omgeving die een antwoord bieden op de
Welzijnszorg
noodsituatie van een individu.
Betalingsbewijs waarmee werknemers kunnen worden betaald voor het
Dienstencheques
verrichten van huishoudelijke hulp.
Zorg gericht op het inperken, behandelen en indien mogelijk genezen van
Curatieve zorg
fysieke of psychosociale problemen.
Situatie waarbij het aandeel jongeren in de bevolking afneemt ten gevolge
Ontgroening
van een afname van het geboortecijfer.
Instelling waarbij de zorgvrager voor korte of lange tijd wordt opgenomen
Residentiële instelling
en er dus sprake is van intramurale zorg.
Instelling waarbij de zorgvrager verzorgd wordt in de eigen leefomgeving
Ambulante instelling
en er dus sprake is van extramurale zorg.
, Samenleving waarbinnen laaggeschoolden en mensen met een beperking
Risicosamenleving
minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt.
Angelsaksisch samenlevingsmodel waar individuele verantwoordelijkheid
Big society
opnemen en gemeenschapszin centraal staan.
Groepen van mensen met gelijkaardige problemen die zich verenigen om
Zelfhulpgroepen
elkaar te steunen en/of informatie uit te wisselen.
Tweede echelon bestaande uit meer gespecialiseerde ambulante diensten
Tweede lijn
met een lagere toegankelijkheid dan de eerste lijn.
Horizontale afbakening binnen de welzijnsvoorzieningen met de volgende
Zorgmilieus
indeling: ambulant, semi-residentieel en residentieel.
Toestand van welbevinden waarbij men zich op diverse domeinen kan ont-
Welzijn
plooien met respect voor de ontplooiing van anderen.
Geheel van sociale organisaties die gesitueerd zijn tussen de burgers en de
Middenveld
overheid en de communicatie tussen beide verzorgen.
Zorg waarbij het dienstenaanbod wordt afgestemd op de unieke noden van
Cultuur sensitieve zorg
zorgvragers met een andere etnisch-culturele achtergrond.
Beleidsvorm die erop gericht is de toestand van welbevinden te realiseren
Welzijnsbeleid
en zich vertakt in de verschillende maatschappelijke sectoren.
Proces waarbij men grootschalige instellingen hervormt tot kleinschalige
De-institutionalisering
hulpverleningsmogelijkheden, geïntegreerd in de maatschappij.
Structuur waarbij de meeste middenveldorganisaties nauw verbonden zijn
Verzuiling
met een welbepaalde religie/levensbeschouwing of een ideologie.
Stemsysteem waarbij elke mannelijke burger vanaf 25 jaar stemrecht had
Meervoudig stemrecht (F2)
en extra stemmen kreeg naargelang zijn bezittingen en gezinsleven.
Bevoegdheid en verantwoordelijkheid van een dienst/instelling verruimen
Responsabiliseren
waarbij de dienst/instelling zelf de beschikbare middelen mag beheren.
Paritair overleg tussen werkgever- en werknemer-vertegenwoordigers, ev.
Sociaal overleg
aangevuld met vertegenwoordigers van de overheid (drieledig overleg).
Beleid gericht op specifieke doelgroepen zoals jeugd, gezinnen, ouderen,
Categoriaal beleid
kansarmen, personen met handicap, mensen met migratieachtergrond…
Vierde echelon bestaande uit zeer ver doorgedreven gespecialiseerde zorg
Vierde lijn
met een sterk afgebakende doelgroep en extreem lage toegankelijkheid.
Tendens waarbij de commerciële sector een winstgevende bezigheid ziet
Commercialisering
in de organisatie van zorg en hulpverlening, zeker nu de zorgvraag groeit.
Maatschappelijk proces waarbij welzijn- en gezondheidszorgvoorzieningen
Marktdenken zich steeds meer moeten aandienen als aanbieder op een markt van zorg-
vragers.
Derde echelon bestaande uit hooggespecialiseerde en (semi-)residentiële
Derde lijn diensten die meestal pas toegankelijk zijn na doorverwijzing uit de eerste
of tweede lijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper natasja_maes_1999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,70. Je zit daarna nergens aan vast.