Deze begrippenlijst heb ik volledig zelf gemaakt en alle begrippen die gekend moeten zijn voor het examen staan in dit document. Ik ben lang bezig geweest om deze begrippenlijst te maken, maar hierdoor is alles duidelijk en heel overzichtelijk. Alles staat hier in.
Deel 1: Hoofdstuk 1: Sociologie als wetenschap van de samenleving.
Sociologie = De wetenschap van de menselijke
samenlevingen.
Spelregels = De normen.
Sociale positie = Plaats in de samenleving.
Sociale rol = Verwachtingen.
Conceptueel denkkader of de ‘sociologische Een socioloog conceptualiseert de vastgestelde
bril’ = sociale werkelijkheid en poogt alzo te
veralgemenen.
Representativiteit = Onderzoeken van een gedeelte van de sociale
werkelijkheid dat een verkleinde maar
getrouwe weergave is voor de totale
werkelijkheid.
Betrouwbaarheid = Andere onderzoekers die op dezelfde manier te
werk gaan moeten tot zelfde resultaat komen.
Validiteit = Zijn gegevens goede uitdrukking van datgene
wat ik wil onderzoeken ?
Deel 1: Hoofdstuk 2: Het ontstaan en de grondleggers van de sociologie.
Urbanisatie = Overbevolking.
Savoir pour prévoir et prévoir pour pouvoir = Weten te voorspellen om te kunnen.
Survival of the fittest = Overleven van de sterkste.
Deel 2: Hoofdstuk 1: Sociaal handelen, sociale interactie en communicatie.
Sociaal handelen = Handelen dat zijn zin en betekenis ontleent aan
een betrokkenheid op andere mensen en in zijn
verloop op andere mensen is gericht en er ook
door bepaald wordt.
Doelrationeel handelen = Instrumenteel handelen en is gericht op het
rationeel verwezenlijken van weloverwogen
doelstellingen.
Waarderationeel handelen = Handelen dat waarde of betekenis heeft,
onafhankelijk van het resultaat van het
handelen.
Traditioneel handelen = Handelen dat door gewoonte of door traditie
bepaald is.
Affectief handelen = Emotioneel handelen en handelen op de grond
van emoties en gevoelens.
Weber’s ontwikkelingsthese = De voortdurende uitbreiding van het bereik van
doelgericht, zuiver rationeel, weloverwogen en
calculerend handelen en de terugdringing van
het bereik van al het sociale handelen dat door
andere motieven tot stand komt.
, Bureaucratie = Organisatievorm die berust op rationeel-legaal
gezag en het toelaat het doelrationeel handelen
van enkelingen aan elkaar te schakelen
waardoor de doelstellingen van de organisatie
op uiterst efficiënte wijze bereikt worden.
Sociaal handelen = Wisselwerking tussen mensen.
Sociale interactie = Tussenmenselijk verkeer. Een wisselwerking of
wederzijdse beïnvloeding die optreedt als
individuen in hun handelen op elkaar betrokken
zijn.
Samenleven = Zeer lange reeksen van sociale interacties.
Sociometrische studie = Sociale interactie in kaart brengen.
Communicatie = Het op anderen overdragen van gedachten,
gevoelens, wensen, strevingen, … zodat de
anderen een duidelijk beeld krijgen over
datgene wat men denkt, voelt of wenst.
Conversatie analyse = Common sense.
Deel 2: Hoofdstuk 2: Het routinekarakter van de samenleving.
Sociale relatie = Een sociale verhouding die tussen twee mensen
bestaat en gekenmerkt is door een kans op het
voorkomen van sociale interacties en
communicatie die volgens bepaalde routines en
patronen verlopen.
Sociale relaties = Een structurele neerslag van sociale interactie
en communicatie.
Nomos = Wet voor wet. Alles is goed geregeld.
Bijvoorbeeld een school of een ziekenhuis.
Anomie = Moeilijk een vaste wet zoeken. Wat moet je
doen in een bepaald systeem?
Coöperatie = Samenwerken.
Conflict = Botsen tussen verschillende partijen.
Primaire relaties = Bijvoorbeeld: Gezin, partner, vrienden, …
Secundaire relaties = Bijvoorbeeld: Docenten en leerlingen, winkel,
buschauffeur, …
Rationeel = Werkgericht.
Sociale positie = Een plaats die een persoon inneemt in
een netwerk van sociale relatie of
verhoudingen.
Een plaats die een persoon inneemt in
de maatschappij in verhouding tot
anderen.
Punten of plaatsen in een
coördinatiesysteem van sociale relaties
(Dahrendorf).
Bijvoorbeeld: Docent van …., lid van ….,
ouder van …., …
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anoniempje1234. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.