100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting vanaf deel 4 tot einde leerstof €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting vanaf deel 4 tot einde leerstof

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

vanaf deel 4 tot einde leerstof+ begrippenlijst & mogelijke examenvragen

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • 20 augustus 2023
  • 18
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (23)
avatar-seller
chelseyvannieuwenhuyze
o Over wat wordt gepland, wordt niets gezegd
o Bevolking moet betrokken worden bij planning
o Bestaat niet meer als specifieke methodiek en idee
o Samen met betrokkenen plannen komt veel voor in samenleving:
 Stads-en streekvernieuwing
 Allerlei raden
 Bedrijfsleven
 Co-productie

2) sociale actie:
o Oudste vorm samenlevingsopbouw
o Binnen actiegroepen wordt er vaak niet methodisch gewerkt maar vanuit eigen ervaring en traditie
o Piet Reckman heeft zich ingespannen voor methodische onderbouwing van sociale actie
o Sociale actie binnen sociale bewegingen:
 Klassieke sociale bewegingen
 Vakbonden
 Nieuwe sociale bewegingen
o Sociale actie wil druk uitoefenen op autoriteiten om probleem op te lossen waarbij verantwoordelijkheid wordt
gelegd bij samenleving en beleidsverantwoordelijken
o Men wil mentaliteiten en structuren via sociale verandering veranderen of verbeteren

3) Opbouwwerk:
o Vaak vereenzelvigd met samenlevingsopbouw
o Werken met burgers aan maatschappelijke probelmen
o Object: opbouw van de samenleving
o Invalshoek: stimuleren burgerparticipatie

Samenlevingsopbouw:

 Centraal uitgangspunt: participatie  vanuit en met mensen zelf werken rond hun problemen
 Basiskenmerk: lokale invalshoek

Eerste opbouwwerk initiatieven:

 In Vlaanderen: kort na WOII
 Hulpverleners gingen vaak vanuit religieuze inspiratie zich vestigen in verkommerde volksbuurten
 Daar ontdekte men maatschappelijke achterstelling

Twee stromingen binnen opbouwwerk:

1. Politiserende: via zelforganisatie van mensen komen tot verandering in de samenleving, men zoekt naar concrete strategieën
om mensen te ondersteunen in het vorm proberen geven aan hun situatie
 einddoel: participatie
2. Technisch-professionele: betere hulpverlening, ervaringen van buurtbewoners en hulpverleners tot hun recht laten komen
en streven naar verbetering van methodisch handelen van hulpverleners, men creëert participatiestructuren in functie van
beleidsplanning en welzijnsopbouw
 participatie is middel om tot beter beleid te komen

Oorspronkelijk onderscheid:

 Opbouwwerk gericht op bepaald territorium  territoriaal
 Opbouwwerk gericht op bepaalde categorie van bevolking  categoriaal
 Opbouwwerk gericht op methode om tot een beter functioneren van bepaalde welzijnsvoorzieningen te komen 
functioneel

Vandaag wordt er in het opbouwwerk gewerkt met probleemprojectfunctie: project kan zich zowel op streek of buurt richten, maar is
steeds beperkt in de tijd en werkt aan duidelijk vooraf bepaalde doelstellingen

Spanning politiek en opbouwwerk:

,  Middelen hanteren als belangenarticulatie, bemiddeling en groeps- en netwerkvorming met als doel datgene wat mensen
bindt in het groter geheel van de maatschappij te versterken en verbindingen tussen leven van alledag en de wereld van
instellingen en regelgeving tot stand te brengen
 Veel waarde aan versterken van maatschappelijk middenveld + weven aan samenleven, met voor en door de mensen zelf

Samenlevingsopbouw als werkveld:

 Realiseren van toegang tot grondrechten voor maatschappelijk kwetsbare groepen door verhogen van leefbaarheid van
aandachtsgebieden
 Tussen lokale invalshoek en keuze voor kwetsbare groepen heerst soms spanning:
 Kiest men voor meest kwetsbaren, druggebruikers in 2060, dan komt men lijnrecht tegenover meerderheid van
buurtbewoners te staan die vinden dat druggebruikers een bedreiging vormen voor leefbaarheid van hun buurt
 Tussen territoriale buurtwerk en werkveld van samenlevingsopbouw ook spanning:
 Buurtwerk werkt niet projectmatig maar vanuit toegankelijke en kleinschalige infrastructuur aan het samenleven 
via participatie en directe inzet van bewoners via vrijwilligersnetwerk werken ze aan samenleven, ze willen werken
aan kwaliteit van leven en samenleven in de buurt en aan verbetering leefbaarheid, kiezen niet voor kansengroepen
maar werken met iedereen

DEEL 5: WAT DOET HET SOCIAAL WERK

5.1. KWADRANTENMODEL VAN VRANKEN

Kwadrantenschema van Vranken:

 Lezing van de oorzaken van sociale
problemen
 Voor het armoedebeleid uitgewerkt
 Onderscheid tussen niveau van de
oorzaak:
o Microniveau : individu, gezin
o Mesoniveau: groepen, organisaties,

o Macroniveau: de samenleving
 Onderscheid tussen aard van de
oorzaak:
o Intern (eigen schuld)
o Extern ( niet eigen schuld)

1) Verklaringen op microniveau:

 Oorzaak sociale problemen = afwijkend gedrag van individuen/groepen
 Interne oorzaak  individueel schuldmodel
vb. Oorzaak werkloosheid = te weinig zoeken naar werk, ze willen niet werken, gebrek aan doorzettingsvermogen
 Externe oorzaak  individueel ongevalmodel
vb. Oorzaak werkloosheid = onvoldoende geschoold om werk te vinden

Individueel schuldmodel:

 Oorzaak sociale problemen = onaangepast gedrag individu:
o vb. armoede: focus op werkloosheid, schulden, ‘verkeerd’ opvoedingspatroon
o vb. laaggeschooldheid: focus op lage scholing, gebrek aan sociale vaardigheden
o onaangepast aan maatschappelijke verwachtingen/normen
 Aanpak:
o Verandering van onaangepast individu via begeleiding, heropvoeding of meer controle, negatieve sanctionering,
disciplinering, criminalisering

Individueel ongevalmodel:

 Oorzaak sociale problemen = maatschappelijk achterblijven
o Onvermogen om zich aan te passen aan de (snelle) maatschappelijke veranderingen

,  vb. geringere flexibiliteit, niet kunnen omgaan met administratie, onvoldoende vertrouwdheid met ICT,…
o Individuele tegenslagen
 vb. Echtscheiding, werkloosheid, ziekte, beperking, arbeidsongeval,… (cf. ‘goede armen’)
 Aanpak:
o Bijzondere opvang (vb. publieke bijstand, voedselpakketten, arbeidstrajectbegeleiding)

2) Verklaringen op mesoniveau:

 Oorzaak sociale problemen: tekortkoming van groepen, instituties, organisaties, gemeenschappen,…
 Interne oorzaak: institutioneel schuldmodel
 Externe oorzaak: institutioneel ongevalmodel

Institutioneel schuldmodel:

 Oorzaak sociale problemen:
o Eigen afwijkende waarden en normen van de gemeenschap t.o.v de samenleving.
 Vb. werkloosheid wordt verklaard door culturele factoren zoals vb overgeërfde maatschappelijke
kwetsbaarheid.
 Aanpak:
o Onderzoeken van drempels die deelnemen aan diensten bemoeilijken en verhinderen

Institutioneel ongevalmodel:

 Oorzaak sociale problemen:
o Fenomenen van stereotypering, stigmatisering, onvoldoende beleidsaandacht voor minderheden. = institutionele
uitsluitingsprocessen
 vb wanneer op een dienst een stigma rust, dan worden cliënten van deze dienst daarmee besmet. Dat
weerhoudt velen ervan beroep te doen op deze dienst. Vb imago

3) Verklaringen op macroniveau:

 Oorzaken sociale problemen = tekortkomingen van de samenleving
 Interne oorzaak  Maatschappelijk schuldmodel
o Structurele factoren (vb. reproductie sociale ongelijkheid door kapitalistische model)
o Meest verregaande model
 Externe oorzaak  Maatschappelijk ongevalmodel
o Tijdelijke factoren (vb. economische crisis)

Maatschappelijk schuldmodel:

 Sociale problemen = gevolg van wijze waarop de samenleving en economie structureel georganiseerd is
 Maatschappelijke marginalisering: structurele sociale uitsluiting en reproductie van onwelzijn in onze samenleving:
o Besef en inzicht in ‘differentiële participatie’
 Mensen participeren verschillend, naargelang de positie die ze innemen in de samenleving (vb. SES, gender,
leeftijd, etniciteit,…)
 Niet elke vorm van participatie wordt gewaardeerd
- vb. criminaliteit, langdurige bijstand, zwartwerk
o Maatschappelijk gemarginaliseerden
 = mensen die maatschappelijk achtergesteld zijn en geleerd hebben zich aan deze deprivatie aan te passen,
én dat hen tegelijk verhindert om uit deze situatie te geraken

Maatschappelijk ongevalmodel:

 Sociale problemen = problemen van maatschappelijke achterstelling of deprivatie
 Maatschappij slaagt er niet in om grotere gelijkheid in ontplooiingskansen te realiseren door tijdelijke of conjuncturele
veranderingen
o vb. economische crisis, financiële crisis, demografische veranderingen, oorlog, natuurrampen, snelle technologische
verschuivingen
 Aanpak:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper chelseyvannieuwenhuyze. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 66579 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
  Kopen