Samenvatting De ontwikkeling van het kind (PV1T01-21) Viaa jaar 1
14 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
De ontwikkeling van het kind (PV1T0121)
Instelling
Hogeschool Viaa (Viaa)
Boek
Ontwikkelingspsychologie
Dit document bestaat uit 2 onderdelen.
Het eerste onderdeel is een samenvatting van het boek: de ontwikkelingspsychologie en bevat een samenvatting van het boek van hoofdstuk 1 t/m 3.
Het tweede deel van het document bevat een samenvatting uit het boek: pedagogisch en didactisch begeleiden en...
Samenvatting van V1OPSY11 (Ontwikkeling van basisschoolkinderen) - Hogeschool KPZ
Alles voor dit studieboek (29)
Geschreven voor
Hogeschool Viaa (Viaa)
Lerarenopleiding Basisonderwijs / PABO
De ontwikkeling van het kind (PV1T0121)
Alle documenten voor dit vak (15)
Verkoper
Volgen
silkeschutte
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
DE ONTWIKKELING VAN HET KIND SAMENVATTING TENTAMENWEEK
Pedagogisch en didactisch begeleiden
Hoofdstuk 1: Observeren
Eerst ga je kijken/waarnemen, dan doelbewust en planmatig observeren en het resultaat
interpreteer je en vervolgens kijk je of dat klopt.
1.1 Functies van observeren
Je observaties van de kinderen helpen je om de kinderen goed te begeleiden en onderwijs op maat
te geven. Ontwikkeling van groep 1/2 observeer je door situaties die zich voordoen, of je geeft ze een
gerichte opdracht en observeert dan. Vanaf groep 3 observeer je vaak door toetsen. Een leerkracht
moet vaak een beeld schetsen van het kind, zodat de ouders weten hoe het gaat. Hierbij let de
leerkracht op verschillende aspecten: prestaties, werkhouding, betrokkenheid, welbevinden,
persoonlijkheid, relatie met leerkracht, sociale vaardigheden en omgang met andere kinderen. Toch
kijkt iedereen anders naar een kind. Kijk je wat een kind wel of niet kan? De ene leerkracht ziet alleen
het negatieve.
Valkuilen bij observeren van een kind:
- sociaal-culturele achtergrond: jij kan een kind druk vinden als jouw ‘cultuur’ rustig is, terwijl een
drukker iemand het kind juist actief en ondernemend kan vinden.
- emotionele betrokkenheid: als je een zwak hebt voor iemand bijvoorbeeld, of als je weet wat er
thuis speelt. Halo-effect: kind met een sympathieke/gunstige eigenschap beoordeel je sneller
positief. Daardoor merk je negatieve eigenschappen minder snel. Je waarneming wordt dan te posi.
- vooroordelen: denk aan uiterlijke kenmerken: blauw haar, dik beïnvloed je sneller anders
- projectie: je ziet eigenschappen van jezelf in een ander. Dan ga je de ander invullen als hoe jij denkt.
Je loopt dan risico dat dat gedrag er helemaal niet is.
- stemming: als je vrolijk bent zie je alles veel positiever in.
- persoonlijke ervaringen: beroepssocialisatie: door kennis en ervaring ga je de werkelijkheid met een
beroepsblik zien. Dat wat je op je studie hebt geleerd. Heb je net een cursus gehad over ADHD met
schema’s over kenmerken daarvan, dan heeft ineens iedereen ADHD.
1.2 Gedrag
Gedrag: een bewuste of onbewuste activiteit die je objectief kunt waarnemen, rechtstreeks of via
apparatuur. Hoe je op gedrag reageert, ligt eraan hoe je gedrag interpreteert. Gedrag staat niet op
zichzelf, het wordt bepaald door wat er voorafgaat (stimulus) en wat erop volgt (respons).
- Stimulus: dat wat het gedrag uitlokt. Kan van binnen- of buitenaf komen. Honger of pijn kunnen hier
de reden voor zijn. Ook wat je denkt of ervaart. Of de behoefte om ergens bij te horen. Als je moet
plassen ga je misschien wel heel wiebelig zitten, dan lokt dat plassen dus dat gedrag uit.
De stimulus kan ook buiten de persoon zelf omliggen. De fysieke omgeving dus. De inrichting van het
lokaal, het klimaat, of het geluid van de computer. Ook de sociale omgeving kan gedrag oproepen.
Kinderen reageren op elkaars gedrag en op het gedrag van de leerkracht.
Omdat er zoveel factoren zijn die gedrag beïnvloeden kan het kind het ene moment heel stil zijn en
het andere moment heel druk. Het ligt aan de factoren. Die zijn verschillend.
-Respons: het gevolg. Gedrag heeft altijd effect op de omgeving. Als gedrag positieve gevolgen heeft
komt het vaker voor dan bij negatieve gevolgen. Die zijn nou eenmaal niet prettig om te ervaren.
Een kind dat niet actief met de les mee lijkt te doen, kan in zijn hoofd wel heel actief met het
onderwerp bezig zijn.
, Interpretatie: de betekenis die je geeft aan het gedrag dat je ziet. Als je bewust waarneemt, bedenk
je waar je vooraf op gaat letten. Gevolg: je neemt dan dingen waar, die je anders niet zouden
opvallen. Doordat je selectief waarneemt kan je een kind veel negatiever zien dan dat het is.
1.3 Waarnemen
Het verschil tussen waarnemen en observeren is dat je spreekt van observeren als je bewust
waarneemt vanuit een vraag. Waarnemen doe je namelijk altijd en overal.
Eerst krijg je een prikkel. Bij gewaarwording komen brokjes informatie (prikkels) binnen via
verschillende zintuigen. Je kunt alleen goed gewaarworden als alle prikkels goed werken. Als je doof
of blind bent, mis je dus een groot deel prikkels. Wat je selecteert is afhankelijk van:
- Wat je zintuigen kunnen waarnemen – Je psychische toestand (moe) – Ervaring (geluiden waar je aa
gewend bent hoor je niet meer) – De aard van de prikkel, dus wil je wat drinken of IK VRAAG JE WAT,
wil je wat drinken?
Bij het herkennen van figuren spelen verschillende waarnemingsprincipes een rol:
+ Gelijkheid: van prikkels die op elkaar lijken wil je dan een groep maken.
+ Nabijheid: prikkels die bij elkaar liggen zie je als een eenheid. Als er een groep boeven loopt en jij
loopt er net naast, gaan ze ervan uit dat je erbij hoort.
+ Geslotenheid: we gaan dan losse stukjes info, samenvoegen tot een groot geheel. Job loopt naar de
snoeptrommel, je kijkt even weg, en Job steekt dat een snoepje in zijn mond. Je denkt dat hij hem
heeft gestolen.
+ Voortzetting: prikkels zo waarnemen, dat ze in elkaar doorlopen. Als 2 gebeurtenissen na elkaar
plaats vinden, denk je dat de laatste gebeurtenis gevolg is van de eerste.
Verwachtingen zorgen ervoor dat je bij de ene persoon dezelfde gewaarwording een andere
betekenis geeft, dan bij de ander.
1.4 Observeren in de praktijk
Resultaat van je observatie noteer je in een observatieverslag. Doelen om te observeren:
- Je wilt een kind beter leren kennen en begeleiden. (Hoe kun je aansluiten bij belevingswereld kind?)
- Je wilt een probleem onderzoeken en de achtergronden van gedrag achterhalen.
- Je wilt rapporteren over een kind. Bijvoorbeeld voor ouders of psycholoog.
- Resultaat eigen aanpak toetsen
Registreer alleen gedrag wat je echt ziet, vul dus geen dingen in. Stappenplan observeren:
1. Algemene gegevens
2. Aanleiding
3. Observatiedoel en vraagstelling
4. Concreet gedrag: omschrijf het gedrag dat je gaat observeren
5. Observatiecategorieën: max 8. Zorg voor evenwicht: helft positief en helft negatief. Zorg voor
helderheid en dat ze volledig zijn.
6. Observatiemethode
7. Plaats en tijd: ruimte, situatie waarin je observeert, data, tijdstip, personen die meewerken eraan.
Observatiemethodes:
- Participerende observatie: de persoon neemt zelf deel aan de activiteit waartijdens hij het kind
observeert. Hierbij kan je sturen. Nadeel: je oefent veel invloed uit op het gedrag. Daardoor
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper silkeschutte. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,24. Je zit daarna nergens aan vast.