100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Sociale psychologie €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Sociale psychologie

 5 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting sociale psychologie eerste jaar toegepaste psychologie AP

Voorbeeld 4 van de 39  pagina's

  • 29 augustus 2023
  • 39
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
lauramichiels
1.Kennismaking met de sociale psychologie
Studieobject van de sociale psychologie
Gebiedsomschrijving
Sociale psychologie = de wetenschappelijk studie van de manier waarop de
gedachten, gevoelens en handelingen van de mensen beïnvloed worden door de
feitelijke, voorgesteld of geïmpliceerde aanwezigheid van andere mensen. De
manier waarop wij inspelen op anderen is ook belangrijk. Bewuste en onbewuste
beïnvloeding op het gedrag.
 Het gaat niet om een specifiek gedrag, elk gedrag kan sociaal zijn. Het
gaat om de wijze waarop naar het gedrag gekeken wordt.

 Een wetenschappelijke studie
 In tegenstelling tot intuïtieve kennis of het gezond verstand
 Beweringen die empirisch getoetst kunnen worden

 3 onderzoeksmethodes
o Begrijpende methode
= een studie zonder cijfermateriaal  verbale beschrijvingen
 Gevalsstudie
= vertrekken vanuit 1 of meerdere casussen en zo een samenhang
zoeken.
 Beperking
 subjectief, de onderzoeker beslist op eigen been welke verklaring
hij het meest waarschijnlijk vindt.

o Correlationele methode
= de samenhang tussen variabelen uitgedrukt in een correlatie.
= toont geen oorzakelijk verband aan
Bv. hoe meer agressieve films je kijkt met nogal agressief gedrag = een
positieve correlatie.
Bv. hoe meer agressieve films je kijkt hoe minder agressief gedrag = een
negatieve correlatie.
 zo bereken je hoe groot de samenhang tussen 2 variabelen werkelijk is.

o De experimentele methode
= kijkt of een bepaalde variabele invloed heeft op een andere variabele.

 Onafhankelijke variabele (OV) = variabele die gemanipuleerd wordt of
verandert.
(hoeveelheid tv-geweld/agressieve films)
o Afhankelijke variabele (AV) = de te meten variabele (geneigd
agressief gedrag te stellen)
 Controle groep = de groep die (bv.) filmmateriaal zonder geweld.
 Experimentele groep = de groep die de OV (bv.) filmmateriaal met geweld
toegediend krijgt.

 Causaal verband = als er een positief verband is tussen OV en AV.

 Empirische cyclus
1. Theorie
2. Hypothese
3. Dataverzameling

1

, 4. Beschrijvende analyse
5. Inductieve analyse



 A-B-C model
o Affectieve component – gevoelens
o Behavior – het manifeste gedrag
o Cognitieve aspecten – waarneming, geheugen

en denken

 De gedachten, gevoelens en handelingen van mensen
o Innerlijke gedragsaspecten
= objectief observeerbaar gemaakt worden door (in)directe weg.
o Directe weg
= een feitelijke keuze maken.
o Indirecte weg
= beoordelen van uitspraken.
Bv: hoe positief staan mensen tegenover mensen met een handcap:
hoeveel stoelen laten ze tussen deze mensen?

 De feitelijke, voorgestelde of geïmpliceerde aanwezigheid van anderen
o Feitelijke of directe aanwezigheid
= mensen die daadwerkelijk aanwezig zijn.
o Voorgestelde aanwezigheid
= je stelt jezelf voor wat anderen die niet aanwezig zijn denken van wat jij
doet.
Bv. je koopt een t-shirt en denkt na over hoe je vrienden/familie/… gaan
reageren op dat t-shirt.
o Impliciete aanwezigheid
= mensen die je niet kent/die iets hebben gedaan of gemaakt hebben
invloed op wat we denken, voelen en hoe we handelen. Gedrag wordt
gestuurd door onzichtbare instanties.
Bv. bij een reclame weet je niet wie je beïnvloedt maar die reclame heeft
wel invloed op hoe je denkt, voelt en hoe je handelt.

De eigen invalshoek van de sociale psychologie
 Onderscheid met sociologie
= aandacht voor de meer globale groepskenmerken van het gedrag.

 Onderscheid met algemene psychologie
= aandacht voor de algemene wetmatigheden, zonder oog te hebben voor de
specifieke sociale factoren.

 Onderscheid met ontwikkelingspsychologie
= beschrijven van de complexer wordende sociale interacties, zonder in te
gaan op de algemene wetmatigheden.

 Onderscheid met persoonlijkheidspsychologie
= aanvulling, andere wijze van verklaringen van de sociale psychologie, vaak
voor dezelfde fenomenen.



2

, Sociale psychologie: vooral oog voor externe factoren  belang van een
multidisciplinaire aanpak




Enkele belangrijke evoluties
Kenmerken van bij het ontstaan
 Een sterke experimentele traditie
o Beste toegangsweg om aan te tonen welke factoren invloed hebben.
o Storende variabelen kunnen gecontroleerd worden.
o Eerste sociaal psychologisch experiment in de 19 e eeuw  Norman
Triplett.
o + Ontstaan vanuit praktijkvragen die men wilde beantwoorden
o Experiment: zoveel mogelijk rondjes draaien met een vishengel, met
meerdere konden de kinderen het veel beter

 Nauwe band tussen theorie en praktijk
o Veel invloed uit WO2
 praktische problemen die opgelost moesten worden.
 Hoe het moreel van de troepen op peil houden?
 Hoe de burgerbevolking mobiliseren?
 Hoe de burgerbevolking aanzetten om zuinig om te springen met
voedsel en grondstoffen?
o Kurt Lewin: Veldtheorie = Vanaf 1950: een explosie aan theorieën
 nieuwe onderzoek om de theorie te toetsen.
Veel van de klassieke theorieën stammen uit de jaren ’50 en ’60.

Latere aandachtspunten
 Ethische aandachtspunten
o Mensen werden soms blootgesteld aan ethisch betwistbare handelingen.
bv. toedienen van electroshocks  gevangenisexperiment van Zimbarbo
o Internationaal werd er een deontologische code opgesteld
 Informeren van de deelnemer.
 Schriftelijke bevestiging van deelname.
 Na het experiment informeren.

 Culturele verscheidenheid
o Veralgemeenbaarheid van conclusies.
 vaak een onderzoek met studenten.
o Belang van replicatieonderzoek
= alles duidelijk noteren zodat het onderzoek op een identieke manier
herhaald kan worden.
o Crossculturele psychologie
= hoe worden bepaalde gedragsaspecten beïnvloed door de cultuur.
 Geert Hofstede
- Individualistische cultuur
- Collectivistische cultuur

 Belang van biologische factoren, gedrag wordt ook beïnvloed door biologische
factoren
o Evolutionaire psychologie, wat we bijvoorbeeld aantrekkelijk vinden
o Sociale neuropsychologie


3

,  Inschakelen van nieuwe technologieën
o Gebruik van computer voor het creëren van een virtuele wereld:
bv. onderzoek naar het kameleoneffect. = onbewust in gesprek met
iemand anders zijn houding overnemen  je begint deze persoon
sympathieker te vinden.


2.Groepsnormen
= de verwachtingen of voorschriften die leven binnen een groep over de wijze
waarop men zich tegenover een bepaald object dient op te stellen of te
gedragen.

 Verband houden met:
o Handelen
o Denken
o Voelen

Expliciet of impliciet
Impliciet: wanneer geef je een kus en wanneer een hand, wat mag ik voelen
binnen deze groep
Veel meer impliciete normen dan expliciet

Hoe normen ontstaan
Van bovenaf opgelegde normen
Vooral in groepen met een duidelijke hiërarchie:
 de ‘hoogsten’ leggen normen op die vlot de ingang vinden bij de hele
groep.

Bovenaf opgelegde normen in groepen waar geen hiërarchie is:
 bv. bij het blussen van een brand worden er instructies opgevolgd door
de commandant, na de brand heeft iedereen de vrije meningsuiting om te
zeggen wat er fout liep.

Normen die ontstaan binnen de groep
 Parlementair systeem
= normen als resultaat van overleg en rationele besluitvorming. = expliciet

 Normen als product van sociale vergelijking
= het geruisloos ontstaan van een gezamenlijke norm.
o Gebeurt in situaties als we niet weten hoe we ons moeten gedragen
 we proberen te komen tot een gezamenlijke kijk = sociale normering
o Non-verbale dialoog (we kijken naar het gedrag van de anderen) eerste
dag in de aula, waar ga ik zitten
o Experiment met autokinetisch effect (Muzafer Sherif)

Proefopstelling Evolutie van de individuele schattingen
Individueel Ontstaan van een individuele norm.
In groepjes van 3 Vorming van een groepsnorm.
Individueel De groepsnorm gebruiken als referentie.

EXPERIMENT lichtpuntje


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauramichiels. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62555 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen