Genetica Examenvragen Hoofdstuk 1
,De volgende 2 misvattingen hebben lang standgehouden:
1) erfelijke eigenschappen versmelting bij bevruchting
2) verworven kenmerken worden overgedragen naar de volgende generatie(s)
Bespreek de bestaande genetische mechanismen die mee aan de basis lagen van
het bedenken en in stand houden van deze misopvattingen
1) Versmelting van kenmerken
Bij de bevruchting zouden kenmerken versmelten in een zygote en niet meer uit elkaar
kunnen. Deze misopvatting heeft lang stand gehouden omdat men zag dat er intermediaire
overerving optrad als je bijvoorbeeld rode met witte rozen kruiste. Je kreeg dan roze rozen.
Echter is dit later verworpen omdat er bij sommige kruisingen kenmerken opdoken die niet
aanwezig waren bij de ouders, maar wel bij de grootouders. Er wordt daar dus een generatie
overgeslagen. Die zie je bijvoorbeeld als je kijkt naar de 1e wet van Mendel die later
opgesteld is, de afzonderingswet.
2) Verworven kenmerken worden overgedragen naar de volgende generatie(s)
Globaal wordt er gezegd dat verworven kenmerken niet overgegeven kunnen worden aan de
volgende generaties, maar er zijn nuances.
Het Lamarckisme zegt dat bijvoorbeeld giraffen een langere nek hebben omdat hun
voorouders hun nek steeds verder strekte. Dit is echter later verworpen.
Als we enkel kijken naar de epigenetica dan zouden overerfbare veranderingen niet in het
DNA zitten, dus ook niet overerven naar de volgende generatie.
, Wat is het verschil tussen een hemizygoot en een functionelee hemizygoot?
Een hemizygoot= een individu/cel met slechts 1 ipv 2 allelen voor een bepaald gen. Het
genotype wordt aangeduid als Dx of rx, waarbij de x staat voor een bepaald chromosoom. Of
krijg je D0 of r0, waarbij 0 staat voor het ontbreken van het allel. Bijvoorbeeld bij het
geslachtschromosoom bij de man XY
Een functioneel hemizygoot= individuen of cellen die voor een bepaald gen wel degelijk 2
allelen hebben, maar er is er maar 1 actief. Door functionele hemizygotie kan genomische
imprinting er toch voor zorgen dat in een heterozygoot het recessieve allel tot uiting zal
komen. →De ene wordt uitgezet en de andere aan. (Imprinting bij genen is een epigenetisch
fenomeen waarbij bepaalde genen in een organisme worden in- of uitgeschakeld, afhankelijk
van de ouder waarvan het gen afkomstig is.)
,De volgende 2 misvattingen hebben lang standgehouden:
1) erfelijke eigenschappen versmelting bij bevruchting
2) verworven kenmerken worden overgedragen naar de volgende generatie(s)
Bespreek de bestaande genetische mechanismen die mee aan de basis lagen van
het bedenken en in stand houden van deze misopvattingen
1) Versmelting van kenmerken
Bij de bevruchting zouden kenmerken versmelten in een zygote en niet meer uit elkaar
kunnen. Deze misopvatting heeft lang stand gehouden omdat men zag dat er intermediaire
overerving optrad als je bijvoorbeeld rode met witte rozen kruiste. Je kreeg dan roze rozen.
Echter is dit later verworpen omdat er bij sommige kruisingen kenmerken opdoken die niet
aanwezig waren bij de ouders, maar wel bij de grootouders. Er wordt daar dus een generatie
overgeslagen. Die zie je bijvoorbeeld als je kijkt naar de 1e wet van Mendel die later
opgesteld is, de afzonderingswet.
2) Verworven kenmerken worden overgedragen naar de volgende generatie(s)
Globaal wordt er gezegd dat verworven kenmerken niet overgegeven kunnen worden aan de
volgende generaties, maar er zijn nuances.
Het Lamarckisme zegt dat bijvoorbeeld giraffen een langere nek hebben omdat hun
voorouders hun nek steeds verder strekte. Dit is echter later verworpen.
Als we enkel kijken naar de epigenetica dan zouden overerfbare veranderingen niet in het
DNA zitten, dus ook niet overerven naar de volgende generatie.
, Wat is het verschil tussen een hemizygoot en een functionelee hemizygoot?
Een hemizygoot= een individu/cel met slechts 1 ipv 2 allelen voor een bepaald gen. Het
genotype wordt aangeduid als Dx of rx, waarbij de x staat voor een bepaald chromosoom. Of
krijg je D0 of r0, waarbij 0 staat voor het ontbreken van het allel. Bijvoorbeeld bij het
geslachtschromosoom bij de man XY
Een functioneel hemizygoot= individuen of cellen die voor een bepaald gen wel degelijk 2
allelen hebben, maar er is er maar 1 actief. Door functionele hemizygotie kan genomische
imprinting er toch voor zorgen dat in een heterozygoot het recessieve allel tot uiting zal
komen. →De ene wordt uitgezet en de andere aan. (Imprinting bij genen is een epigenetisch
fenomeen waarbij bepaalde genen in een organisme worden in- of uitgeschakeld, afhankelijk
van de ouder waarvan het gen afkomstig is.)
