Samenvatting van het hele boek Anatomie en fysiologie van de mens. Elk hoofdstuk met foto's en tekeningen.
Opgelet: andere boek dan de andere samenvattingen van anatomie die ik verkoop (ik ben bezig aan mijn tweede opleiding).
Anatomie
= ontleedkunde, wetenschap die de bouw van het menselijk lichaam onderzoekt
Fysiologie
= wetenschap over de functie van alle organen in het menselijk lichaam
Functionele anatomie
= wetenschap die verbanden legt tussen anatomie en fysiologie, tussen bouw en functie
Morfologie van de tanden
= leer over de vorm van de gebitselementen
Onderzoeksmethoden
▪ Inspectie
= de buitenkant van het lichaam observeren
▪ Palpatie
= met handen en vingers het lichaamsoppervlak aftasten
▪ Percussie
= aan buitenkant op deel van het lichaam kloppen om uit de hoogte van de toon een
indruk te krijgen over de toestand van het onderliggende weefsel
▪ Auscultatie
= luisteren met een stethoscoop naar geluiden die door het lichaam geproduceerd
worden
▪ Laboratoriumonderzoek
= onderzoek van weefsels en vloeistoffen
▪ RX- onderzoek
= door middel van röntgenstraling opnamen maken van de botten in het lichaam
= skeletportret
▪ CT- scan (computertomografie)
= aan de hand van röntgenstraling kunnen ook zachtere weefsels zichtbaar worden
gemaakt; de computer versterkt de verschillen in mate waarin weefsels de straling
absorberen
= doorsnede van het totale lichaamsdeel
▪ MRI (magnetic resonance imaging)
= in tunnel met sterke magneet => waterstofatoomkernen in het lichaam worden
gemagnetiseerd
= doorsneden
= lucht en weefsels die weinig of geen water bevatten => zwart
▪ Echografie/ echoscopie
= ultrageluidstrillingen => computer zet weerkaatste golven om in beeld
Bv. Doppleronderzoek: stroomrichting- en snelheid van het bloed in de bloedvaten
▪ Endoscopie
= verzamelnaam voor alle onderzoeken waarbij gebruik wordt gemaakt van een
optische sonde met mini- camera
= voor vrijwel alle holle organen en grote gewrichten
▪ ECG en EEG en EMG (elektrocardiogram en elektro- encefalogram en el-myogram)
= opgevangen elektrische signalen
1
, lOMoAR cPSD| 29499920
2. Cellen
Inleiding
Cellen zijn de kleinste eenheid waaruit ons lichaam is opgebouwd.
Anatomische term: basisbouwstenen
Fysiologische term: fundamentele stofwisselingseenheden
Metabolisme
= stofwisseling: alle biochemische reacties die in de cellen kunnen optreden
- Anabole reacties: kleine moleculen worden samengevoegd tot grotere
= opbouwstofwisseling => assimilatie
= kost energie
= meestal tijdelijk ingebouwd in de cellen
= gebruikt voor groei, onderhoud en reparatie van weefsels
- Katabole reacties: grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere
= afbraakstofwisseling => dissimilatie (aerobe/ anaerobe)
= energie komt vrij
= energievragende processen zoals beweging en warmteproductie
Verbranding
= afbraakreactie: energierijke stof (brandstof) reageert met zuurstof
= aerobe dissimilatie => altijd zuurstof nodig
Verbranding in de cel/ celademhaling
Doel: vrijmaken van energie => cel kan allerlei activiteiten uitvoeren
Brandstof: meestal glucose
Na verbranding: energie+afvalstoffen(koolstofdioxide: afvalgas+water: herbruikt in cellen)
Verbranding van glucose glucose + zuurstof => energie + water + koolstofdioxide
Verbranding van vetten vetten + zuurstof => energie + water + kd + afvalstoffen
Anaerobe dissimilatie energie + melkzuur + water
(bv in de spieren als veel
arbeid moeten verrichten:
melkzuur => snel afbreken)
Energie
Verbranding in cellen continu => cel beschikt voortdurend over energie
Energie meestal eerst opgeslagen door energierijke bindingen die worden gevormd
Adenosinefosfaat (ADP): stof die energie kan opladen (adenosine: eiwit + 2 fosfaatmolec)
Adenosinetrifosfaat (ATP): ook losse fosfaatmoleculen(P) in de cel => vrijkomen energie
door verbranding: toevoeging 3de fosfaatmolecuul aan ADP => energie opgeslagen
(energierijke binding) = ADP is nu opgeladen/ ATP bewaart de energie
Vorming ATP ADP + P + energie => ATP
Vrijmaken van energie uit ATP => ADP + P + energie
ATP- moleculen (zodra ergens in de cel energie nodig is, wordt 3de P
losgekoppeld en komt energie vrij)
2
, lOMoAR cPSD| 29499920
Enzymen
= reactieversnellers die zorgen voor de biochemische reacties in de cellen
- Altijd eiwitten
- Door lichaam zelf gemaakt
- Kunnen biochemische reacties razendsnel later verlopen
- Reactiespecifiek (voor elk soort reactie bepaald enzym)
- Temperatuurspecifiek (optimumtemperatuur: rond 37 graden)
- Zuurgraadspecifiek
- Worden niet verbruikt of chemisch veranderd bij reactie (kunnen opnieuw ingezet
worden)
- Meestal co- enzym nodig (helpt mee reactie goed te laten verlopen)
- Meestal genoemd naar de stof die ze splitsen of reactie die ze beïnvloeden
Bv: lipase splitst lipide (vet)/ amylase splitst amylum (zetmeel)
Bouw van de cel
Cel is gevuld met
= cytoplasma/ protoplasma: geleiachtig vocht: water + eiwitten, koolhydraten, vetten en
zouten
organellen: groot aantal structuren: gespecialiseerd in uitoefenen van bepaalde functie
cytosol: waterachtige bestanddeel
celmembraan/ plasmamembraan: dun vliesje dat het cytoplasma en meeste organellen
omgeeft
De celmembraan
= schermt de intracellulaire ruimt af van het omringde milieu in de extracellulaire ruimte
= zorgt ervoor dat er geen stoffen zomaar uitlekken of binnendringen
= bijna vloeibaar, vervormbaar en waterafstotend vlies
= 6- 10 nm dikte
Opbouw
- dubbele laag fosfolipiden: vetmolecuul met kop- en staartgedeelte
= zo gerangschikt dat vetstaarten van ene laag tegenover die van de andere liggen
→ kop: fosforverbinding => hydrofiel (wateraantrekkend)
= buitenlaag die cytoplasma en milieu buiten cel in contact zet
→ staart: vetverbinding => hydrofoob (waterafstotend)
= weggedraaid van de waterige intra- en extracellulaire ruimten
- cholesterolmoleculen: tussen fosfolipiden; aantal afhankelijk van type cel
= vetten met hydrofiele en hydrofobe kant
= verstevigen celmembraan en houden fosfolipiden bij elkaar (zonder: te zwak)
- eiwitmoleculen: dobberen in dubbele fosfolipidenlaag
= sommigen steken aan buitenkant uit; andere zitten onder en komen uit in
cytoplasma
=> receptoreiwit (soort antenne voor ontvangen van boodschappen)
- membraanporiën (afsluitbare kanaaltjes): transport van stoffen naar cytoplasma
- glycocalix: koolhydraten aan buitenkant van celmembraan gehecht aan eiwitten
3
, lOMoAR cPSD| 29499920
Figuur 2.1: De cel
Figuur 2.2: De celmembraan
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper acools. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.