2022
2023
IMMUNOLOGIE &
BINDWEEFSELFYSIOLOGIE
HOC
,1 INLEIDING
1.1 IMMUNOLOGIE
Immunologie: Het immuun- of afweersysteem is het verdedigingssysteem van een organisme tegen ziekte. De
functie is zowel externe als interne ziekteverwekkers te bestrijden.
Afweersysteem: beschermt het lichaam tegen infectieziekten door binnendringende micro-organismen zoals
bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Om die verdediging goed uit te voeren is het essentieel dat
afweercellen de ziekteverwekkers of kankercellen herkennen, en geactiveerd worden om ze onschadelijk te
maken.
• Rol afweersysteem:
o Bescherming tegen indringer van buitenaf (virussen, bacteriën, gif)
o Bescherming tegen ziekteprocessen in ons lichaam
VOORBEELD: kankers
o Signaalfunctie
1.2 FYSIOLGIE
Fysiologie: kennis van de natuur, studie van het normaal functioneren van levende organismen. De
pathofysiologie is de reactie van het lichaam bij niet-alledaagse situaties (dit loopt niet altijd goed af).
1.3 BINDWEEFSEL
Bindweefsel: bestaat uit het zachte deel in ons hele lichaam en vormt een aaneengesloten netwerk.
Bindweefsel bevindt zich om spieren, maar ook in spieren en in de spiervezels. Maar ook om organen, botten
en zenuwen en onder onze huid. Bindweefsel is als een soort lijm. Het houdt alles bij elkaar.
• Hoe ouder je wordt, hoe stijver je vaak wordt en hoe meer bewegingsvrijheid je kwijtraakt. Dit komt
vaak doordat bindweefsel zich samen bindt en er knopen in komen.
• Te weinig belasting, verkeerde belasting of overbelasting kunnen voor verklevingen in het
bindweefsel zorgen.
1.4 NIVEAUS VAN ORGANISATIE
Hematologie: bestudeert de afwijkingen in het bloed, in de lymfeklieren en in de bloedvormende organen
Endocrinologie: bestudeert de klieren die afscheiden (schildklier, hypofyse, alvleesklier, bijnieren)
1
,Urogenitaal: tot de organen van het urogenitale stelsel behoren de
nieren, de urineleiders (ureter), de urineblaas en de urinebuis
(urethra).
2 HOMEOSTASIS
Homeostase: proces waarbij organismen het interne milieu van chemische en fysische processen in evenwicht
houden, ondanks veranderingen in de omgeving waarin het organisme zich bevindt. Door homeostase kan een
organisme de functie van elk individueel orgaan aanpassen, waardoor aan de integrale behoefte van het
lichaam wordt voldaan. Als het organisme faalt in het onderhouden van homeostase kan het organisme
sterven.
• Interne omgeving blijft constant ondanks externe variabiliteit
• Cellen zijn opzich weinig adaptief
• Een organisme heeft hoge adaptatiemogelijkheden (aanpassingsmogelijkheid)
2.1 INTEGRATIE LICHAAMSSYSTEMEN
Het immuunsysteem is aanwezig in heel ons lichaam, om ons op alle mogelijke plaatsen te
beschermen.
In het lichaam is alles afgesteld om de homeostasis (~ evenwicht) te behouden, en om
het binnen bepaalde minima/maxima te houden.
Het adaptief vermogen van dieren is vaak groter dan die van mensen (daarom hebben
wij warme kleren nodig in de winter en kunnen katten door de sneeuw rollen zonder
weinig verschil te voelen).
In ons lichaam is er een continue uitwisseling van vloeistof:
2.2 TE CONTROLEREN FACTOREN VOOR BEHOUD HOMEOSTASE
• Concentratie H2O
• Temperatuur
• Concentratie O2
• Concentratie CO2
• Concentratie nutriënten
2
, • Concentratie afvalproducten
• Concentratie NaCl
• pH
• Bloedvolume + bloeddruk
REGELING LICHAAMSTEMPERATUUR
2.2 WERKING HOMEOSTASE
Communicatie tussen weefsel en organen via het ZS of door chemische stimulatie
1. Hypothalamus in het ZS registreert dat de homeostase uit balans is à chemische stimulatie
2. Chemische stimulatie gebeurt via transmitters
a. Hormonen: transmitters die via bloed worden vervoerd
b. Neurotransmitters: transmitters die verschillende delen van het zenuwstelsel met
boodschappen verzorgen
BEDREIGING HOMEOSTASE
Bij zowel intern als extern veroorzaakte ziekten, wanneer de homeostase is
verstoord, probeert het lichaam te compenseren.
Als de compensatie slaagt, wordt de homeostase hersteld.
Als de compensatie mislukt, kan ziekte of aandoening het gevolg zijn.
VOORBEELD:
• Internal change: hoge/lage bloeddruk, te hoog cholesterol,
ongecontroleerde celvermeerdering, diabetes, te hoge/lage hartslag, ...
3