Sommige bedrijfseconomische problemen kunnen al bestudeerd zijn in business science. Business
science is gebaseerd op onderzoek dat door academici is uitgevoerd. Net zoals andere
wetenschappers zijn bedrijfsonderzoekers empirici: ze baseren hun conclusies op empirisch
onderzoek.
Ongeacht of je straks onderzoek gaat (i) consumeren (reeds gepubliceerd onderzoek lezen dat van
toepassing is op jouw probleem), (ii) produceren (een nieuw onderzoek zelf uitvoeren), of (iii)
delegeren (een derde partij inschakelen om een onderzoek voor je uit te voeren), is het belangrijk
dat je de beginselen van bedrijfseconomisch onderzoek goed onder de knie hebt.
Bedrijfseconomisch onderzoek = Een systematisch proces van hypothesen toetsen door zorgvuldig
uitgevoerde data-analyses met als doel een manager te helpen een probleem te vermijden, op te
lossen of te minimaliseren.
- Bedrijfseconomisch onderzoek is een systematisch proces : Bedrijfseconomisch onderzoek
bestaat uit meerdere gerelateerde stappen. Het is systematisch omdat deze stappen
algemeen overeengekomen zijn.
- Bedrijfseconomisch onderzoek toetst hypothesen : Ongeacht of een studie nu wel of niet
start met het opstellen van hypothesen, zullen de empirische resultaten hetzelfde zijn. In een
studie zonder hypothesen kunnen deze resultaten echter ook een toevalstreffer zijn, in
plaats van bij te dragen tot een beter begrip van het probleem.
- Bedrijfseconomisch onderzoek houdt in dat er data worden verzameld en geanalyseerd:
Bedrijfseconomisch onderzoek is empirisch. Data kunnen op verschillende manieren worden
verzameld, bv. door vragenlijsten, experimenten, extractie uit interne databanken van
bedrijven (bv., klantgegevens), extractie uit overheidsdatabanken.
- Bedrijfseconomisch onderzoek is bedoeld om managers te helpen om betere beslissingen te
nemen: Betere beslissingen zijn evidence-based beslissingen: beslissingen die gebaseerd zijn
op een diepgaande en nauwkeurige analyse van de data.
Managers zijn (zoals alle mensen) vatbaar voor cognitieve bias. Een cognitieve bias is een onbewuste
denkfout. Het is een poging van onze hersenen om de complexe wereld te versimpelen en zo onze
besluitvorming te versnellen.
1. Confirmation bias: verwijst naar de neiging om alleen die informatie in overweging te nemen
die overeenstemt met je reeds bestaande overtuigingen. Bijvoorbeeld pessimisten die zich
alleen richten op het negatieve.
2. Availability bias (heuristiek): waarbij we een beslissing nemen op basis van informatie die
gemakkelijk beschikbaar is. Het is vaak zo dat gebeurtenissen die frequenter voorkomen
gemakkelijker worden herinnerd dan minder frequente gebeurtenissen; in dit geval is er
geen sprake van een availability bias.
3. What-You-See-Is-All-There-Is (WYSIATI) bias: door deze cognitieve bias vormen managers
meningen, sturen ze processen en nemen ze beslissingen zonder alle informatie te
onderzoeken, wat kan leiden tot minder goede beslissingen.
Predatory journals zijn journals die niet legitiem zijn en alleen gericht zijn op geld verdienen. Auteurs
moeten betalen en hebben publicaties zonder peer review. Hoewel dit geen perfecte maatstaf is, is
de kans groter dat een tijdschrift met een impactfactor van ten minste 1,0 legitiem is.
,Het onderzoeksproces
Bij een inductieve onderzoeksbenadering verzamelen onderzoekers eerst data. Vervolgens proberen
ze een patroon te vinden in deze data. Daarna ontwikkelen ze een theoretisch kader op basis van het
gevonden patroon.
Bij een deductieve onderzoeksbenadering
formuleren onderzoekers eerst hypothesen over
de relaties tussen variabelen. Ze doen dit op basis
van theorie. Deze hypothesen toetsen ze
vervolgens aan de hand van data.
Deze twee onderzoekstrategieën sluiten elkaar
niet uit. Ze worden soms samen gebruikt, binnen
één en dezelfde studie.
De figuur hiernaast toont de zeven stappen in een
deductief onderzoek.
1. Een afgebakend probleem
Een bedrijfseconomisch probleem doet zich voor wanneer een bedrijf geconfronteerd wordt met een
bedreiging (een lastige situatie die moet opgelost worden) of een opportuniteit (een situatie die
mogelijk verbeterd kan worden).
De meeste bedrijfseconomische problemen zijn erg complex. Geen enkele studie kan alles
onderzoeken. Het doel van een probleem af te bakenen is te focussen op een duidelijk gedefinieerd
onderdeel van het grotere probleem.
Naast de vereiste dat een bedrijfseconomisch probleem afgebakend of begrensd moet zijn, moet een
bedrijfseconomisch probleem alleen onderzocht worden als het ook relevant is.
- Academische relevantie: als een bedrijfseconomisch probleem al onderzocht is en de
oplossing al eerder is gegeven in eerdere onderzoeken.
- Praktische (Managerial) relevantie: iemand moet baat hebben dat het probleem onderzocht
wordt.
2. Onderzoeksvragen formuleren
De centrale vraag die een onderzoek probeert te beantwoorden wordt ook wel de probleemstelling
genoemd. Een goede probleemstelling is:
1. Een open vraag: Drie manieren om een open vraag te stellen zijn
door te starten met “wat”, “hoe” of "in welke mate."
2. die de unit of analysis van de studie identificeert: de entiteit die
het onderzoek bestudeert; het is de focus van de studie. De
entiteiten die een studie bestudeert, worden meestal subjecten
genoemd. Bijv.: individuen, bedrijven, groepen, ‘dingen’,
geografische eenheden.
a. De unit of analysis kan een lager of hoger aggregatie
niveau hebben (bij elkaar opgeteld).
, 3. die geformuleerd is in termen van variabelen en relaties: een variabele moet minstens twee
waarden of levels aannemen in een onderzoek (bijv. winstgevend of niet winstgevend).
Variabelen kunnen op drie manieren variëren:
a. Tussen subjecten (bijv. personen, producten, bedrijven etc.).
b. Doorheen de tijd binnen hetzelfde subject (bijv. factoren van sociaal contact is
verandert over loop van tijd).
c. Tussen subjecten én doorheen de tijd.
Wanneer iets wat zou kunnen variëren maar één level heeft in een studie, is het geen
variabele maar een constante.
Een probleemstelling drukt de relatie tussen minstens twee variabelen uit.
Meestal worden probleemstellingen niet alleen geformuleerd in termen van de relatie tussen twee
variabelen, maar wordt ook aangegeven hoe de relatie tussen deze twee variabelen afhangt van een
derde variabele (een zogenaamd modererend effect).
In plaats van één veel te complexe vraag (de probleemstelling) te formuleren, formuleren
onderzoekers meerdere deelvragen. Deze deelvragen noemen we onderzoeksvragen.
We raden je aan om je probleemstelling en onderzoeksvragen te formuleren als correlationele in
plaats van causale beweringen. Veel empirische studies laten het niet om toe om causale uitspraken
te doen op basis van de resultaten. “Related to”, “the relationship between”, “depend on” laten zien
dat er een correlatie is. Als dit soort woorden gebruikt worden in je problem statement, is er sprake
van een correlatie studie.
3. Theoretisch kader ontwikkelen
Elk onderzoek bouwt verder op bestaand werk. Het doel van een literatuuroverzicht is om een
overzichtelijk beeld te geven van de belangrijkste studies over een bepaald onderwerp.
Een conceptueel model legt dus uit welke variabelen er in een studie zijn opgenomen (en waarom ze
zijn opgenomen) en hoe deze variabelen aan elkaar gerelateerd zijn.
- Dependent (criterion) variables: the variable of primary interest.
- Independent (predictor) variables: influences the dependent variable.
- Mediating (intervening) variables: explains the mechanism at work between X and Y.
- Moderating (interaction) variables: alters the strength and sometimes even the direction of
the relationship between X and Y.
- Controlling variables.
Main effect is het directe effect wat de independent variabele heeft op de dependent variabele.
Merk op dat een moderatorvariabele soms ook een direct effect op de afhankelijke variabele kan
hebben, bovenop het modererend effect op de relatie tussen de onafhankelijke en de afhankelijke
variabele.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fleurverheij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.