Je bent in staat nabije, doelgerichte en planmatige; begeleiding te geven afgestemd op waardenoriëntaties, behoeften, mogelijkheden en specifiek gedrag van betrokkene(n). Je bent in staat volgens de professionele standaard een begeleidingsplan te schrijven.
1 Het in kaart brengen van de cliënt............................................................................................................... 4
1.1 Een doelgroep beschrijving............................................................................................................................4
1.1.1 Wonen en leefomstandigheden.............................................................................................................4
1.1.2 Sociaal functioneren...............................................................................................................................4
1.1.3 Praktische zelfredzaamheid, participatie en sociale redzaamheid........................................................4
1.1.4 Lichamelijk welbevinden........................................................................................................................4
1.2 Situatie analyse..............................................................................................................................................5
1.2.1 Korte beschrijving van de methodiek die van toepassing is op de cliënt...............................................5
1.2.2 Korte beschrijving van het specifieke gedrag aan de hand van een ordeningsmodel...........................5
1.2.3 Welke wensen, behoeften en krachten heeft J.K...................................................................................6
1.2.4 Twee waardeoriëntaties van J.K. die belangrijk zijn in de begeleiding..................................................6
1.3 De overeenkomsten en verschillen tussen het cliëntprofiel en de cliënt........................................................7
3. Onderbouwing begeleidingstraject (max. 3 A4)........................................................................................11
3.1 Veranderingsproces van de cliënt................................................................................................................11
De veranderingen aan de hand van de vier niveaus van psychosociaal functioneren.................................11
Afweermechanismen die een rol kunnen spelen tijdens het veranderingsproces.......................................11
3.2 Eigen agogisch handelen als agoog:............................................................................................................12
3.3 Koppeling theorie:........................................................................................................................................12
Bijlage......................................................................................................................................................... 17
1.1 Een doelgroep beschrijving..........................................................................................................................17
1.2.2 Zelfredzaamheidsmatrix...........................................................................................................................17
2
Denise Werring
,Inleiding
Deze opdracht is onderdeel van de opleiding HBO Social Work. In deze opdracht wordt er een
begeleidingsplan opgezet voor een cliënt die woonachtig is op de locatie waar ik werk. Zij zal J.K.
genoemd worden om zo de privacy te waarborgen. J.K. is een vrouwelijke cliënt van 53 jaar en ze
heeft een matig verstandelijke beperking, in dit verslag zal dat afgekort worden als: MVB. J.K.
functioneert op een emotionele ontwikkelingsleeftijd van tussen de 6 en 36 maanden. J.K.
functioneert in fase twee en drie. Volgens Cordaan (2008) is dit de eerste socialisatiefase waarbij het
hechtingsproces centraal staat en de eerste individuatiefase waarbij autonomie en individuatie
centraal staat.
J.K. is een vrolijke cliënt en ze is erg nieuwsgierig naar wat er allemaal gebeurt in haar omgeving. Ze
vind het fijn om het gevoel van regie te hebben over haar leven. Ook vind ze het fijn om dingen
samen te doen en hierbij complimenten te ontvangen. J.K. heeft veel meegemaakt in haar leven en
deze gebeurtenissen hebben tot vandaag toe nog invloed op haar en de begeleidingswijze die ze
nodig heeft. Door deze gebeurtenissen is er sprake van hechtingsproblematiek en mogelijk trauma.
Echter is de formele diagnose reactieve hechtingsstoornis niet vast te stellen, omdat het niet volledig
duidelijk is wat er in het verleden plaatsgevonden heeft. Het is wel duidelijk dat er sprake is van een
onveilige hechting wat lijkt op een gedesorganiseerde hechting hierbij heeft ze geen vertrouwen in
zowel zichzelf als in anderen.
Voordat het begeleidingsplan besproken zal worden kunt u een doelgroep beschrijving lezen om zo
duidelijk te krijgen om wat voor cliënt het gaat waarna een situatieanalyse geschetst zal worden.
Nadat het begeleidingsplan beschreven wordt zal een onderbouwing van het begeleidingstraject
gegeven worden waarbij er onder andere ingegaan wordt op verschillende verandertheorieën en
mijn eigen agogisch handelen.
3
Denise Werring
, 1 Het in kaart brengen van de cliënt
1.1 Een doelgroep beschrijving.
Bij deze doelgroepomschrijving omschrijf ik mensen met een matig verstandelijke beperking.
Hiervoor heb ik onder andere gebruik gemaakt van de niveauaanduiding MVB volgens de
Prinsenstichting.
1.1.1 Wonen en leefomstandigheden.
Er wonen in Nederland ongeveer 68.000 mensen met een matige of ernstige verstandelijke
beperking. Mensen met een matige verstandelijke beperking wonen vaak bij een instelling.
Uit onderzoek met 430 deelnemers met een lichte en matige verstandelijke beperking is gebleken
dat 53% van de deelnemers samen wonen met andere met een verstandelijke beperking. Hiervan
woont 88% in grootschalige woonvoorzieningen met meer dan vier mede cliënten. (Vos et al., 2017)
Mensen met een matige verstandelijke beperking hebben meer tijd nodig om zelfstandig te kunnen
worden met het uitvoeren van huishoudelijke taken. (Prinsenstiching, z.d.)
1.1.2 Sociaal functioneren.
Volgens de niveau aanduiding MVB van de Prinsenstichting kan er duidelijk een verschil te merken
zijn in het sociaal en communicatief gedrag. (Prinsenstiching, z.d.)
De cliënten vertonen duidelijke problemen gedurende de gehele ontwikkeling op het gebied van
sociaal en communicatief gedag. De relaties kunnen beïnvloed worden door de sociale en
communicatieve beperking en hierbij is vaak ondersteuning nodig. (Pensioen & Plas, 2014)
Mensen met een matig verstandelijke beperking worden vaak overschat, omdat ze verbaal sterk
lijken. Dit komt doordat er sprake is van analfabetisme. (Trigt, 2015)
1.1.3 Praktische zelfredzaamheid, participatie en sociale redzaamheid.
Cliënten met een MVB hebben ondersteuning nodig bij het toepassen van zowel schoolse
vaardigheden als bij huishoudelijke en werk/dagbesteding gerateerde taken. (Prinsenstiching, z.d.)
De cliënten kunnen ADL handelingen aanleren, maar dit kost wel veel oefening en tijd. Soms blijft er
ondersteuning nodig op dit gebied. Werken is mogelijk voor mensen met een matig verstandelijke
beperking, maar hierbij moeten er wel beperkte communicatieve vaardigheden vereist worden en er
moet genoeg ondersteuning aanwezig zijn. Dit geldt ook in de vrijetijdsbesteding. (Pensioen & Plas,
2014)
Mensen met een verstandelijke beperking lopen een hoger risico op slachtoffer van seksueel
misbruik. Volgens Nederlands onderzoek blijkt dat 23% mannen en 61% vrouwen met een
verstandelijke beperking ooit seksueel overschrijdend gedrag meegemaakt hebben. Dit varieert van
op een vervelende manier aangeraakt worden tot verkrachting. (Coppus & Largo-Janssen, 2017)
1.1.4 Lichamelijk welbevinden.
Mensen met een verstandelijke beperking zijn niet altijd in staat om hun lichamelijke klachten te
uiten. Ze hebben hun omgeving nodig om ziekte en ongemak te signaleren. Specialisten controleren
de cliënten en behandelen ze als dit nodig is. Ook adviseren en ondersteunen ze zowel de cliënten als
de verzorgers. (Medische zorg, z.d.) De huisarts wordt ook vaker bezocht door mensen van boven de
vijftig jaar met een verstandelijke beperking. (Cardol et al., 2011) Volgens Prinsenstichting (z.d.) is het
voor mensen met een matigverstandelijke beperking mogelijk om zelfstandig te worden in hun
persoonlijke verzorging, maar hier is vaak veel tijd voor nodig.
4
Denise Werring
, 1.2 Situatie analyse.
1.2.1 Korte beschrijving van de methodiek die van toepassing is op de
cliënt.
Voor de begeleiding van J.K. wordt er gebruik gemaakt van de methodiek Gentle Teaching. Deze
methodiek is gebaseerd op de psychologie van de wederzijdse afhankelijkheid en hier hangen vier
pijlers aan vast: veilig, geliefd, liefdevol en verbinding voelen. Deze pijlers moeten terug te zien zijn in
de begeleiding, als dit terug te zien is heeft dit een positief effect op de relatie tussen de begeleiding
en in dit geval J.K.
(Tulp, 2019)
1.2.2 Korte beschrijving van het specifieke gedrag aan de hand van een
ordeningsmodel.
De zelfredzaamheidsmatrix heb ik vast gelegd op 01-10-2022, een aantal punten van de matrix
kunnen per dag verschillen, dit ligt aan verschillende factoren. Hier bespreek ik twee van de 13
domeinen van de zelfredzaamheidsmatrix, die het laagst gescoord hebben. Alle twee de domeinen
die ik hier ga spreken heb ik gescoord met het cijfer drie: beperkt zelfredzaam wat betekend dat de
begeleiding kan verbeterd worden.
In de bijlage 1.2.2 kunt u het gehele ingevulde ordeningsmodel vinden.
Tijdsbesteding: 3; in het weekend zijn er momenten waarin er verbetering mogelijk is in de
begeleiding. J.K. heeft begeleiding nodig voor tijdsbesteding buiten de activiteiten om die in haar
kamer plaatsvindt. Dit is te zien aan dat ze regelmatig in haar deuropening staat. Op die momenten
zou zij samen met begeleiding kunnen fietsen, wandelen, spelletjes doen, etc.
Huidvesting: 3; J.K. krijgt begeleiding op de woning, in de nacht is er een nachtdienst waarop zij terug
kan vallen verder is er overdag altijd iemand aanwezig. Echter is er op dit moment veel wisseling in
begeleiding en zijn er nieuwe begeleiders waar J.K. zich nog niet veilig bij voelt, daarom is er op dit
punt nog verbetering nodig.
(Lauriks et al., 2016)
Draagkracht-draaglast analyse:
Aan de hand van het model van de draagkracht-draaglast analyse kan je inzichtelijk maken waarom
een situatie te veel kan zijn voor een persoon. Je kan het model zien als een weegschaal, als de
draaglast zwaarder weegt dan de draagkracht kunnen er problemen ontstaan. Als de weegschaal
gelijk staat of je draagkracht zwaarder is dan de draaglast is dat een goed teken, je voelt je prettig en
je kan beter met tegenslagen om gaan.
(Draagkracht-draaglast analyse, 2019)
Op welke gebieden gaat het goed Op welke gebieden gaat het minder goed.
Zelfstandig lopen van A naar B, bijvoorbeeld het De ochtenden: Er zijn 2 begeleiders in de ochtend, maar die
lopen van de ene dagbestedingslocatie naar de van J.K. is later als de andere. J.K. vind het dan lastig dat dit
andere of naar het zwembad lopen vanaf de woning. betekend dat andere cliënten wel contact hebben, ze kan zich
dan afgewezen voelen.
Vrije tijd activiteiten door de weeks, bijvoorbeeld: Tijdsbesteding in de weekenden: J.K. heeft begeleiding nodig
bijvoorbeeld het banen zwemmen, judo of fietsen voor tijdsbesteding buiten de activiteiten om die in haar
met beweging. kamer plaatsvindt. Dit is te zien aan dat ze regelmatig in haar
deur opening staat. Op die momenten zou zij samen met
begeleiding kunnen fietsen, wandelen, spelletjes doen, etc.
Taken binnenshuis, dit kunnen dingen zijn zoals Spanning rondom onveiligheid: op dit moment is een nieuwe
helpen bij het koken of het wegbrengen van de gebeurtenis bijvoorbeeld de verandering van de tijd waarop
waszakken. haar judo les wordt gegeven en de samenstelling van de
groep. Zo een nieuwe gebeurtenis kan onveilig zijn.
Overschatten: J.K. wordt vaak overschat, er wordt gedacht dat
5
Denise Werring
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper denisewerring. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.