2022_2023
INLEIDING TOT ECONOMISCH RECHT
.
,Inhoud
Inleiding cursus + inleiding tot het recht
o Pg 1-13, 15-16, 42-46
Publiek recht
o Pg 14 en 17-41
BV: buitencontractuele aansprakelijkheid
o Pg 95-104
BW: overeenkomsten
o Pg 47-95
o p. 60: niet: actieve hoofdelijkheid (wel: passieve hoofdelijkheid) en ondeelbaarheid
o p. 64 niet: onderscheid tussen wettelijke, gerechtelijke en conventionele schuldvergelijking (wel:
o begrip en functie van schuldvergelijking !)
o §2 (Schuldvernieuwing) op p. 63 en §4 (Schuldvermenging) op p. 65: enkel te lezen
BW: vertegenwoordiging
o Pg 92-95
Vermogen (onderscheid zakelijk en persoonlijke rechten)
o Pg 104-124
Deel II
Begrippen
o Nr 1-, 34, 58 lezen/ 34 niet
Venootschapsrecht : NV en BV
o nr 74-, 133, 140-141 lezen/ 98 niet
Vereffening, faillissement, wco
o nr 484 – 565/ 488-489, 513/
o geen leerstof: 500-501, 509-512, 524, 526, 529-530, 535-538, 542-543, 544-565
o nr 566-590 enkel in mate van les besproken
o geen leerstof: 569-570, 572-573, 581-583, 587
1
,Verbod op eigenrichting = verbod om het recht in eigen hand te nemen of om zelf voor rechter te spelen
bv de bal ligt bij de buren, je mag deze pas halen indien je buurman deze niet wil terug geven.
Verschil tussen recht hebben en recht afdwingen => in realiteit mag je dit dus niet => eerst politie
Politie komt pas tussen bij:
een misdrijf.
Openbare orde in gedrang houden
misdrijf = onrechtmatigheid waar een straf op staat
Straf = een sanctie die leed oplegt, harder dan sanctie; boete, rechte afnemen, gevangenis,…
Sanctie = opgelegde maatregel bij ongewenst gedrag
Doel burgerlijke sanctie => om de onrechtmatigheid terug te draaien.
Bij een voorval met schade moet de partij die de schade maakte deze herstelling betalen => sanctie
onrechtmatighede Strafwetboek geeft aan hoelang de opgelegde
n straffen moeten zijn
Misdrijven => straf
Wat als de schuldenaar niet vrijwillig nakomt?
Geen geweld
Politie doet niets
Naar de rechtbank
schuldeiser stelt schuldenaar in gebreke
Schuldeiser (“eiser”) stelt vorderingen in tegen schuldenaar (“verweerder”) voor rechtbank
Dagvaarding = formele brief door de gerechtsdeurwaarder waarin staat wanneer,
waar en hoelaat u aan de rechtbank moet zijn en om welke redenen
Veroordeling bij verstek ( = rechtbank geeft eiser gelijk “met de ogen dicht”)
Eiser verkrijgt, indien hij gelijk wordt gesteld, van rechter een vonnis dat verweerder
veroordeelt om iets te doen => geld is gemakkelijk en is meestal de oplossing
Kenmerken Vonnis
gezag van gewijsde ( = vonnis =res judicata ) => doen alsof de rechter gelijk heeft
als het vonnis niet wordt nagekomen sterke hand bieden => met geweld
deurwaarder komt 1ste keer langs
deurwaarder legt beslag 2de keer ( noteert wat u van waarde heeft om dit te verkopen
indien je niet opendoet voor de deurwaarder komt er de sleutelmaker en politie.
Bij verzet zal u eerst vriendelijk gevraagd worden om te kalmeren => anders geweld
afdwinging met geweld => anders geen recht
bij wettige zelfverdediging mag u wel geweld gebruiken. ALLEEN BIJ FYSIEK /
MENTAAL GEVAAR .
Bv als u dader weg gaat moet u er ook niet achter gaan want je moet het gevaar
ook voorkomen. Bij diefstal in eigen winkel mag u niks doen om bv uw goederen te
beschermen van diefstal
H1: het begrip recht
Recht = dwang en geweld => monopolie bij overheid die getekend is door regels
2
,-> overheid is zelf aan het recht onderworpen
-> uitvaardigen, toepassen en afdwingen door geregelde procedures
=> scheiding der machten (wetgevende, uitvoerende, rechterlijke)
onafhankelijke rechtelijke macht (wet toepassen) => beleidsvrijheid
o Democratie: indirecte deelname van het volk aan uitvaardigen van regels
o Grondrechten; fundamentele rechten en vrijheden => grondwet dat door een bijzondere
procedure veranderd kan worden, EVRM ( Europees verdrag voor de rechten van de mens)
wantrouwe staat vanwege ons zelf wantrouwen
wie handelt (bevoegdheid) en hoe er gehandeld wordt (procedure) is van belang
vertraagde en versnipperde procedure voor regels => niet goed in crisis want dan snel handelen
(“regels niet volgens het boekje maken”)
RECHT ≠ WET (beslissing van de wetgever)
Wet is een onderdeel van een recht
Bronnen recht
1. wet: in formele of in materiële zin=> wetten gemaakt door federale overheid
2. Decreet = regionale overheden dragen decreten uit
3. Ordonnantie = wetgevende bepaling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
4. Koninklijk besluit BK = besluit van de regering, koning tekent dit is als 1 ste maar is hier niet
verantwoordelijk voor
5. Ministerieel besluit MB = verantwoordelijke federale minister zorgt voor verdere
detailmaatregelen van MB
6. Rechtspraak= wat de rechters doen => rechtspreken, beslissing in rechtszaak
7. Gewoonte recht (recht gebaseerd op gewoonte) = regels omdat vorige generaties deze ook deden
maar zijn nergens te vinden in codex
8. Algemene rechtsbeginsel! = beginselen die bestaande wetgeving aanvullen ook al staan de
beginselen niet in de wetboeken opgenomen {motiveringsbeginsel, rechtszekerheidsbeginsel}
9. Rechtsleer = verdediging stellingen
10. Verdrag = internationale bronnen: manier om afspraken vast te leggen met andere landen /
organisaties
11. Vorderingen = eis / afspraak op iets => vordering tot betaling van schade
Bindend: staat in de wet dus moet gevolg worden
Gezaghebbende: moet niet altijd gevolgd worden
Indien gedrag in vraag wordt gesteld beslist de rechter over jou uitspraak
=> “ low is a prediction of what a judge will decide”
=> “low is what the judge had for breakfast”
Voorspelling vonnis: rechter zijn geschiedenis bekijken
kleding client, humeur rechter, welke vertegenwoordiging, manier hoe client overkomt => dingen
die een rechter beïnvloeden
recht is altijd onzeker, nooit helemaal duidelijk
regels spreken kunnen elkaar heel vaak tegen
3
, Gratianus: concordia discordanium canonum: boek waarin kerkelijke rechtsregels staan die elkaar
tegenspreken
recht is niet zeker
geen dik boek met alle regels erin ( niet praktisch, niet conceptueel)
vele verschillende normen, die soms conflicteren => sommige regels staan hoger opgeschreven
waardoor er een conflict is tussen 2 wetten: hogere wet wint
soms geen regels om conflicten op te lossen
normen dienen geïnterpreteerd te worden
standaarden: simpele, heldere regels => maar jurist kan deze toch anders gaan
interpreteren om zo een andere uitkomst te krijgen
geen regels die met zekerheid conflict beslechten
er zijn interpretatieregels
voorbeelden
mini-koningskwestie (1990)
wet die wordt goed gekeurd door parlement met wisselwerking (niet iedereen was akkoord
maar wet gaat toch door)
kamer en senaat => naar de koning voor tekening kan niet weigeren
Koning Boudewijn weigert toch te tekenen, heel veel wantrouwen tegen Boudewijn tijdens
de oorlog: volk wil dat hij weg gaat maar wil niet aftreden
Politieke onmogelijkheid => nieuwe regent Karel, geen nieuwe voogdij (1944-1950)
o Art 93 Grondwet (oud art. 82): indien koning in onmogelijkheid verkeert te
regeren roepen ministers de Kamers bijeen. De verenigde Kamers krijgen
voogdij en worden in het regentschap voorzien
Wilfried martens met kabinet chef: koning in morele onmogelijkheid om te regeren
1990 => beslist door de raad van Verenigde Ministers
Er worden geen voogden of regent aangesteld => taken gaan naar de raad van verinnigde ministers
(tekenen). Het is dus met een creatieve manier omgaan met de wet
Affaire Marie Popelin (1888)
Pionier feminisme van België, 1 ste vrouwelijk afgestuurde in doctor recht (uni
Brussel)
Wil advocaat worden MAAR vrouw dus voldoet niet aan de voorwaarden voor
advocaat
Gaat naar de rechtbank en hof van beroep: er staat nergens dat een advocaat
een man moet zijn maar door de interpretatie is dit van “zelfsprekend”
Word toch geweigerd want het is “logisch” dat een vrouw geen advocaat wordt
-> daar moet geen wet voor gemaakt worden
Na de oorlog wordt ze pas toegestaan aan de balie
1ste vrouwelijke magistraten komen pas na de 2de wereldoorlog
Vrouwelijk stemrecht: 1948 (socialisten waren tegen, katholieken waren voor)
Tot 1950; vrouw die huwde werd onbekwaam en man werd voogd => het
hebben van rechten maar deze niet mogen gebruiken
o Hof van beroep van Brussel (12 december 1888)
Kiekenkot – arrest (27 april 1999)
4
, Koninklijkbesluit KB over voorwaarden voor uitoefening beroep restaurateur (iemand die
restaurant uitbaat)
Je kan niet zomaar een restaurant uitbaten zonder voorwaarden
maaltijden aanbieden = diploma tot kok (frieten )=> behalve bij lichte maaltijden die door KB
beschouwd worden!
Opsomming in KB van lichte maaltijden (spaghetti, soepen, vol au vo, pizza,….)
BVBA het kiekenkot: serveert gebraden kip met brood => maar kip is geen lichte maaltijd (KB) =>
overtreding wet want geen kok, vervolging uitbater
Veroordeling maar beroep: want in vol au vo zit kip en dit is moeilijker dan kip en spit en hij krijgt
gelijk door hof van beroep van Brussel
Hof van Cassatie reageert; vol au vo is niet perse een gerecht met kip erin maar wel met
gesneden vlees
Recht= de door de overheid georganiseerde ordening van menselijk gedrag (uitwendig) in de samenleving
Via normen (wat is verboden?) en die gehandhaafd worden door sancties (in het recht bepalend)
= objectief (het )recht: geheel van regels dat uiterlijke gedraging van mensen die in een maatschappij
leven regelt en dat wordt afgedwongen door de overheid
= subjectief (een, mijn, zijn) recht: door (objectief) recht beschermde aanspraken op andermans gedrag
Wet
= in formele zin: beslissing van een wetgevende macht => alles met wet (wetboek)=> voor iedereen
Als er wet staat is het altijd formeel en dus ook automatisch materieel
= in materiële zin; algemene rechtsregels met onpersoonlijk karakter => door de overheid uitgevaardigde
regel die voor iedereen geldt => voor individuen
Het recht; objectief
Wet in materiele zin: regels uitgevaardigd door overheid,
wet, decreet, ordonantie
Administratieve rechtsnorm
Wet in formele zin
RECHTSBRONNEN
5