HOOFDSTUK 1: PERSONEN MET EEN VERSTANDELIJKE BEPERKING
1. TERMINOLOGIE
Uitgangspunt terminologie weerspiegelt de kijk op mensen
Vroeger personen met een mentale handicap
Nu personen met een verstandelijke beperking
Mentale beperking/handicap
2. ETIOLOGIE EN CLASSIFICATIE
Etiologie= oorzaken
Ø In 40% vd gevallen is de oorzaak niet gekend
Ø Verstandelijke beperking is multifactorieel bepaald. (zie tabel)
Ø Classificatie: Lijst van syndromen
Klinefelter syndroom
Down syndroom (chromosomale afwijking)
Fragiele X syndroom
Rett syndroom
PRENATAAL
Chromosomale afwijkingen
Syndromen
Biomedische factoren Metabole stoornissen
Cerebrale dysgenesis
Ziekte bij moeder
Leeftijd vd ouders
Armoede
Sociale factoren Ondervoeding bij de moeder
Huiselijk geweld
Tekort aan toegang tot prenatale zorg
Alcohol- en druggebruik door ouders
Gedragsfactoren Ouders en roken
Ouderlijke onvolwassenheid
Tekort aan voorbereiding op het
Opvoedingsfactoren ouderschap
Ouders met een verstandelijke beperking
die geen ondersteuning krijgen
PERINATAAL
Prematuriteit
Biomedische factoren Neonatale stoornissen
Geboortetrauma’s
,Sv BEP 1e Sem. Orthopedagogie
Sociale factoren Tekort aan toegang tot zorg bij de geboorte
Gedragsfactoren Ouders willen de zorg niet opnemen
Ouders verlaten het kind
Ontbreken van doorverwijzing nr
Opvoedingsfactoren ondersteunende diensten bij het verlaten
vh ziekenhuis
POSTNATAAL
Hersentrauma’s
Ondervoeding
Biomedische factoren Meningo-encefalitis
Stoornissen samenhangend met
epileptische toevallen
Degeneratieve stoornissen
Hij/zij die zorg draagt, heeft een beperking
Tekort aan adequate stimulatie
Sociale factoren Familiale armoede
Chronische ziekte in de familie
Institutionalisatie
Kindermisbruik en verwaarlozing
Huiselijk geweld
Gedragsfactoren Inadequate veiligheidsmaatregelen
Sociale deprivatie
Moeilijk gedrag van kinderen
Uitgestelde diagnose
Niet-adequate vroegbegeleiding
Inadequate familiale ondersteuning
Opvoedingsfactoren Inadequate specifieke ondersteuning voor
persoon met een beperking en zijn/haar
omgeving
Ouders met beperkingen
3. PREVALENTIE
= hoeveel personen met verstandelijke beperking zijn er in België en over de hele wereld
Ø 1 tot 3% van de totale wereldbevolking
Ø Hogere prevalentie in lageloonlanden
Armoede
Gebrek of eenzijdige voeding
Gebrek aan gezondheidszorg
Ø Moeilijk te meten? Waarom?
= definitie bepaald veel, cijfers zeggen weinig als je niet weet welke definitie wordt
gehanteerd
= in globale Zuiden zijn er veel kinderen niet geregistreerd moeilijk zicht
,Sv BEP 1e Sem. Orthopedagogie
4. DEFINITIE ‘VERSTANDELIJKE BEPERKING’
2 belangrijke organisaties:
1. APA = American Psychiatric Association
2. AAIDD= American Association on Intellectual and Developmental Disabilities
Voorgaande modellen:
Vroeger: verstandelijke beperking is een beperking in het intellectueel functioneren (=defect
staat centraal).
Ø Licht IQ lager dan 70 (85%)
Ø Matig IQ lager dan 55
Ø Ernstig IQ lager dan 40
Ø Diep IQ lager dan 20
Maar deze indeling is nu voorbij gestreefd hoewel er nog vaak gebruik wordt van gemaakt
in de praktijk.
Vandaag: we hanteren de definitie van de AAIDD met 4 elementen:
1. Er is een beperking in het individueel functioneren binnen een context met
verwachtingen
2. De persoon functioneert beneden het gemiddeld op cognitief vlak (IQ <70)
3. De persoon functioneert beneden het gemiddeld op adaptief gedrag
4. Het is een ontwikkelingsproblematiek (niet verworven) met een vertraagde of
geblokkeerde ontwikkeling tot 22 jaar.
Wanneer de beperking optreedt na 22 jaar (= verworven) spreken we over mensen
met NAH (=niet aangeboren hersenletsel)
5. BEELDVORMING
, Sv BEP 1e Sem. Orthopedagogie
Redeneren, plannen, een probleem
Verstandelijke beperking oplossen, abstract denken, snelheid van
leren
Lichamelijke gezondheid (bv hart, longen)
Gezondheid
Psychische gezondheid (bipolaire stoornis,
depressie, gedragsproblemen)
Conceptueel adaptief gedrag: lezen,
schrijven, geldbesef, kloklezen, taal
begrijpen en zich uitdrukken
Praktisch adaptief gedrag: eten,
verzorging, aandacht voor veiligheid,
koken, GSM gebruik, bus/trein nemen,
medicatiegebruik
Neemt de persoon deel aan het
Participatie, interactie & sociale rollen familiegebeuren, aan het buurtleven, aan
de maatschappij en hoe?
Micro: aanvaardt hij zichzelf? De naaste
omgeving? Hoe is zijn karakter en zijn
achtergrond? Wat heeft hij meegemaakt
(levensgeschiedenis)?
Context Meso: aanvaardt de buurt/ de school/de
scouts de persoon?
Macro: geeft de samenleving kansen aan
de persoon? Wat doet de overheid voor
deze doelgroep?
De vraag die we ons als opvoeder/begeleider steeds moeten stellen:
Ø Is er sprake van ‘goodness of fit?’
Of
Ø In welke mate zijn de verwachtingen en eisen vd omgeving aangepast aan de
mogelijkheden en beperkingen vd persoon
Ø Wat kunnen wij doen om te komen tot een betere ‘goodness of fit’
o Ondersteuningsplan
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MelanieVanMeenen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.