Psychologische en psychopathologische aspecten van de
voortplanting: inleiding (Les 1: 26/09)
1. Doelen
Kennis opdoen over...
Klinisch redeneren
In-leven
Empathie en anticipatie
Kritische en open attitude
Kennis opdoen over de thema’s
Klinisch redeneren: hoe kun je over een klinisch stuk van iemand nadenken, casus 25 jaar zwangere vrouw is
moe en slaapt niet goed je ziet dat ze depressief is, en je leert dat ze 2maanden geleden een abortus heeft
gehad. Klinisch redeneren zou zijn ‘waarom voelt die mevrouw zich niet meer goed, wat zou ze beleven, heeft
de abortus daar iets te maken, hoe kijkt ze naar de moeder die ze had moeten geweest, welke verlangens had
ze over de moederschap, hoe waren haar eigen ouders? Als je op die manier begint te denken dan is dat
klinisch redeneren: je bent de betekenissen aan het uitzoeken, wie is die vrouw, je bent niet meer aan het
denken over de symptomen, lineaire causaliteit…
In-leven: ondanks je verschillen gaat hebben tussen de mensen toch pogingen doen om in de schoenen van
iemand anders te staan, ondanks je bv nog geen ouder bent dichterbij komen zodat de patiënt zich gehoord
voelt.
Anticiperen: hoe zou het zijn om proberen vragen te stellen over de ander eerder dan ervan uitgaan hoe dat
jij het ziet
2. Cursusmateriaal
Ppt
Materie besproken in de les
Bijkomende literatuur
3. Examen
Mondeling examen
Data reeds gekend
Doel voor student:
Tonen dat je de materie kent
Tonen dat je kritisch/psychodynamisch/fenomenologisch kan denken over klinisch materiaal
Eigen gefundeerde visie op thema’s
Combinatie van theorie en klinisch denken
, 4. Belangrijke concepten
Dat zijn illustraties van wat belangrijk is in de cursus. Er zijn veel meer concepten dan enkel deze 5:
Good Wat is mothering? Is dat ‘bemoederen’, is dat het zorgen voor het kind? Wat zegt dat over fathering? Is er
enough een verschil met fathering? Doen mothers en fathers hetzelfde of niet?
mothering Good enough = goed genoeg, maar waar staat dat tegenover? Zou dat dan de perfectie zijn en wat is de
perfectie? Is die perfectie de ‘instagrammoeder’ : alles gaat goed. Of gaat dat toch veel fundamenteler over
het volledig voldoen aan iedere nood en verlangen dat een jong kind heeft? Welke noden zijn daar en op
welke manier wordt dat volledig vervuld? Het is rampzalig voor het kind als dat soort moederschap of
vaderschap er is, want het kind heeft nood aan teleurstelling. Eigenlijk moet er steeds meer verschil komen
tussen het kind en de moeder zodat het kind de moeder kan zien als een aparte entiteit. Een entiteit is soms
frustrerend die niet geeft wat het nodig heeft. Die er wel is maar toch niet genoeg. Dat is noodzakelijk voor
de ontwikkeling van het kind. Als het kind niet het verschil tussen zichzelf en de ander kan ervaren, dan valt
alles samen met de binnenwereld van het kind en is er omnipotentie. Als er een verschil is tussen jou en het
ander, dan kan er een relatie ontstaan. En dus ook een individualiteit van beide personen. Dan is er een
realiteit, de ander is niet een zelfobject meer. Als je zelfobject hoort moet je denken aan primair narcisme =
het meest fundamentele narcisme dat wij als kind hebben ervaren (ik moet het hebben) <-> secundaire
narcisme: de ander kunnen zien als iemand die eigen verlangens heeft, eigen binnenwereld en die niet
samenvalt met u. Dat is een fundamentele stap in de ontwikkeling van het kind.
Ghosts – Ghost in de nursery gaat erover dat Friberg is met een team van verpleegkundigen, psychologen,
Angels in the maatschappelijk werkers… die zijn aan huis beginnen gaan bij jonge koppels die kinderen hadden en waar
nursery het niet goed liep (zoals problemen met het kind, gedragsstoornissen…). Ze begonnen eerst te werken met
de geschiedenis van de ouders. Dus die werkten niet met het kind. Ze kijken naar wat er gebeurt in de
interactie tussen de ouders en het kind. Daar komen dan de geesten in de kinderkamer. Dat gaat over de
niet gementaliseerde, gesymboliseerde verwerkte gebeurtenissen in de geschiedenis. Dat kan generaties
verdergaan, die eigenlijk doorheen de generaties zijn gesijpeld en maken dat bepaalde thema’s, bepaalde
gebeurtenissen niet helemaal verwerkt zijn en terugkomen bij het kind in die interactie. Lieberman heeft een
antwoord geformuleerd: er zijn angels in de nursery, je kan in een slechte context opgroeien met
verwaarlozing/trauma/… met ouders die niet geïnteresseerd zijn in jou en zijn drugsgebruikers. Het kind
groeit op met veel moeilijkheden en emotieregulatie in wie ben ik? Zelfs bij zo iemand als daar één iemand
is geweest bv een leerkracht, oma, therapeut, buurvrouw, zus... en zegt ‘hoe gaat het? Ik merk op dat er
iets is’ ‘ik kan me voorstellen dat het moeilijk is want …’ Het feit dat die ene persoon er is, die iets
mentaliserend doet naar het kind --> dat is vaak al genoeg om zelfcapaciteiten te ontwikkelen, dat is een
determinerende factor.
Mentaliseren Mentaliseren van Bion is een van de klassieke psychoanalytici. Hij heeft zijn theorieën over psychisch
functioneren gebaseerd op het feit dat hij in de WO I in een tank zat. In zo een tank zitten is geen
eenvoudige ervaring, maar dat gaat over containment, je zat in een container. Hij dacht over een psychisch
apparaat als een container over wat je doet als therapeut als containing. Dus die had een begrip van
mentaliseren als in mentaal maken: dingen die gebeuren, die op je afkomen, alles wat je kunt voelen in een
groep zonder dat je weet wat het is maar je voelt het in je lichaam (beta-elementen) = ondefinieerbare
dingen die gevoeld worden op een of ander manier. Hij zegt dat mentaliseren neerkomt op alfabetiseren. De
Beta-elementen naar alpha-elementen omzetten, eigenlijk verwoorden, vertalen naar iets dat verteerbaar is.
Maar dat mentaliseren is minder belangrijk, het gaat over het mentaliseren bij Pieter Fonegy. Die de laatste
20 jaar fundamenteel onderzoek heeft gedaan naar wat gebeurd er nu bij een patiënt die gedisreguleerd is,
die beginnen drugs te gebruiken, snijden, wat is daar eigenlijk aan de hand? Dat gaat vermoedelijk om het
plots verdwijnen van het mentaliseren omwille van de enorme druk waar iemand komt te staan. Dat
mentaliseren speelt zich ook in interacties tussen ouders en kinderen af. Mentaliseren gaat over het kunnen
begrijpen van iemand acties, gedrag, de dingen die wij doen bv deur intrappen --> waarom doet die persoon
dat? Die persoon is kwaad (of dat het klopt of niet, je bent bezig met de binnenwereld van iemand anders,
gebaseerd op de buitenkant. Het ‘denken over denken’ is mentaliseren maar ook het ‘voelen over voelen’.
Vb van vroege interactie tussen ouders en kinderen: dochter 20 maanden is aan het mentaliseren (grrr – ze
weet dat ik niet kwaad ben, ze doet het na, ze weet dat wij alsof doen)
Generativitei Wat geef je als oudere generatie aan jongere generatie, wat is het dat een leerkracht doet voor een klas
t voor kleuters, wat is het dat een grootouder doet (bv die een boom plant want de kleinkinderen zijn daar)
wat speelt daar psychisch achter?
Inner duality Zie later bij kinderwens
Dat gaat over de tweeledigheid van wat in ons verlangen zit. Het verlangen van een jonge moeder om haar
kind vast te houden en te knuffelen, daarin zit het verlangen om dat kind te zijn en vastgehouden en
geknuffeld te worden.