MENS & ORGANISATIE
(DOW29a)
HC1: inleidende begrippen: organisatie, organisatieontwerp en strategie
1.1. Wat is een organisatie?
Organisaties zijn (1) sociale entiteiten die (2) doelgericht zijn, (3) doelbewust ontworpen zijn
door structuren en gecoördineerde processen of activiteiten en (4) gerelateerd zijn aan de
externe omgeving.
1) Sociale entiteiten: aanwezigheid van mensen (creativiteit, kennis enz.)
2) Doelgericht: reden van bepaalde acties en de uitkomst
3) Doelbewust: rekening houdende met het te bereiken doel
+ Gestructureerd: keuzes van manier om het doel te bereiken
4) Omgeving: externe factoren beïnvloeden keuzes die gemaakt moeten worden
1.2. Belang van organisaties
1) Effectiviteit: middelen bundelen om doelen te bereiken
2) Efficiënte productie van goederen en diensten
• Arbeidsdeling en specialisatie
• Schaalvoordelen
• Transactiekosten reduceren
3) Waarde creëren voor eigenaars, klanten en werknemers
• Collectieve resultaat > individuele resultaten => economische groei
Veranderende omgeving zorgt voor bepaalde gevolgen voor organisaties:
• Groeiende verwachtingen
• Innovatie faciliteren
• Moderne productie- en communicatietechnologie
• Flexibeler zijn t.o.v.. veranderende omgeving
• Uitdagingen omtrent ethiek, diversiteit, motivatie en management van werknemers
1.3. Perspectieven en organisaties
1) Open systeem denken/ perspectief
• Aandacht voor de (permeabele) grens tussen organisatie en omgeving
Aan verwachtingen van klanten kunnen voldoen
2) Gesloten systeem denken/ perspectief
• Aandacht voor enkel organisatie
• Interne optimalisatie
3) Omgeving creëert actuele uitdagingen:
• Globalisering
• VUCA (volatile, uncertain, complex, ambiguous) kenmerken
• Nieuwe vormen van organisatieontwerpen, MAAR fundamentele principes en vragen m.b.t.
organisatievormen blijven
1
Lingier Yael – TEW 2022-2023
,1.4. Organisatiedoel
1) Organiseren:
• Arbeidsdeling: wat zijn de taken gekoppeld aan de doelen?
• Processen en jobontwerp: wie voert welke taken uit?
• Arbeidsdeling + processen: wie beslist over wat? (hiërarchie)
• Coördinatie + integratie: welke communicatiestructuur?
2) Organisatieontwerp:
= een ontwerp met een strategie om het doel te versterken/ ondersteunen
1) Strategie (& doel)
2) Capabilities
• Structuur
- Afdelingen binnen de organisatie
• Proces
- Integreren van afdelingen
• Verticaal over niveaus heen
• Horizontaal over functies heen
- integratiemechanismen
• Controle (rewards en metrics)
- Evaluatie van situatie: goed bezig?
• Reactief
• Proactief
- controlemechanismen
• Vereiste competenties (people practices)
- Managing van mensen
3) Mission statement: officiële missie
Missie:
• Beschrijving van visie, gedeelde waarden, overtuigingen en bestaansreden van de organisatie
• Omschrijving van de doelen van de organisatie
Mission statement/ officiële missie:
• Communicatie van missie naar interne en externe stakeholders
Typologieën:
• Effectiviteit: focus op output, producten, diensten en inkomsten
• Efficiëntie: focus op input, kosten en gebruik van middelen
• Combinatie: heeft grote impact op focus, proces en controle
1.5. Strategie
= een (integratie)plan om haar missie/doel te doen slagen.
Via een organisatieontwerp geef je vorm aan je strategie
1.6. Rol van strategie
1) Michael Porter
5 krachten (leveranciers, klanten, substituten, rivaliteit tussen bestaande concurrenten en nieuwe
toetreders) en 3 hoofdstrategieën:
2
Lingier Yael – TEW 2022-2023
, 1) Low cost leadership
• Marktaandeel vergroten op basis van lagere koste en prijzen
• Lage kosten realiseren via optimalisering van de processen
2) Differentation
• Onderscheiden van concurrenten door verschillen in producten en diensten
• Onderscheiden op vlak van kwaliteit, service en/of extra features
3) Focus: focused low cost en focused differentiation
• Focussen op een specifieke markt of klantengroep
2) Miles en Snow (1978)
4 strategieën:
1) Reactor
• Enorme onzekerheid en zetten niet in op nieuwe ontwikkelingen
• Vaak eerste ondernemingen die ten onder gaan
2) Defender
• Proberen het huidige product te verbeteren , maar zetten niet in op nieuwe
ontwikkelingen.
• Efficiëntie
3) Prospector
• Focussen op het zoeken van nieuwe mogelijkheden.
• Effectiviteit
4) Analyzer met/zonder innovatie
• Onderhouden de stand van hun huidig product in de markt en zoeken nieuwe
mogelijkheden op.
• Combo
Hybride strategie is mogelijk, je kan meerdere ter gelijk toepassen, dit was niet zo bij Michael
Porter.
Ten opzicht van:
1) Exploratie
• Zoeken, variëren, risico nemen, innovatie
2) Exploitatie
• Bestaande kennis/ technologie maximaal laten renderen
3
Lingier Yael – TEW 2022-2023
, Er is een relatie tussen doel/ organisatie(keuze) en strategie(keuze)
• Organisatieontwerp bestaat niet enkel uit elementen van de strategie
• Uitvoering van strategie is afhankelijk van: structuur, processen en jobontwerp
3) Organisatieontwerp:
1) Structuur als keuze van arbeidsdeling
• Welke resources worden toegewezen aan welke activiteiten en hoe worden de
activiteiten gegroepeerd?
2) Structuur als keuze van coördinatie of integratie
• Hoe worden de gegroepeerde activiteiten gecoördineerd?
• Gesplitste activiteiten terug samen brengen.
3) Structuur als keuze van processen en jobontwerp
• Hoe worden activiteiten uitgevoerd en de werknemers gemotiveerd?
1.7. Strategie en organisatieontwerp
Alfred Chandler: organisatieontwerp is afgeleid van de gekozen strategie (fout)
• Organisatieontwerp bestaat tegelijkertijd met strategie (niet uit elkaar te halen, maar beiden
aanwezig), maar is geen loutere afleiding ervan. Mogelijk om strategische keuzes mee te
bepalen.
1) Wisselwerking structuur (organisatieontwerp), strategie (doel) en omgeving:
• Fit/match
- Unieke samenstelling van organisatieontwerp en diverse contingenties
• Statische oogpunt
- ‘Randelementen’ in rekening brengen
• Dynamisch oogpunt
- Ontwerp aanpassen aan veranderende contingenties
1.8. Organisatieontwerp dimensies
= meer detail aanbrengen (aan structuur, processen en jobontwerp)
1) Formalisatie
• Hoe uitgewerkt is het bedrijf?
2) Specialisatie
• Hoe eng zijn de opsplitsingen binnen het bedrijf?
3) Hiërarchie
• Verticale (sterk) of horizontale (zwak) structuur
4) Centralisatie
• Hoeveel beslissingen worden genomen door het topmanagement? (veel -> sterk)
5) Professionalisme
• Welke competenties moet je bezitten om te werken in de laagste laag van de
organisatie?
6) Personeelsratio’s
• Management ratio
- Aantal met een formele managementfunctie/ totale aantal werknemers
• Administratieve ratio
- Aantal mensen met administratieve functie/ het totale aantal werknemers
4
Lingier Yael – TEW 2022-2023