1.INLEIDENDE BEGRIPPEN
Legaliteitsbeginsel
- Nulla poena sine lege (geen straf zonder wet)
- Het doel van recht is de maatschappij ordenen
- Niet naleving gesanctioneerd door de overheid
- Regels tussen burgers onderling en burger en overheid
Privaatrecht
- Burgers onderling
- Verbintenissenrecht, goederenrecht
- Personen- en familierecht, verzekeringsrecht
Publiekrecht
- Tussen burger en overheid
- Grondwettelijk recht, administratief recht
- Strafrecht, procesrecht, fiscaal recht
Objectief recht
- Het meest omvattende recht
- Zet wat we mogen doen als eigenaar
- Geheel van normen die voortvloeien uit rechtspraak, wetgeving en gewoonten
Subjectief recht
- Politieke rechten vs burgerlijke rechten
- Politieke rechten = politieke vrijheden, participatierechten, sociaal economischse
rechten
- Burgerlijke rechten = extrapatrimoniale rechten (persoonlijkheids- en familierechten)
+ patrimoniale rechten (zakelijke rechten, vorderingsrechten, intellectuele rechten)
BEPERKING!!! van uitoefenen van subjectieve rechten
- Wettelijke beperkingen
- Zorgvuldigheidsnorm
- Rechtsmisbruik
Rechtsfeiten en rechtshandelingen
- Rechtshandeling stelt men met als doel rechtsgevolgen te creeeren
- Rechtsfeit is een feit waaraan het objectief recht rechtsgevolgen koppelt
Rechtsgevolgen wijzigen, ontstaan, verdwijnen, bevestigen subjectieve rechten
Rechtssubjecten
- Diegenen voor wie de rechtsnorm gevolgen meebrengt
- Natuurlijke persoon VS rechtspersoon (vennootschappen, verenigingen)
- Juridische persoonlijkheid bestaat uit de staat en bekwaamheid van een persoon
- Staat = bepaalde hoedanigheden die zijn juridische toestand bepaalt en hem
onderscheidt
-
, - Bekwaamheid = feitelijke bekwaamheid, rechtsbekwaamheid (elke levende
persoon), handelingsbekwaamheid (18+, tenzij handicap of in coma)
Fysieke personen
- Elk mens is een rechtssubject
- Planten en dieren hebben geen juridische persoonlijkheid MAAR worden wel
beschermd door het recht
- Lijken en embryos beschermd door het recht
- Doodgeboren kind heeft geen juridische persoonlijkheid maar heeft wel rechten,
erfenis, schenkingen, erkenning
- Juridsiche persoonlijkheid eindigt met de dood
Soorten rechtspersonen
- Publiekrechtelijke = door overheid opgericht met als doel publieke dienstverlening
De federale staat, gemeenschappen, provincies, gemeenten
- Privaatrechterlijke = op privaat initiatief tot stand gebracht
Vennootschappen
Ontstaan rechtspersonen
- Ontstaat wnr de wettelijke vormvereisten nageleefd zijn
- Voor onbepaalde duur, tenzij vrijwillige of gerechtelijk ontbinding
INDELING GOEDEREN
Begrip en soorten van goederen
- Boek 3 art 38
- Rechtssubjecten zijn personen
- Rechtsobjecten zijn voorwerpen
- Verschil tussen dieren en voorwerpen
Indeling van goederen
Zaken volgens hun aard
- Lichamelijke vs onlichamelijke goederen
Tastbaar, zintuigelijk, we kunnen het bezitten
Niet tastbaar zoals een vermogen, intellectuele rechten
- Onroerende vs roerende goederen
Nooit roerend EN onroerend te gelijk
Onroerend kun je niet verplaatsen, roerend wel
Onlichamelijke goederen ook (on)roerend, met betrekking tot over wat het gaat
Uit aard en incorporatie = bovengrond en ondergrond, bouwwerken (huizen, wege,
bruggen), beplantingen (appel aan een boom, alles geplant in de grond) MAAR
beplantingen kunne vervroegd roerend gemaakt worden
Door bestemming = economisch criterium, behoren aan dezelfde persoon, vasttapijt
gelegd door eigenaar van het huis? OG door bestemming!! VWDN: lichameijk goed
Door het voorwerp waarop ze betrekking hebben -> boek 3 art 47 BW, NOG DOENN,
ERFDIENSTBAARHEID IS ALTIJD ONROEREND
, Je kunt geen hypotheek zetten op roerende goederen
Zaken naar graad van toeeigening
- Zaken in handel vs zaken buiten de handel
Zaken volgens aanwendmogelijkheden
- Gebruiksgoederen vs verbruiksgoederen
- Niet - vervangbare vs vervangbare goederen
Zakelijke vs vorderingsrechten
RECHTSHANDELINGEN
Soorten
- Materiele handelingen = al dan niet bedoeling om rechtsgevolgen te doen ontstaan
- Rechtshandelingen = menselijke wilsverklaringen waarbij rechtsgevolgen bedoeld zijn
- Proceshandelingen
Rechtshandelingen
- Geldigheid van rechtshandelingen
- Nietigheid van rechtshandelingen
- Vorm van rechtshandelingen
- Tegenwerpelijkheid van rechtshandelingen
Geldigheid van rechtshandelingen
- Wilsuiting = bewuste toestemming art 1110 bw
- Bepaald voorwerp = concreet rechtsgevolg, nuttig, bestaand, geoorloofd
- Geoorloofde oorzaak = werkelijke oorzaak
- Bekwaamheid = rechts- en handelingsbekwaamheid
- Conformiteit met het dwingend recht = regels die raken aan essensiele belangen, ter
bescherming vd goede zeden en regels van louter dwingend recht
Nietigheid van rechtshandelingen
- Geldigheidvoorwaarden niet voldaan
- Gevolgen van de nietigverklaring
- Soorten nietigheid
Rela nietigh = miskenning priv belangen, door wettelijk beschermde partij inroepbaar
Abso nietigh = miskenning openb belangen, door elke belanghebbende inroepbaar,
ambtshalve
Verpl nietigh = rechter moet nietigheid uitspreken
Faculta nietigh = rechter kan overwegen