Les 10 nov – Glaucoom
- Dia 2: Glaucoom is de ziekte van de verhoogde oogdruk; de druk is niet altijd het
probleem, maar dit is wel de meest voorkomende vorm.
- Dia 3: Er zijn twee grote oorzaken / vormen van glaucoom:
o Mechanische oorzaak:
Dit is de meest voorkomende vorm.
Hierbij is er een hoge druk in de oogbol, en dit drukt op alle
structuren tussen de hardere sclera en de binnenkant; zo komen
het netvlies, vaatvlies en de papil onder druk te staan.
!!! Ook bloedvaten komen onder druk te staan, inclusief de
bloedvaten in de papil zelf, waardoor er minder doorstroming is in
al deze capillaire vaten. Men ontwikkelt dus een secundaire
perfusie stoornis.
Door deze mechanische druk ontstaat er dus een zuurstof tekort.
o Vasculaire oorzaak:
Als er te weinig flow is of te weinig kracht van het bloed, zullen de
capillairen hetzelfde ondervinden als bij hoge druk glaucoom. De
druk is normaal maar door slechte circulatie ontwikkelt men toch
glaucoom.
- Dia 6: Normotensief glaucoom ziet men typisch bij mensen met migraine, koude
vingers, spierkrampen, lage bloeddruk (vooral ‘s nachts). Dit is ook een reden dat
men moet oppassen om antihypertensiva niet te overdoseren!
- Dia 8: Congenitaal glaucoom ontstaat meestal in utero, dus kinderen worden
ermee geboren. De oogbol kan groter worden door het glaucoom.
!! De oorzaak is gewoonlijk een abnormale aanleg van de afvoerkanalen,
waardoor de druk stijgt. Aangezien de sclera bij dit kind elastisch zijn, zal dit
uitrekken oiv de verhoogde druk, en soms rekt ook de cornea mee uit.
!! Soms is het asymmetrisch, als het zich voordoet aan 1 oog. We zien bij het
kindje links onder dat de cornea aan 1 kant veel groter is.
Het kan zijn dat de cornea nog helder is als de druk matig is, maar als de druk
echt hoog is, zal het endotheel zijn werk niet meer kunnen doen, en zal de cornea
ontwateren. Hierdoor krijgt de cornea een mat aspect.
- Dia 9: Bij dit secundair glaucoom ziet men dat de hoek open is, maar
geobstrueerd is door bloedvaten. In de iris mag je de bloedvaten normaal amper
zien lopen, maar hier zijn ze heel duidelijk te zien; er is sprake van
neovascularisatie. Deze nieuwe bloedvaten obstrueren de hoek en daardoor
krijg je een glaucoom.
Een andere mogelijke oorzaak van secundair glaucoom is een bloeding.
- Dia 11: Er zijn verschillende risicofactoren voor ontwikkeling van open-hoek
glaucoom:
o Glaucoom in het andere oog
, o Leeftijd
o Hoge oogdruk
o Ras: Afrikanen hebben meer risico op open-hoek glaucoom, en Aziaten
hebben meer risico op gesloten-hoek glaucoom.
o Erfelijkheid: Als het in de familie voorkomt, heeft men verhoogd risico dus
moet men dit sneller laten nakijken.
o Myopie: Hoge myopie is ook een risicofactor (-6 tot -8). Hierbij is de
oogbol gewoonlijk uitgerokken, alsook de papil. Dit maakt het oog
gevoeliger voor drukveranderingen, waardoor men sneller glaucoom
ontwikkelt.
o Diabetes en andere vasculair belaste patiënten
- Dia 12: Als het gezichtsveld dermate slecht is (tunnelzicht), dan merkt de patiënt
het meestal pas.
Het meten van de oogdruk is niet altijd bewijs voor aanwezigheid van glaucoom.
Men moet zowel de druk meten, als het gezichtsveld testen, als de
papil/oogzenuw nakijken.
- Dia 15: 90% van het kamervocht vloeit door het poreuze, trabeculaire netwerk
naar het kanaal van Schlemm, en gaat via de aqueuze venen naar de episclerale
venen.
- Dia 16: Het traculair netwerk bestaat uit 3 lagen:
o Uveale laag: Grote porien dus dit is bijna nooit de locatie die zorgt voor
weerstand (veel collageen)
o Corneosclerale laag: Kleinere poriën
o Juxtacanaliculaire laag: Geen poriën en vocht gaat via fagocytose door
deze laag; deze laag vormt dus vaak het probleem.
In het netwerk vormen macrofagen een opruimsysteem voor het verwijderen
van inflammatoire cellen. Deze macrofagen zorgen er dus voor dat debris wordt
weggegewerkt. Als er echter chronisch teveel inflammatoire cellen worden
aangemaakt, zullen er irriversibele blokkades ontstaan aangezien de macrofagen
niet meer kunnen volgen. Hierdoor ontstaat er een obstructie.
- Dia 20: Een pneumotonometrie is een eenvoudige methode om de oogdruk te
meten.
De pneumotonometer stuurt een luchtstoot naar het centrum van de cornea, en
op basis van de snelheid waarmee de luchtstoot terugkomt, zal men de druk
bepalen. Men doet dit drie keer, en neemt het gemiddelde van deze 3 keren.
Deze techniek is goed voor screening, maar niet om opvolging te doen van een
glaucoompatiënt.
- Dia 21: De Goldmann applanatie tonometrie gebruikt men voor opvolging van
een glaucoompatiënt.
Men maakt gebruik van een blauw lichtje en een vlak oppervlak, dat men tegen
het oog duwt. De cornea is licht bolvormig en met het kleine vlak oefent men een
kracht uit, zodat de cornea plat wordt geduwd. De druk die hiervoor nodig is
wordt omgezet in mmHg.
Aangezien de corneareflex (= knipperreflex) dit onderzoek zou verstoren, doet