Inleiding en geschiedenis in de psychologie (595101B5)
Samenvatting
Samenvatting inleiding en geschiedenis van de psychologie
41 keer bekeken 2 keer verkocht
Vak
Inleiding en geschiedenis in de psychologie (595101B5)
Instelling
Tilburg University (UVT)
Boek
Pioneers of Psychology
Samenvatting van de hoorcolleges aangevuld met belangrijke informatie uit het boek. Dit is stof uit 2023/2024 en is in het Nederlands geschreven. Het bevat hoofdstuk 1 t/m hoofdstuk 16, behalve hoofdstuk 14, want dat is geen tentamen stof voor dit jaar. Deze samenvatting gaat over het boek wat gebr...
Samenvatting Pioneers of Psychology - Inleiding en geschiedenis van de psychologie (595101-B-5)
ALLE belangrijke personen, standpunten en relaties VOLLEDIG uitgewerkt Inleiding en Geschiedenis van de Psychologie
VOLLEDIG BONDIGE SAMENVATTING INLEIDING EN GESCHIEDENIS PSYCHOLOGIE
Alles voor dit studieboek (30)
Geschreven voor
Tilburg University (UVT)
Psychologie
Inleiding en geschiedenis in de psychologie (595101B5)
Alle documenten voor dit vak (91)
Verkoper
Volgen
RJulia
Voorbeeld van de inhoud
GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE
HOOFDSTUK 1 – FOUDATIONAL IDEAS FROM ANTIQUITY
Thema: wat is de rol van de geest bij kennisverwerving?
Ideeën uit de klassieke oudheid belangrijk voor de psychologie
GRIEKSE FILOSOFEN
Socrates zijn ideeën hebben veel invloed gehad op discussies over de psychologie en hoe wij nadenken over de
psychologie. Socrates stond erom bekend dat hij mensen vragen stelde om na te denken en Plato was hier zo
van onder de indruk dat nativisme (= de ideeën en kennis zijn al aangeboren, het zit al in je en door vragen te
stellen komt de waarheid naar boven) en rationalisme (= je moet reden gebruiken om kennis en waarheid te
ontdekken) ontstond. Socrates, schreef niks op, maar deelde alles aan zijn leerling Plato en die deelde weer aan
zijn leerling Aristoteles.
(Bijna) alle filosofen hadden een probleem met waarnemen, wat voor een iemand goed is, is voor een ander
fout, terwijl Plato opzoek was naar ware kennis, dus wat is nu waar. In zijn idealisme (= verzamelnaam voor een
aantal verschillende filosofische stromingen en standpunten) maakte hij onderscheid in verschijningsvorm
(appearance) en ideale vorm. Verschijningsvorm is hoe de dingen zich aan je voordoen. Daarachter bevindt zich
de ideale vorm. Die bevindt zich in jouw geest volgens Plato. Wat jij ziet is niet echt, maar de idealen die in
jouw geest zitten zijn echt. Door na te denken kom jij achter de ideale vorm en daar kom je nooit achter door
alleen naar de muur te kijken waar je alleen de schaduwen ziet.
Psyche betekende ooit adem en werd later een woord voor geest en ziel. Volgens Plato heeft de psyche
verschillende onderdelen en stond de reden daarin centraal. Er zijn twee paarden die een andere kant op
willen en je hebt iemand daarachter in een wagen en die moet zorgen dat de twee paarden samenwerken. Het
ene paard, dus het ene deel van je psyche is je lusten, je wil, honger, dorst, etc. het andere paard, dus je andere
deel van je psyche, vertegenwoordigd de plichten, de verantwoordelijkheid die je hebt naar andere en de
moed/ wilskracht om dat tot uitvoering te brengen. Het is de taak van de reden om dit samen te laten werken
en een goed leven te leiden.
Aristoteles dacht veel hetzelfde, maar ook andere dingen. Plato zij dat de kennis die wij hebben voorkomt uit
de geest en door het nadenken en het redeneren en wat je waarneemt in de wereld is niet echt. Aristoteles
dacht van niet. Hij was voorstander van empirisme, dus de kennis die je hebt van de wereld bestaat uit twee
dingen observatie en classificatie. Veel dingen zijn verschillend en zien we anders, maar we gaan kijken of we
orde kunnen brengen in onze observaties, categorieën van ervaring. Hoe doen we dit? Aristoteles zegt de geest
heeft filters waardoor wij naar de wereld kijken. Filters zijn substantie (wat), kwantiteit (hoeveel), kwaliteit
(kleur, vorm), plaats (waar), tijd (wanneer), relatie (bijv. groter-kleiner), activiteit (wat doet het). Om orde aan
te brengen in de wereld zij hij dat verschillende organismes verschillende capaciteiten hebben en dat komt
doordat ze verschillende zielen hebben. Vegetatieve zielen (bv planten) (voeden, voortplanten), sensitieve
zielen (bv dieren) (sensatie, bewegen, geheugen, verbeelding) en rationele zielen (mensen) (logisch redeneren).
Mensen zijn de enige met rationele zielen.
ISLAMITISCHE FILOSOFEN
Alhazen heeft heel veel werk gedaan over optica en visuele waarnemen. Hij had hele mechanistische kijk op
hoe het oog werkt. Alhazen dacht dat het iets passiefs was, dus dat signalen van buiten naar binnen komen in
je hoofd. Hij gaf hierbij het voorbeeld camera obscura (= donkere kamer). Kamer is helemaal dicht, behalve
heel klein puntje. Dit laat zien wat in de buitenwereld is. Licht weerkaatst op persoon, komt kleine gaatje
binnen en wordt geprojecteerd op de muur en dat is hoe het oog werkt:
,Avicenna is het eens met Aristoteles’ functies van de ziel, maar vind dat die er nog een paar mist. Avicenna zegt
je hebt je externe zintuigen (zicht, gehoor, reuk, smaak, tast), dus het naar buiten kijken, maar je hebt ook je
interne zintuigen, dus het naar binnen kijken. Daarbij beschreef hij ook nog extra functies zoals combinaties,
verbeelding, geheugen, inschatting (estimation; inschatting kansen en gevaren), dus als mensen naar de wereld
kijken classificeren ze dat als goed/ slecht of gevaarlijk/ aantrekkelijk en neiging (appetition;
handelingsimpulsen), dus als je iets zit ben je aangetrokken tot iet of je wilt juist weg. En deze dingen kun je dus
ook op jezelf projecteren. Ook heeft die nog iets wat meer teruggaat naar Plato is het gedachte-experiment
van de floating man. Als een man ergens in een ruimte rondzweeft zegt Avicenna dat die persoon nog
zelfbewustzijn heeft. Dus als je geen sensorische input hebt, geen zintuigelijke input dan blijft het zelfbewust
zijn over.
SAMENVATTEND
Met z’n vieren proberen ze antwoord te geven op wat is de rol van de geest bij kennisverwerking.
Plato en Avicenna leggen de nadruk op de geest als actief, de geest is waar de kennis zit en door te redeneren
en de denken weet je hoe de wereld in elkaar zit. Bij Aristoteles en Alhazen ligt de nadruk veel meer op de
interactie tussen de buitenwereld en de binnenwereld, wat er in jouw geest zit komt voor een groot deel door
wat er van buiten naar binnen gaat en hoe dat wordt gefilterd.
HOOFDSTUK 2 – PIONEERING PHILOSOPHERS
Thema 1: wat is de relatie tussen lichaam en geest?
Thema 2: hoe komen we tot kennis over de wereld?
De Ideeën van drie filosofen over lichaam, geest en kennis
RENE DESCARTES
Descartes kon niemand vertrouwen om aan zijn kennis te komen, dus ging die een eigen methode bedenken
om zijn kennis te verkrijgen. Zijn methode was door aan alles te gaan twijfelen, weet ik dit wel zeker? Hoe kan
dat? Etc. kennis bij hem kreeg je door te denken, deductie (deductie) en dat is belangrijker dan sensorische
ervaring (inductie). Dus volgens Descartes was denken belangrijker dan waarnemen. Hij ging opzoek naar
simple natures (= fundamentele eigenschappen van fysieke fenomenen waaraan je niet kunt twijfelen). Er zijn
twee dingen: 1. Er zijn zaken in de wereld en die hebben extensie (extension), dus ze nemen ruimte in, ze zijn
uitgebreid. 2. De objecten bewegen door de ruimte heen. Galileo kwam met iets vergelijkbaars, want volgens
hem zijn er twee soorten kwaliteiten de primaire kenmerken (vorm, hoeveelheid en beweging), die afzonderlijk
kunnen bestaan en secundaire kwaliteiten (zicht, geluid, gevoel), die pas ontstaan nadat ze zijn waargenomen.
Descartes fysica is dat hij geloofde dat heel het universum uit bewegende deeltjes (vuur, lucht en aarde
deeltjes) bestond en dat er geen leegte was en die deeltjes hebben verschillende grootte. Hij paste dezelfde
redenering op de buitenwereld ook toe op het lichaam, want het lichaam is niets anders dan een machine,
, mechanistische fysiologie. Descartes dacht dat de zenuwen holle buizen waren met vloeistof erin. Deze noemt
die Animal Spirits, hersenvocht en deze bestaan uit hele kleine deeltjes. Reflex bestaat uit twee dingen: een
stimulus (prikkel uit de buitenwereld) en een respons (gedrag van een organisme). Hiermee kon hij reflex
verklaren, want als je bijvoorbeeld met je hand in het vuur zat, dan gingen die vuur deeltjes drukken tegen de
vloeistof die in de zenuwen zit en die worden dus omhoog gedrukt, die deeltjes, naar de hersens. De vloeistof
in de hersens gaat ronddraaien en gaat dus weer naar beneden via andere zenuwbanen waardoor spieren in
werking worden gezet en dus een hand weg, automatische reflex. Je hebt ook aangeleerde reflexen en die kon
hij ook verklaren. Door te leren verandert je hersenstructuur en gaat de vloeistof in je hersens anders stromen
en dus kan je paden krijgen die steeds makkelijker worden bewandeld en dus een reflex. Als je boos bent,
vloeistof heel hard ronddraaien in hersenen en prikkel van buitenaf zorgt dan voor schreeuwen terwijl
verdrietig juist heel langzaam bewegende vloeistof heeft en een prikkel van buitenaf dus een sneu/ zielige ja
krijgt.
Nadat Descartes zijn eigen mechanistische fysiologie had bedacht ging hij nadenken over zijn eigen geest en hij
ging twijfelen en door die twijfel kwam hij erachter dat er een ding zeker was, dat er twijfel is en dus kwam zijn
bekende uitspraak Cogito Ergo Sum (ik denk, dus ik besta). Door Elisabeth van Bohemen werd gevraagd hoe het
materiële lichaam en de immateriële geest interacteren. Hij antwoorde via de pijnappelklier, want geest is één
ding en bijna alles in de hersenen heeft er twee, behalve de pijnappelklier (epifyse). We hebben dus een
interactief dualisme, lichaam en geest zijn helemaal los van elkaar maar interacteren in de epifyse.
JOHN LOCKE
Locke was opzoek naar waar komt kennis vandaan en pakte de ideeën van Descartes op. Hij zegt ook ziel is niet
meer nodig voor kennis en alles is te verklaren door Stimulus-respons, de mechanistische fysiologie. Je hebt
maar twee dingen nodig; sensaties en reflecties en die samen vormen herinneringen. Hij zij dat er soorten
kennis waren; intuïtief (de ervaring van zaken zoals ze zijn, rond is rond) demonstratief (kennis die je kunt
uitleggen, wiskunde) en sensitief (krijg je via ervaringen en waarnemingen). Hij dacht naarmate je ouder wordt
krijg je opbouw van simpele ideeën (rood, rond) naar complexe ideeën (appel, honger). Ideeën kunnen op twee
manieren met elkaar combineren: 1. Heel dicht in tijd bij elkaar, 2. Iets wat op elkaar lijkt ga je combineren.
GOTFRIED LEIBNIZ
Leibniz zegt niet de wereld om ons heen bestaat uit allemaal materiële dingen, dus die laat het fysiologische
mechanisme achter, maar hij zegt de wereld bestaat uit allerlei soorten organismen (monaden) en die
monaden verschillen in complexiteit. Enkelvoudige monade (droomtoestand), waarnemende monade
(perceptie), rationele monade (apperceptie) en opperste monade (God). Gaat van kleinst/ bijna niks naar
grootst/ alles. Alles was met elkaar gerelateerd, maar je kunt het wel van elkaar onderscheiden. Dit gebruiken
we niet meer, maar wat die zij over perceptie en apperceptie is heel belangrijk. Perceptie is het waarnemen
van zaken min of meer zoals ze zijn, je doet iets automatisch. Apperceptie is het bewust waarnemen van de
wereld om je heen, je denkt erbij na. Uit zijn monadologie volgen ook nog twee andere ideeën: noodzakelijke
waarheden (zaken die voortkomen uit het individu zelf, er zitten persoonlijkheid trekken in je waardoor je een
richting ontwikkelt) en minuscule waarnemingen (wat er in jouw bewustzijn bevindt, is niet alles wat er is).
SAMENVATTEND
Descartes werkt heel erg de mechanistische filosofie uit en die zegt ja maar je hebt ook nog een rationele ziel
en dus het dualisme introduceert en Locke en Leibniz werken verschillende delen uit en die hebben ook allebei
een invloed. Locke meer op de Engelstalige psychologie en Leibniz later op de Duitstalige psychologie.
HOOFDSTUK 3 – PHYSIOLOGISTS OF MIND
Thema: lokalisatie – waar in de hersenen zitten psychologische kenmerken?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RJulia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,62. Je zit daarna nergens aan vast.