Bimie Peeters
Werk & Welzijn
Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om:
- De voordelen en risico’s van werk in eigen woorden weer te geven.
- De oorzaken, gevolgen en aanpak van werkstress en burn-out uit te leggen en te
herkennen.
- De meest relevante wettelijke rechten en plichten van werkgever en werknemer in
het kader van welzijn op het werk bondig toe te lichten en toe te passen op cases.
- De arbeidsmarktpositie van een aantal doelgroepen met diverse
persoonskenmerken of achtergronden (psychische/medische problemen,
migratieachtergrond, mantelzorgers…) te beschrijven en te verklaren.
- De invloed van diverse factoren (grensoverschrijdend gedrag, zwangerschap,
psychische kwetsbaarheid, ouder worden…) op het welzijn van werknemers uit te
leggen en voorstellen te doen ter optimalisering van het welzijn en de
arbeidsmarktpositie.
- De belangrijke arbeidsre-integratietheorieën in eigen woorden uit te leggen en te
linken met de bestaande instanties in Vlaanderen.
- Een curriculum vitae en sollicitatiebrief te maken en aan te passen aan
doelgroepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt
Leerstof: syllabus, slides + notities van tijdens de les, artikels op canvas (niet allemaal)
Examen:
- 15 punten
- Gesloten boek, mc (giscorrectie)
- Getuigenissen niet te kennen
Verband tussen welzijn-werk ontdekken
Als psychologisch consulent:
- Een concreet beeld vormen van wat er precies gaande is bij de persoon (zowel
feitelijk als emotioneel);
- Je eigen wetenschappelijke en praktijkgerichte kennis verruimen over ‘de
problematiek’;
- Steun bieden door de persoon te informeren, te steunen, acties te bedenken...;
- Naar anderen (team, baas, externen...) Rapporteren of psycho-educatie aanbieden
adhv een briefing. 1 persoon
1
,Bimie Peeters
INTERVIEW
Interviewleidraad maken:
- Voorbeelden van vragenlijsten, interviews...
- Steek hier veel werk in!
Interview uitvoeren
- Niet met z’n allen
- Informed consent (indien online: op voorhand)
- In’t echt of online (ms teams!)
• Interview verwerken (niet echte naam gebruiken)
LITERATUUR
3 (geen 2) wetenschappelijke artikels:
- Peer reviewed (of vanuit overheid)
- Te vinden via Google Scholar of Limo
• Niet de artikels van in de les of Canvas
• Artikels van andere OPO’s of docenten: goede aanvulling
ONDERSTEUNING
Bedenk mogelijke ondersteuning:
- Wetenschappelijke onderbouwing
- Niet aan de persoon aanbieden!!
Bijvoorbeeld:
- De persoon ondersteunen met pestgedrag
- De pester
- De organisatie
Eindproduct: ppt/prezi (moet je niet presenteren maar alsof)
WERK (boardman, 2003)
Werk is doelgericht:
• Niet volledig vrij gekozen met als doel te relaxen (<> hobby)
• Verkrijgen van een bepaald resultaat in ruil voor iets anders
Werk is binnen (organisatorische) grenzen
• Hoe doel bereiken, hoeveel tijd of de omgeving waarin je handelt
• Gecoördineerd = niet gewoon random dingen
• Fysieke, emotionele of mentale inspanning
Andere/samenleving heeft er baat bij
• Dus ook: vrijwilligerswerk en huishoudelijk werk
2
,Bimie Peeters
DEFINITIES: WERK
Werk is OPUS (= latijns voor uitdaging & zelfverwezenlijking)
• Latente deprivatie model (Marie Jahoda) heel dorp heeft plots geen werk, onderzoeken
naar wat gebeurt met de mensen.
− Inkomen (manifest)
− Structuur in tijd
− Opportuniteiten tot sociaal contact
− Gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap
− Sociale identiteit / status
− Zelfrealisatie; dingen bijleren, realiseer jezelf, ontwikkel jezelf.
Werk is LABOR (= latijns voor inspanning)
− Niet alle werk is fijn of goed: stress, overbelasting, onzekerheid, stigma...
− Werk is geen conditio sine qua non voor een goede mentale gezondheid(het kan ook los
van elkaar staan vb; gelukkig zonder werk)
− Goed werk:
• AFWEZIGHEID van pathologie of fysieke / mentale belasting EN
• AANWEZIGHEID van een algemeen gevoel van tevredenheid en ontplooiing ophetwerk
Werk als eigenaardig medicijn (Achterhuis, 1984)
DEFINITIES: WELZIJN
Wat vraag je een cliënt/collega als je wil weten hoe het op het werk gaat? Subjectief welzijn
• Hoe tevreden ben jij met je werk? (Jobtevredenheid) Jobtevredenheid
• Hoe blij/gestresseerd/...voel jij je op je werk? (Affectief) Affectief welzijn
• Ontwikkel je jezelf via je werk? (Eudaimonisch geluk)= betekenis, Eudaimonisch geluk
diepgang
WAT IS ER GAANDE?
Industriële revoluties:
− Water en stoom (bv. katoenmachines)
− Elektrische stroom (bv. lopende band)
− Elektronica en informatie (bv. automatisering, internet) − Fusie van technologie (bv. AI,
robots)
WAT IS ER GAANDE? 4 GROTE VERANDERINGEN
1. Ander type werk
• 1970: meer tertiaire sector
3
, Bimie Peeters
− Meer ‘knowledge workers’ = hoogopgeleiden die theoretische en analytische kennis
gebruiken om nieuwe producten te ontwikkelen
• Cognitieve belasting = inspanning van het werkgeheugen (in M&O)
- Emotionele arbeid: expressie van emotie. Vb; Je moet empathisch kunnen zijn
Bankbediende: vriendelijk zijn en positieve emoties tonen
Nieuwe werkeisen => nieuwe gezondheidsproblemen
2. Andere organisaties
Gevolg van:
- Globalisering: ‘handel zonder grenzen’
- 24-uurs economie
- Technologie
De enige constante is ‘verandering’
- Saneren, outsourcen, minder niveaus, zelfsturende teams, nieuwe wetgeving,
nieuwe software...
3. Anders werken
Werknemers krijgen meer flexibiliteit: new ways of working
- Flexibiliteit in timing
- Flexibiliteit in werkplaats: thuis, op het werk of in de trein
Intensifiëring = ↑ verwachtingen van werknemer & werkgever, ↑ werkdruk, nood aan
levenslang leren... intensifiëren van wat ik moet doen vb; langere uren werken door Corona
4. Andere beroepsbevolking
Vroeger:
- 1 of 2 bedrijven gedurende het leven
- Qua demografische kenmerken: homogene
organisaties
Nu
- Veel vaker gewisseld (jobhoppers)
- Heterogeen (geslacht, leeftijd, etniciteit,
kwetsbaarheid ...)
Artikel 107, functie 3
Sinds kort meer aandacht aan hoe gaan we personen met psychosociale problemen ook aan
werk helpen en houden? Meer geconfronteerd met mensen die andere achtergronden
hebben
Veranderingen -> 21ste
century skills
4