Selma Hamdaoui
Ruimtelijk beleid en planning 2
Inleiding
“De ambitie moet hoger!” → toekomstgerichter bouwen en meer letten op de ruimtelijke ordening:
“met meer, minder doen”
Opbouw van de lessen: theorie en weer enkele gastcolleges Opfrissing van de leerstof valt
niet per se te kennen maar is
+ een vaardigheidstoets (30%): opdracht ten laatste de week na de
wel belangrijk voor toekomstige
krokusvakantie (weer indienen via Digitap)
vakken (en ook dit vak)
Uitgangspunten
Leren kijken
- Bepaalde dingen opmerken en kritisch
kunnen bekijken
- Weten wat een stad, dorp is… wat het
(on)aantrekkelijk maakt
Leren begrijpen
- Begrijpen waarom bepaalde dingen zo
zijn: waarom is hier sprake van
lintbebouwing?
- Je kan meer geld verdienen in de sector
wanneer je bepaalde dingen beter kan
begrijpen en verbanden kan leggen
- Inzicht in geschiedenis en invloed van bepaalde aspecten op de ruimtelijke ordening
(mobiliteit, geloof…)
- Kijken hoe het eventueel beter kan: voor succesvolle gebouwen moet je soms afwijken van de
typische fermetten (“hoogbouw” boven de Aldi)
Leren toepassen
- Projecten toepassen aan wetgeving, beleidsvisie…
Ruimtelijk beleid in een notendop – wat voorafging in de lessen
Vroeger kon met zomaar bouwen op een grond → nu heeft men een
omgevingsvergunning nodig (een complexer systeem)
➔ Overheid beoordeelt de aanvraag, op basis van:
- Geldende regelgeving
- Goede ruimtelijke ordening
1
,Selma Hamdaoui
Startpunt: 29 maart 1962 – Wet op de Stedenbouw
= een eerste wet in de
stedenbouw over wat wel en
niet mag in heel België, de wet
is eigenlijk piepjong
- De plannen hadden een hiërarchische opbouw die van nationaal tot lokaal vlak loopt (is nog
steeds zo)
Belangrijkste ruimtelijke planningsinstrumenten
o Gewestplan
o Bijzonder plan van aanleg
o Verkavelingsplan
Jaren 1990: steden waren verlaten (onder andere door de Wet de Taeye) – er werd een ad hoc beleid
gevoerd ondanks dat de Wet op de Stedenbouw wel positieve effecten had op de ruimtelijke ordening
- Steden staan reeds verder op vlak van automobiliteit (het autovrij maken van de Meir – er was
protest rond maar is ondertussen een vanzelfsprekendheid)
Op andere plekken gaat dit echter niet zo makkelijk!
Gevolg?
Vlaanderen is volgebouwd en verrommeld (de zogenaamde lintbebouwing), in
de jaren ’90 nam de kritiek op het Gewestplan toe (niet toekomstgericht, was
volgend en zorgde niet voor een verweving van functies → open ruimte werd
ingenomen)
ER WAS EEN TRENDBREUK NODIG
Toekomstvisie nodig! Als een bepaald iets niet mag → men moet ook uitleggen
waarom: aan de hand van het ruimtelijk structuurplan in de jaren ‘90
We moeten inzetten op het stedelijk weefsel zodat we de open ruimte kunnen
vrijwaren (en vandaar dus “Vlaanderen is open en stedelijk”)
= de eerste trendbreuk (steden aantrekkelijker maken door ze ook leefbaar te
maken, proactief werken door een bepaalde visie op lange termijn mee te geven
met bijhorende acties) → dit semester gaan we de tweede trendbreuk bespreken
Stadsprojecten als ruimtelijk instrument: als overheid kan je niet alles aanpakken en strategisch
nadenken (bijvoorbeeld Spoor Noord) → gaat werken als een soort hefboomeffect
2
,Selma Hamdaoui
= wanneer een oplevering van een deel van de stad, zorgt voor meerdere gevolgen in de wijde
omgeving (particulieren, vastgoedontwikkelaars… springen mee op de kar en willen ook errond meer
instaan voor de ruimtelijke ordening en de oplevering van de stad)
Het ruimtelijk structuurplan van Vlaanderen (RSV)
Korte herhaling:
- Goedgekeurd in 1997
- 1ste algemene ruimtelijke visie met actieplan voor Vlaanderen
“Vlaanderen open en stedelijk” (zie boven) → scheiding tussen stad en platteland is vervaagd
Gevolg van de eerste trendbreuk
= een mijlpaalwet in de ruimtelijke ordening: mensen gaan liever naar de stad en zijn er niet meer
“bang” van, er gebeuren fijnere dingen
RSV bestaat meer dan 20 jaar:
- Bevat dus 20 jaar oude maatschappelijke consensus
- Zware structuur, tijdrovend, (nog) te weinig realisatiegericht
- De wereld staat niet stil → we moeten steeds blijven actualiseren en
DE AMBITIE MOET HOGER
Maar hoe gaan we dit realiseren?
Nood aan een tweede trendbreuk
We moeten op een kwalitatievere manier kunnen samenwonen met een ander beeld op de vrijstaande
fermetten en dus meer focussen op hoogbouw
- Vlaamse bouwmeester wakkerde dit enorm aan (om de 4 jaar een nieuwe: Erik Wieërs – ervoor
Leo Van Broeck)
- Nieuwe uitdagingen, nieuwe inzichten
- Nieuw strategisch kader voor ruimtelijke ontwikkeling
- Inspelen op lokale eigenheid en gebiedsgerichte oplossingen
- Alle belanghebbenden betrekken:
= Overheden + burgers + bedrijven + ontwikkelaars
+ buurtcomités + middenveld + …
➔ Nood aan een tweede trendbreuk
Structuurplan RSV is nu een beleidsplan BRV1 (maar bouwt er wel op verder – nog steeds “Vlaanderen
open en stedelijk”) met hogere ambities dan ervoor
1
Nood aan een nieuwe aanpak: stadsvlucht was nog niet volledig gedaan, RSV gaf geen antwoord op nieuwe
uitdagingen, open ruimte bleef onder druk staan…
3
, Selma Hamdaoui
- Ruimtebeslag drastisch verlagen en stoppen
= we moeten meer bouwen op minder grond (een enorm belangrijk begrip)
- Na stadsvlucht ook welvaartsvlucht stoppen
- Nieuwe uitdagingen zoals klimaat en hernieuwbare energie
Moet zich bezighouden met vele uitdagingen: globalisering,
demografie, klimaat (uitdroging, tekort aan drinkwater – is een
groot probleem in België), biodiversiteit, energie transitie
(problemen met Rusland? Kan een effect hebben op onze
energie, want de fossiele brandstoffen raken uitgeput →
zonnepanelen leggen…), mobiliteit (de auto krijgt wel wat
concurrentie van andere vervoersmiddelen – de elektrische fiets
en step)
Het ruimtebeslag2 blijft toenemen
We moeten het stoppen!
= ruimte die gebruikt wordt voor onder andere huisvesting, industrie,
handel, infrastructuur, recreatie, …
Wat is geen ruimtebeslag? De plekken waar de koeien staan
Naast bebouwing of verharding → ook tuinen bij woningen,
buurtparken, voetbalvelden…
- 33% van de oppervlakte van Vlaanderen bestaat uit ruimtebeslag (ook
in de openruimte, bestemmingen, ruimtebeslag voorkomt)
Grote voetafdruk:
In Vlaanderen: 14 inwoners/ha → in Nederland: 24 inwoners/ha
Ruimtebeslag blijft toenemen maar vertraagt3 →1994: 12ha
2
“Settlement area”
3
Omkering door RSV: steden kregen een opknapbeurt en een frisse look, stationsbuurten werden in de
centrumsteden grondig vernieuwd, investeren in groene gebieden… → versterking van de dorpskernen.
4