Samenvatting van het volledige vak Algemene microbiologie (19/20): Dit is een compacte samenvatting van alle leerstof (slides, lectures, cursus) & uitwerking van al de oude examenvragen van het vak Algemene microbiologie, 3e Bachelor Biomedische Wetenschappen aan de UA (19/20). Deze samenvatting va...
Samenvatting van het volledige vak:
ALGEMENE MICROBIOLOGIE
GESCHIEDENIS VAN DE MICROBIOLOGIE (Allemaal puur informatief!!)
HISTORISCHE AFKOMST (moet je niet kennen! = komt NIET op het examen!!!)
Anton van Leeuwenhoek (1632-1723): had een kleine microscoop gemaakt om met een lens te kunnen kijken
naar hoe kwaliteitsvol textiel was. Daarna deed hij hetzelfde maar dan tandplak bekeken onder de microscoop.
Hij zag allemaal kleine micro-organismen groeien bij zijn tanden (zoals de staphylococcus).
Aristotles (384-322 vc): hij zei dat er nieuw leven kan komen (aseksuele productie) of spontane generatie of
abiogenese. De micro-organismen waren zo klein dat je ze niet kon zien dus men dacht ze spontaan
gegenereerd werden en uit het niets groeiden.
Francesco Redi (1626-1697): hij zei dan dat deze spontane generatie niet bestond. Hij toonde dit aan de hand
van een experiment: in een fles een stuk biefstuk gedaan en na een tijdje zie je maden. In de middelste fles die
afgesloten is, is de biefstuk normaal en rechts hebben we ook maden. Er moet contact zijn anders is het niet
iets dat spontaan kan gebeuren.
Lazzaro Spallanzani (1729-1799): hij ging op een andere manier werken. Hij nam een fles en deed hier bouillon
in met eiwitten in. Deze fles ging hij dan opwarmen en deed hij dicht. Er was geen groei te zien bij opwarming.
Als je daarna de fles openzet kan er wel groei zijn. Spontaan is er dus geen groei, geen nieuw leven want er
moet contact zijn. Je warmt op dus er zuurstof gaat weg en kan niet terugkomen want de fles is dicht. Hij
toonde dus ook aan dat spontane generatie niet kan.
Louis Pasteur (1822-1895): hij heeft voor de eerste keer aangetoond dat spontane generatie niet mogelijk is.
Dit is de start van de wetenschap geweest en Pasteur is dus de grondlegger van de microbiologie.
Hij werkte met een fles met een zwanenhals en er werd weer gewerkt met een bouillon met eiwitten in. Dit
werd weer verwarmd en dan kwam de stoom eruit. Door te verwarmen gaan alle micro-organismen dood. De
fles werd dan vervolgens 18 maanden onderaan de trip in een huis gezet en gedurende die 18 maanden kwam
er stof binnen dat zich in de hals opstapelde. De bouillon is nog steeds helder, er was geen groei. Als de kiemen
groeien, zou het water troebel moeten worden maar dit was dus niet het geval, er was geen spontane
generatie. Dan komt de truc van de fles plat te leggen zodat het medium in contact komt met het stof waar de
kiemen opzitten en dan draai je de fles terug en na 2 dagen was de vloeistof troebel. Zo gebeurde er dus wel
spontane generatie.
1
,Pasteur stond ook voor pasteuriseren. Melk wordt gepasteuriseerd; kort verhit aan een hoog tempo om de
kiemen te verminderen en om de kwaliteit van de melk te behouden.
Ook fermentatie werd aangetoond. Wijn kan zuur worden, hoe komt dat? Er zijn 2 soorten micro-organismen:
kleine staafjes (bacteriën) en grote bollen (gisten). Hoe kon men van druivensap wijn maken? Door het
toevoegen van bacteriën kreeg men het zure, bacteriën geven namelijk zuren af. Door het toevoegen van
gisten kreeg men alcohol en dus wijn. Zure wijn is dus afkomstig van bacteriën.
Robert Koch (1843-1910): heeft het cultuurmedium gemaakt. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een soort
bouillon waar kiemen op gegroeid werden. Nu ging men bacteriën groeien op een agarplaat en dan krijg je
kolonies die je met het blote oog kan waarnemen.
- Bacillus anthracis = grote bacterie waarmee de ontdekking is gebeurd (anthrax = mildvuur)
Postulatie van koch: aantonen dat microorganismen mensen ziek kunnen maken = start van de medische
microbiologie. 4 postulaten:
1. Micro-organismen moeten aanwezig zijn bij de persoon die ziek is (hier gedaan bij muis, die doodging)
2. De kiem moeten we kunnen isoleren en groeien op een agarplaat
3. Nieuwe muis en de muis moet hetzelfde vertonen en dus terug doodvallen
4. Je moet kunnen aantonen dat die doodvalt door diezelfde kiem en dus je moet terug kunnen isoleren
= wetenschappelijk aangetoond dat de kiem ziekteveroorzakend is.
Edward Jenner (1749-1823): small pox, veroorzaakt door het variola virus, heeft 10% mortaliteit. Hij heeft
ontdekt dat mensen die vaak met koeien bezig waren ook vaak die pokken hebben, afkomstig van het vaccinia
virus. Jenner heeft ontdekt dat mensen met koeien pokken beschermd zijn. Het koepokken virus biedt
bescherming tegen het humane virus en zo is het eerste vaccin gemaakt.
2
,Ignaz Semmelweis (1815-1865): vroeger was zwanger worden een groot risico omwille van de hygiëne van de
kraamvrouwen en dan kon je als vrouw de kraamvrouwenkoorts krijgen omdat die vrouwen van de ene naar de
andere bevalling gingen zonder te ontsmetten. Semmelweis heeft dan gezegd dat men handen moesten
ontsmetten = start van desinfecteerbare technieken.
(ook met Joseph Lister)
Paul Ehrlich (1854-1915): introductie van de chemotherapie en de magische kogel genoemd.
Alexander Fleming (1881-1955): heeft penicilline ontdekt. Introductie van antibiotica = start van chemotherapie.
KARAKTERISTIEKEN VAN PROKARYOTE CELLEN
Prokaryoten hebben geen celkern en eukaryoten hebben wel een celkern.
GROOTTE
De meeste bacteriën zijn 0,5 tot 2,0 µm groot, tov een rode bloedcel die 7,5 µm groot is.
Het kleinste virus dat er bestaat is het poliovirus (kinderverlamming). Bacteriofagen zijn virussen die bacteriën
als gastheercellen gebruiken.
VORM EN SCHIKKING
1. Coccus
Komt soms voor per 2. De coccus gaat zich vermenigvuldigen en er komen er nog bij, er vormt zich een soort
streep.
- Celmembraan, vaak omgeven door een celwand (belangrijk voor identificatie van kiemen)
- Intern een cytoplasma met ribosomen, een nucleaire regio…
- Een variëteit aan externe structuren zoals een capsule, flagellen en pili
CELWAND
- Ligt buiten de celmembraan
- Functies:
o Karakteriseert de vorm en structuur van de cel
o Voorkomt dat de cel barst door osmose: wordt gedemonstreerd door penicilline of lysozyme
- Componenten van de celwand:
o Peptidoglycaan
o Buitenste membraan
o Periplasmatische ruimte
Verschil met eukaryoten is de aanwezigheid van cholesterol. Je krijgt een sterkere cel bij een eukaryote cel. Bij
prokaryoten is dit niet zo stevig door de afwezigheid van cholesterol. Bij de prokaryoot kan dus, als de bacterie
water opneemt, de cel openspringen en om dat te voorkomen zit de celwand errond.
Peptidoglycaan of mureïne bevat N-acetylglucosamine (NAG) en N-acetylmuramine zuur (NAM). Ze worden
PEPTIDOGLYCAANLAAG
gecrosslinkt aan elkaar door tetrapeptiden met een aminozuren:
- Lysine voor de meeste gram positieve bacteriën
- Diaminopimelzuur voor de meeste gram negatieve bacteriën
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lemmeslodders. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,89. Je zit daarna nergens aan vast.