Omgevingsrecht
3 delen
Algemeen deel= “het omgevingsrecht”
Bijzonder deel= Vlaams omgevingsrecht het onderscheid tussen
milieurecht , ruimtelijke ordening & stedenbouw
Praktijk= de handhaving van het omgevingsrecht
Burgerlijk recht
Strafrecht
Administratie recht
,HOOFDSTUK 1 HET OMGEVINGSRECHT ALS
RECHTSGEBIED
1 februari 2017= de nieuwe wetgeving omtrent de omgeving
Voor al de grote projecten gaat dit nieuwe wetgeving bvh worden.
(= milieu& ruimtelijk recht= omgevingsrecht)
Grote actua-vraag examen. Historisch
Het omgevingsrecht past niet in publiek en privaatrecht, dus is een buitenbeetje.
De implosie kunnen uitleggen. De reden waarom het opeen
geïmplodeerd is.
internationaal en Europees, België en lokaal
internationaal= voor ’60 was er geen aandacht aan leefmilieu & ruimte.
België= voor ’60 geen aandacht voor ruimte. Er waren geen regels die milieu of
ruimte regelde.
‘61= stedenbouwwet wordt ingevoerd met een luik
“bouwvergunningen”, die volgens procedures ingevoerd wordt & een luik
ruimtelijke ordening. De federale wetgever komt tot de beslissing dat de ruimte
beperkt is en dat we België moeten inkleuren. Nl. de RO is met plannen &
kleuren.
Groen voor de bossen, geel voor akkers, paars industrie, ..Iedereen wil dat ook zo
en de wetgeving ontstaat. Vergunning ontstaat via een bepaalde procedure.
Stedenbouwwet is het begin van de ruimtewetgeving
‘61 = 2e wetgeving= het ARAB, dit is een keizerlijk reglement. Het algemeen
reglement betreffende de arbeidsbescherming. Moet er een ongeluk gebeuren,
moet er iemand dood zijn tot dat een regel wordt ingevoerd???
De eerste wetgevende maatregel die gericht is tegen de hindernis. De
bescherming van de arbeiders in gevaarlijke fabrieken.
Begin van milieu
’70 = de staatshervorming
de 1e staatshervorming 1970= cultuurgemeenschappen
De politici gaan zeggen dat die de nederlandse, franse & duitse cultuur of maw
de taal beschermen. Ook cultuurraden worden hierbij opgericht.
de 2e staatshervorming 1980= bijzondere wet 1980
De persoonsgebonden bevoegdheden= Onderwijs, taal, cultuur. Geen
cultuurgemeenschappen meer, maar gemeenschappen. Deze worden
rechtstreeks verkozen.
3e staatshervorming 1988= plaatsgebonden bevoegdheden
,De gewesten hebben plaatsgebonden materies.
Economie, RO, leefmilieu,..
Vanaf 1988, vlaams miluerecht, waals milieurecht & brussels milieurecht. De
inkanteling van het mileurecht in gewest heeft immense toevloed aan wetten tot
gevolg. Huisvesting, economie, ruimtelijke ordening. Worden bvh van de
gewesten. Maar er zijn ook bvh die bij de federale OH blijven, kernenergie,
doorvoer afval door belgie, productnormen,..
Confederalisme= in amerika, als je in ene staat rijverbod hebt, bestaat het niet
dat je in de andere staat ook rijverbod hebt.
Lokaal milieurecht= examen
Meer en meer provincies en gemeenten zetten in op milieurecht. De provinciewet
voorziet dat die alles van provinciaal mogen regelen en de gemeenten alles op
gemeentelijk belang mogen regelen. Het lokale milieurecht houdt in dat ok
provincies en gemeenten milieuzaken en ruimten mogen regelen, niet het
zwaartepunt bij de deelstaten ligt. Die mogen dat regelen op basis van de
provincie en gemeentewet. Leefmilieu en ruimte is van provinciaal en
gemeentelijk belang regelen.
Maar!! Er is een dubbel voorbehoud voor zowel provincies als gemeenten.
1 die mogen niets regelen wat als volledig geregeld is.
2. Die mogen enkel aanvullend regelen. Bv. in vlaanderen is een
afvalstoffendecreet ’80 die in de jaren ’90 herzien is. Dat afval moet gesorteerd
worden enz.. Dat is allemaal vlaamse wetgeving. De taak van de gemeente is de
vuilnisophaling bv. wat wanneer en waar wordt opgehaald aanvullend iets
regelen dat door de gemeente gebeurt. In zowel de gemeente als in de provincie
zit je met de baas. De baas van de provincie is de provinciegouverneur en van de
gemeente is dat de burgemeester. De provinciegouverneur is het hoofd van de
bestendige deputatie. De bestendige deputatie(= de UM van de provincie) is de
regering van de provincie ( de UM van de provincie) De provinciegouverneur is de
eerste minister van de provincie.
In de gemeente is er een college van burgemeester en schepenen. – de UM in de
gemeente.
De provinciegouverneur en burgemeester zijn lid van bestendige deputatie en de
college van burgemeester en schepenen. Deze zijn de organen die de
milievergunning toekennen. (BD en college van schepenen zijn de organen)
klasse1 =zware hinderlijke inrichtingen, bv. afvalverbrandingsolie
de bestendige deputatie (BD) bevoegd
klasse2 = bv. varkenstal
college van schepenen en burgemeester bevoegd
klasse 3 = minimaal vervuilende, die aan de huishoudelijke dingen is gekoppeld
bv. een mazoutton.
de provinciale gouverneur en de CBS zitten in delicate positie. Enerzijds moeten
die toelating geven om een hinderlijke activiteit plaats te laten vinden &
anderzijds zijn die ook verantwoordelijk voor de veiligheid & gezondheid op hun
grondgebied.
Dus aan de ene kant toelating van de klasses en aan de andere kant
, verantwoordelijk voor de gezondheid en veiligheid op het eigen grondgebied.
Europa begint via de richtlijnen druk uit te oefenen via de richtlijnen.
de lidstaten de inhoud moeten opnemen in de lokale wetgeving (=eigen
wetgeving). De lidstaten moeten ook normen opnemen mbt de milieu.
De ruimte is beperkt, ook het leefmilieu. In functie daarvan (= ruimte &
leefmilieu) moeten er regels komen.
Evolutie op diverse terreinen
3 redenen milieurecht
1. Legaliteitsbeginsel
Geleidt dat het in de GW werd ingeschreven. examenvraag!
Het recht op een gezond leefmilieu wordt grondwettelijk bepaald
Leg uit & geef de waarde van dit grondwettelijke waarborg= examen
GW= rechten en vrijheden, staatsstructuur,
Vlak 1 is de wet in de materiële(=WDO, KB,MB) moeten grondwetsconform
zijn. GH bepaalt of het grondwetsconform is.
Toetsing van wetten voor dat die wet worden door het GH & toetsing van
feiten, wetten, situaties, vergunningen, praktijkgevallen aan de GW Er
moet hier een feitelijk probleem zijn , er moet een procedure hangen voor
een rechtbank. Er is een procedure die hangt voor een feitenrechter.
FeitenRb. & dan stelt zich een probleem voor de rechter bv. de buren
klagen dat er een stinkende kippenstal aanvaard is, een partij vraagt aan
de feitenrechter om te oordelen of een , feit, wet, gedraging
grondwetsconform is. Die moet een prejudiciële vraag stellen aan het GH.
Bv. is het verlenen van een vergunning aan kippenkweker X een schending
van art. 23 GW?
2. De regels moeten ook gehandhaafd worden.
Het handhavingsrecht is heel belangrijk geworden. Het milieurecht leidt tot
milieurecht en stedenbouwrecht tot de stedenbouwkundige vergunning.
Dat wordt één unieke vergunning onder “administratieve
vereenvoudiging”= examenvraag!
Veel wordt hervormd om het eenvoudiger te maken in 1 procedure nl. adm.
vereenvoudiging ipv 1e keer milieuvergunning te vragen & daarna een
stedenbouwkundige vergunning te vragen.
Degene die nakijkt of de mileuvergunningsvoorwaarden of
stedenbouwkundige worden nagegaan- de milieu-inspectie of de
bouwinspectie = kan examenvraag zijn! Maar die inspecties blijven wel
apart, die worden die samengevoegd.
De inspectiediensten met inspectiebvh nl inspecteurs!!!!! beëdigd zijn
( eed afgelegd als inspecteur) vanaf dan hebben die de bvh om
inspecteren. Of een DW heeft een algemene inspectiebvh (ministeriele
ambtenaar) die ook de eed afgelegd heeft als DW. Van dat inspectie of het
nu een werf, een hinderlijke inrichting, flitsboete, diefstal mag hij een pv
opmaken.
Wat is een pv, de waarde & functie= examen