100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Hoorcolleges Inleiding Strafrecht week 5 t/m 7 €4,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Hoorcolleges Inleiding Strafrecht week 5 t/m 7

 0 keer bekeken  0 aankoop
  • Vak
  • Instelling

Dit document bevat de hoorcolleges van het van Inleiding Strafrecht week 5 t/m 7.

Voorbeeld 2 van de 12  pagina's

  • 17 oktober 2023
  • 12
  • 2023/2024
  • College aantekeningen
  • Sven brinkhoff
  • Alle colleges
avatar-seller
WEEK 5, HC5, 3 OKTOBER 2023
Door Sven Brinkhoff


STRAFRECHT ANNO NU

SCHIETPARTIJ IN ROTTERDAM
Het verdachtebegrip (art. 27 Sv) voldeed in de zaak van de schietpartij. Er was een redelijk vermoeden van
schuld (objectief gerechtvaardigd), een concreet strafbaar feit en voldoende objectieve feiten en
omstandigheden (zoals de camerabeelden, 112-meldingen, ooggetuigenverslagen, aanwezigheid op de plaats
delict).

Een mogelijke tenlastelegging zou bestaan uit driemaal een feit waarbij primair moord vaststaat (art. 289 Sr) en
subsidiair doodslag (art. 287 Sr). Daarna gevolgd door een feit van brandstichting (art. 157 Sr). Een mogelijke
beoordeling van de rechter zou levenslang kunnen zijn of een lange gevangenisstraf met TBS.

Een van de dodelijke slagen is geweest op een veertienjarig meisje, en deze is pas later overleden. Telt dit dan
nog wel als doodslag? Dit is een vraag over causaliteit, is er nog wel een causaal verband? In dit geval wel, maar
die keten kan doorbroken worden als zij bijvoorbeeld heel laat pas naar het ziekenhuis is gebracht of wanneer
er in het ziekenhuis een medische fout wordt gemaakt. In Nederland worden de straffen niet bij elkaar
opgeteld, maar telt het zwaarste strafmaximum, met daarbovenop 1/3 of de helft.


DOODSLAG VS. MOORD
Het verschil tussen doodslag en moord is een extra bestanddeel dat voorkomt bij moord. Bij moord gaat men
uit van een voorbedachten rade (bestanddeel). Dit betekent dat er vooraf is bedacht, maakt niet uit hoe lang
van tevoren, dat deze persoon vermoord zou gaan worden. Bij doodslag hoeft alleen opzet bewezen te
worden.

Bij de brandstichting moet de opzet gericht zijn geweest op de brand (art. 157 Sr). Als daarbij mensen
onopzettelijk zijn omgekomen maakt niet uit als de brand opzettelijk is gesticht.


STRUCTUUR STRAFBAAR FEIT
• Menselijke gedraging
• Die valt onder een delictsomschrijving (bestanddelen)
• En die wederrechtelijk
• En verwijtbaar is.


BELANGRIJKE BEGRIPPEN (I):
Bestanddelen Concrete voorwaarden voor strafbaarheid die je in de delictsomschrijving
leest.
Elementen Algemene voorwaarden voor strafbaarheid (deze hangen erboven, en
worden zichtbaar bij strafuitsluitingsgronden).
Wederrechtelijkheid ‘Handelen in strijd met recht’ (element en bestanddeel).
Verwijtbaarheid ‘Geen straf zonder schuld’ (element en bestanddeel).

Objectieve bestanddelen Bijvoorbeeld ‘enig goed uit art. 310 (uiterlijk waarneembare feiten en
omstandigheden).
Subjectieve bestanddelen Zoals de geestestoestand, opzet, of culpa. Je komt in het hoofd van de
verdachte om te achterhalen met welke intentie hij iets heeft gedaan.

, BELANGRIJKE BEGRIPPEN (II):
Voorwaardelijk opzet Bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden
‘Willens en wetens’ blootstellen aan de aanmerkelijke kans
Culpa Verwijtbare aanmerkelijke onvoorzichtigheid


OPZET
Bij opzet gaat het om ‘willens en wetens’. Het is een subjectief bestanddeel, opgenomen in de tenlastelegging.
De bewijsvraag luidt als de 1ste vraag van art. 350 Sv. Je kunt opzet bewijzen door alles wat in het dossier staat,
zoals bijvoorbeeld:
• Gedragingen
• Motieven
• Eigen verklaring van verdachte
• Van tevoren spullen aankopen ter voorbereiding
• Beelden
• Verklaring getuigen
Opzet is een bestanddeel waar bewijs voor nodig moet zijn. In de Rotterdamse zaak is dit opzet waarschijnlijk
niet ingewikkeld te verklaren. Er zijn andere situaties denkbaar waarin het willens en wetens aspect bewijzen
moet worden. Het kan een grijze situatie worden op het moment dat een verdachte ontkent of zelfs zwijgt.


VORMEN VAN OPZET
1. Opzet als bedoeling (zuiver opzet, vol opzet)
Er zit geen ruis tussen de intenties van de dader en de gevolgen
2. Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn
Het gaat om indirecte wil (voorbeeld van indirect pad van je wil naar oplichting via moord, dolus
indirectus, en het voorbeeld van wesp op wang geklapt). Nood breekt wet is hier een voorbeeld van.
3. Voorwaardelijk opzet: het niet zuiver willen, maar wel:
‘(2) bewust een (1) aanmerkelijke kans (3) aanvaarden’
Het bewijzen van het bestanddeel opzet maakt uit voor de strafmaat. Voorwaardelijk opzet verloopt in
stappen.

Casus: rotje in de tram
De casus speelt zich af op 31 dec 2001 te Den Haag. Op deze datum stapte de verdachte een tram in. Hij had
een rotje bij zich, en stak die aan. Hij gooide het rotje de tram uit, maar die kaatste af van de schouder van
iemand die de tram net uitliep, waardoor het rotje in de tram bleef. De verdachte probeerde het rotje weg te
schoppen, maar dit lukte niet. Het rotje ging af in de tram, en veroorzaakte zware gehoorbeschadiging bij een
ander. De vraag hierbij luidt als volgt: Is er hier sprake van opzet?

Aan de ene kan t kun je zeggen dat er inderdaad sprake was van een bewust aanmerkelijke kans die werd
aanvaard, maar aan de andere kant kon hij zelf ook lichamelijk letsel ondervinden. We kijken stapsgewijs naar
de zaak:


STAPPENPLAN VOORWAARDELIJKE OPZET
Stap 1: aanmerkelijke kans (naar algemene ervaringsregels niet onwaarschijnlijke kans dat iets kan gebeuren)
Stap 2: wetenschap (de normaal denkend en handelende mens had dit moeten weten)
Stap 3: aanvaarden (waaruit blijkt dat deze verdachte het wilde kun je ook verklaren uit zijn gedrag. Contra-
indicaties zijn belangrijk om juist het niet-willen te bewijzen).

Voor de casus van rotje in de tram passen wij het stappenplan toe:

Stap 1: aanmerkelijke kans
Als je in een tram/druk gebied bent dan is de kans aanmerkelijk, naar algemene ervaringsregels, dat een ander
daardoor pijn of letsel oploopt. Er is sprake van een niet onwaarschijnlijke kans dat dit kon gebeuren.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nadjamcvetkovic. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73091 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49
  • (0)
  Kopen