Samenvatting Sportmanagement van SPECO jaar 1. Samenvatting bestaat uit de volgende hoofdstukken: H1: Inleiding, H4: Strategie, H5: Organisatiestructuren, H6: Cultuur, H7: HRM
en Besluitvorming.
Samenvatting Sportmanagement: Hoofdstuk 1, 4, 5, 6 en 7 + videocollege 2,3,10 en 12 t/m 16
Managementgame compleet 1 tm 7 voor vak organisatie advies
Alles voor dit studieboek (12)
Geschreven voor
Fontys Hogeschool (Fontys)
SPECO
Sportmanagement
Alle documenten voor dit vak (4)
3
beoordelingen
Door: Samjansen56 • 5 jaar geleden
Door: lucscheepers2 • 4 jaar geleden
Door: reinjong • 5 jaar geleden
Verkoper
Volgen
Joelle98
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Sportmanagement
Hoofdstuk 1: Inleiding
Een manager moet kunnen omgaan met verschillende en veranderende omstandigheden.
Definitie van sport: “Alle activiteiten waarbij fysieke en/of geestelijke inspanning of vaardigheden
verlangd worden en waarbij de inspanning of vaardigheid zelf het doel is. Dit kan al dan niet binnen
een context die georganiseerd is, wedstrijdelementen bevat of aan bepaalde spelregels voldoet.”
Unieke eigenschappen van sport als business ten opzichte van het bedrijfsleven:
Sport = passie en emotie
Sport = ‘it’s not all about the money’
Sport = concurreren en samenwerken tegelijk
Sport = identificatie en loyaliteit
Sport = afhankelijk van vrijwilligers
Aangepaste vorm van het kwadrantenmodel van Broeke.
Verticale as = managementbenadering
Horizontale as = hoe sport benadert
Managementbenadering:
Anglo-Amerikaanse:
o Concurrerend ondernemerschap
o Weinig overheidsbemoeienis
o Kortetermijnwinst
Rijnlands-Europees:
o Samenwerken
o Actieve rol overheid
Hoe wordt de sport benaderd:
Sport als doel
o Organiseren van
sportactiviteiten
Sport als middel
o Sport ingezet om andere
doelstellingen te realiseren
Indeling van mogelijke sportmanagement
functies binnen het kwadrantenmodel van
Broeke.
,Definitie sportmanagement: “Het coördineren van werkzaamheden in een organisatie die actief is in
de sport business zodat deze op een efficiënte en effectieve wijze plaatsvinden rekening houdend
met de unieke eigenschappen van sport.”
Coördinatie = het verdelen van werkzaamheden en het aansturen van personeel.
CEO/Topmanager stuurt midden management aan.
Effectiviteit = het voltooien van activiteiten zodat de doelstelling van de organisatie worden
gerealiseerd.
Efficiëntie = het halen van maximale productie met het verbruik van zo min mogelijk middelen.
Management streeft naar: realisatie van zo veel mogelijk doelstellingen (hoge effectiviteit) met zo min
mogelijk verlies van bronnen (hoge efficiëntie)
Sportmanager = iemand die werkzaam is in de sport business en die doelstellingen van de organisatie
weer te realiseren door werknemers en werkzaamheden te coördineren.
Onderscheid maken tussen functionele manager en algemene manager:
Functionele manager is verantwoordelijk voor een specifiek deelgebied van een organisatie.
Heeft specifieke kennis in huis.
Algemene manager is verantwoordelijk voor alle werkzaamheden binnen een organisatie of
grote afdeling. Daarbinnen is hij verantwoordelijk voor verschillende deelgebieden.
Manager brengt en stuurt het handelen van andere mensen opgang. Geeft richting aan processen,
mensen en middelen om bepaalde doelstellingen te bereiken.
Plannen:
Doelen formuleren
Strategie ontwikkelen
Organiseren:
Indelen van de taken
o Wat wat moer er gedaan worden
o Wie verdelen van taken
o Hoe samenwerken, besluiten nemen, verantwoording afleggen
Leiding geven:
Stimuleren, motiveren, problemen oplossen, instrumenteren, delegeren, coördineren
proces begeleiden
Evalueren:
, Wat wat is er bereikt, wat niet?
Waarom waarom wel of niet gelukt?
Hoe hoe groot is het verschil met de gekozen doelstelling?
Managementrollen verwijst naar specifieke categorieën van managementgedrag.
3 soorten managementrollen:
Interpersoonlijke rollen:
o Extern: organisatie vertegenwoordigen naar buiten
o Intern: leiding geven, afstemmen taken en mensen
o Netwerken: afstemming van intern en extern
Informatieve rollen:
o Extern: informatie opvangen
o Intern: informatie doorvertalen
o Netwerk: informatie afstemmen
Besluitvormende rollen
o Plannen goedkeuren of afkeuren
o Toewijzen van mensen en middelen
o Omgaan met schaarse middelen
o Ondernemen
3 belangrijke managementvaardigheden:
Technische vaardigheden
o Kennis en vakkundigheid in bepaalde specialismen (belangrijk voor lager- en
middenmanagement.
Menselijke vaardigheden
o Communiceren, motiveren, leiden, inspireren. (belangrijk voor alle management
lagen)
o Conceptuele vaardigheden
Nadenken over abstracte en ingewikkelde situaties (belangrijk voor
topmanagement)
Hoofdstuk 4: Strategie
Willen sportorganisaties langere tijd succes hebben, dan moeten ze:
Achterhalen in welke omgeving de concurrentie plaatsvindt en ervoor zorgen dat ze de
middelen en capaciteiten hebben om zich met succes in deze omgeving te kunnen bewegen.
Inzicht hebben in de concurrentie
Een duidelijke en gedetailleerde visie hebben op wat ze moeten bereiken in elk tijdbestek en
op welke manier
Op basis van het bovenstaande een geschikte strategie formuleren
Deze strategie implementeren
Het welslagen ervan evalueren en de strategie zo nodig aanpassen.
Strategie = de richting en scope van een organisatie over de lange termijn, wat concurrentievoordeel
voor de organisatie oplevert door de inzet van eigen middelen, waarbij de verwachtingen van
belanghebbenden worden vervuld en waarbij ingespeeld wordt op de veranderende omgeving.
, Strategisch sportmanagement betreft het handelen van sportmanagers om die richting en scope te
bepalen en de consequenties ervan door te voeren binnen de sportorganisatie.
Het belang van strategisch management:
Strategisch management geeft voor de
lange termijn richting aan de hele
organisatie
Helpt bij het nemen van beslissingen
Helpt bij het inspringen op gewijzigde
situaties
Bevordert de prestaties
De vier redenen voor strategisch
management.
Het strategisch managementproces:
Stap 1: beschrijven van de huidige missie, visie en organisatiedoelstellingen
Alle strategische keuzes moeten passen bij de eerder vastgelegde missie, visie en
doelstellingen.
Missie = bestaansredenen van de organisatie
Visie = toekomstbeeld van de organisatie
Doelstellingen = concretisering van de doelen
Organisatiedoelen zijn gericht op de kortere termijn (een tot vijf jaar)
Macro-omgeving analyse:
DESTEP-methode:
o Demografisch
o Economisch
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Joelle98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.