Delphine De Roy
STIJLEN
ROMAANS 1000- 1200
- Rondboogvormige ramen en deuropeningen
GOTIEK – 1200-1550
- Spitsboogvensters: hoe hoger de boog, hoe vroeger, hoe stomper, hoe later de gotiek
VROEG GOTIEK–1200-1300
- Robuuste gotiek, dikke muren, veel natuursteen (Doorniks kalksteen)
HOOG GOTIEK–1300-1400
LAAT GOTIEK–1400-1550
- Traditionele bak & zandsteen stijl
- Baksteen in combinatie met kalksteen: deurposten, vensterposten, kruisvenster en speklagen
OVERGANGSFASE TUSSEN LAAT GOTIEK EN VROEGE RENAISSANCE–1530-1580
- Kenmerken van gotiek als renaissance
RENAISSANCE – 1530-1630
Basis: romeinse oudheid (Zwaarder en meer gedecoreerd)
VROEGE RENAISSANCE–1530-156
HOGE RENAISSANCE–1560-1600
LATE RENAISSANCE–1600-1630
BAROK – 1670-1720
Nauw met renaissance (2D en sober), barok (3D met zwaardere ornamenten en versieringen)
VROEGEBAROK–1610-1625 (FR: LODEWIJK13 - STIJL)
HOOGBAROK–1630-1670 (RUBENSBAROK/JEZUÏETENBAROK)
- Barok: stijl van de katholieke kerk
- Zware, exuberante gebouwen, onder de indruk van de kracht, rijkdom en goud in interieur en exterieur (doel was om te
imponeren)
LAATBAROK/CLASSISERENDE BAROK–1655-1715 (FR: LODEWIJK14 - STIJL)
- Invloed classicisme en renaissance: zuilen en frontons
RÉGENCE – 1715-1722
- Voornamelijk interieur
ROCOCO – 1730-1760 (LODEWIJK XV (15)
- Onregelmatige, asymmetrische schelpen
TRANSITION – 1760-1744
- Beperkte en korte stijl, overgangsperiode tussen rococo, classicisme en Lodewijk 15 en 16
CLASSICISME – 1770-1775 (LODEWIJK XVI (16)
DIRECTOIRE – 1790-1800
- Komaf maken met alle Lodewijk stijlen en nieuwe stijlen invoeren
- Basis van etrusken en pompeiiaanse oudheid
EMPIRE – 1800-1830
RESTAURATION – 1815-1830 (LAAT CLASSICISME)
- Mengeling van empire en classicisme
1
, Delphine De Roy
BIEDERMEIER – 1820-1850
ECLECTISCHE STIJL – 1830-1848
- Mengeling van neorenaissance, neobarok, neoclassisme en neo-empire
- Stukadoorsneogotiek, troubadours gotiek
SECOND EMPIRE – 1848-1870 (NAPOLEON 3 STIJL)
- Neo Italiaanse renaissance, neobarok en neoclassicisme
NEOGOTIEK EN VLAAMSE RENAISSANCE – 1860-1900
- Terugkeren naar het verleden, voornamelijk in katholieke milieus
ART NOUVEAU – 1893-1914
- Van de velde en Horta
- Streven naar eerlijkheid in materiaalgebruik en constructi
ART DECO – 1920-1940
- Decoratieve, gestileerd en geometrisch
- Industrialisatie, mondiale stijl
MODERNISME – 1945-1975
- Gebouwen met frontons
-
2
, Delphine De Roy
EVOLUTIE STOELEN EN KASTEN
GOTIEK 1200-1500
- Alle meubels zijn gemaakt in eik in België
- Rechte verbindingen: pen en gat verbindingen
- Geprofileerde kastdeuren, stijlenregelwerk
- Panelen zijn altijd dubbel: briefpanelen op basis van opgerold perkament
- De rug van een stoel maas of traceer werk in houtsnijwerk spitsboog
FRANSE RENAISSANCE 1520-1610
- Gebaseerd op de Italiaanse
- Ronde uitgevoerde poten: draaiwerk, bolpoten
- In kast panelen: medaillons, altijd cirkelvormig, ovaal in het classisme
- Stoel rug: rondboog en kroonlijst van boven (ook terug te vinden in de kasten)
- Gebruikt materiaal :eik en notenlaar
Voorbeelden
ITALIAANSE RENAISSANCE
- Gebaseerd op de romeinse oudheid
- Scheerstoel of curulistoel (lijk top een regisseursstoel, kan je dicht klappen)
- Panelen, klein medaillon erop
- Leeuwen poten onder de stoel
- Cartouche op de leuningen lijkt wat op gerold perkament
Voorbeelden
DUITSE RENAISSANCE, 1530
- Hans Vredemans de vries
- Zwaar van opvatting
- Eigen meubelen
Voorbeelden
SPAANSE RENAISSANCE
- Met messing nagels in frame
- Lederen zitting
VLAAMSE RENAISSANCE, 1550-1620
- Hans Vredemans de vries (heel Europa)
- Opvallende stoelen: veel draaiwerk, balusterpoot
- Balusterpoot ook aan tafels
- In de panelen zijn diamanten geplaatst
3
, Delphine De Roy
- Bol poten aan de kast zijn geprofileerd
- Stoelen nog steeds lederen rug met messing nagels
- Eikenhout of intarsia: inlegwerk met ebbenhout, heel uitzonderlijk
Voorbeelden
VROEGE BAROK, 1610-1630 / LOUIS XIII (LODEWIJK 13DE STIJL)
- Getorste poten
- Kasten met panelen, ze zijn iets minder druk (diamant kop of kussenkasten)
- Bolpoten, soms geprofileerd niet altijd
- Soms corbonaans lederbekleding
- Stoel rug bekleding vastgemaakt met koperen nagels (messing nagels zijn geel kleurig)
- Sporten stoel in H - vorm uitgewerkt
LOUIS XIV, CLASSISERENDE 1660-1715
- Omgekeerde obelisk of volutes (=krulvorm)
- Stoelen spiegelboog
- Textiel stoffel: tapijstof, fineer, zijde of nog steeds leder
VLAAMSE BAROK, 1630-1770
- Bolpotenonderkasten
- Meer beeldhouwwerk op de kasten
- Alles wordt overdadig 3D gedecoreerd
HOLLANDSE BAROK
- 17de eeuw: Nederland gaat zijn eigen richting uit, de richting van Engeland
- In Vlaanderen nooit behalve in de neogotiek
- S vormige poten van stoelen (Vlaanderen: pas 18de eeuw)
- Kussenkasten, zwaar diamantkoppen op kasten
- Bolpoten minder zwaar als in België
- Houten frame op rugleuning
RÉGENCE, 1715-1722
- 2D, niet in 3D
- Minder zwaar, minder grootspraken
- S- vormige poten
- Symmetrisch, alles is hetzelfde
- overgang van muur naar plafond is hol, een boog
4