1
Historiografie van de kunstwetenschappen
❖ syllabus = leerstof
❖ verplichte lectuur zie pp
❖ inleiding en situering van het vakgebied
➢ historiografie = geschiedschrijving?
■ historiografie = elke studie & interpretatie van het verleden op basis
van geschreven & leesbare bronnen
■ historiografie zegt geschiedschrijving niet zomaar vertrouwen (altijd
een agenda bv. politiek)
■ dus soort van synoniem maar niet volledig
■ in recente intellectuele praktijk: historiografie als bijzondere discipline
binnen de geschiedenis → de geschiedenis van de geschiedschrijving
● discipline van de historiografie vertrekt uit de vaststelling dat
geschiedschrijving niet alleen opsommen van feiten is maar
ook een interpretatie van die feiten
◆ = hoe die gebeurtenissen met elkaar zijn verbonden en
welk verhaal er uit het onderzoek tevoorschijn komt
■ pioniers baseerden zich vooral op filosofie bv. Hegel, Kant
■ nu wil men zich meer baseren op exacte wetenschappen
➢ geschiedkundig onderzoek:
1. Opzoeken van feiten, via bronnen (geschreven of
ongeschreven, bv. voorwerpen)
2. Ordenen van feiten in een chronologisch verband
3. Zoeken naar de samenhang tussen de historische
feiten
4. Interpretatie van die samenhang
a. betwistbaar, omdat interpretatie nooit volledig
objectief kan zijn
■ Historiografie onderzoekt de systemen van interpretatie op hun eigen
grond:
● Controle van de uitgangspunten, om het resultaat te kunnen
verifiëren, en eventueel alternatieve interpretatie te ontwikkelen
● Het debat gaat over de geldigheid van de interpretatiesystemen
■ Geschiedschrijving berust op rationele principes en argumenten, maar
die zijn nooit objectief in strikte zin
● berusten steeds op ideeën, waarden, of op een specifieke blik
op de werkelijkheid
● waardeoordeel kan ook zitten in je vraagstelling
● historiografie als discipline wil een antwoord geven op het
besef dat geen enkele vorm van geschiedschrijving volkomen
objectief kan zijn
■ we maken de kritische analyse van het proces om de resultaten van
de geschiedschrijving te toetsen, om conclusies te controleren
■ om de feiten onder te brengen in een historisch verhaal zal de
geschiedschrijving het ideaal van objectiviteit moeten opgeven
, 2
➢ geschiedenis van de kunsten als bijzonder domein
■ geschiedenis v/d kunsten met eigen problemen
● verleden van de discipline handig is hulpmiddel voor
eigentijdse aanpak
● discussie over noodzaak van historische interpretatie kunst
■ David Carrier:
"The art historian need not re-create past events, for what we experience is
that very artifact made by the artist him- or herself. When I view Artemisia
Gentileschi's Self-Portrait as the Allegory of Painting, Berthe Morisot's
Portrait of Cornélie Morisot and Edma Pontillon, or Agnes Martin's abstract
masterpieces of the 1980s, what need have I for history? I can see for myself
what they made; I am present directly in front of the surfaces they painted.”
● esthetisch aspect, door in de kunst te kijken kunnen we
emotioneel reageren
● belangrijk in hoe we over kunst denken
■ gelijkenissen met algemene geschiedenis & historisch onderzoek
maar ook eigen problemen
■ lange voorgeschiedenis
● historisch onderzoek v/d kunsten ongv ontstaan rond 1830
● grondleggers: lois Riegl, Heinrich Wölf-lin, Aby Warburg, Max
Friedländer
◆ baanbrekend onderzoek rond de eeuwwisseling 1800-
1900
◆ met hun werk kreeg de discipline een eigen profiel in
het ruimere gebied van de geesteswetenschappen
◆ hun standpunten & methoden worden vandaag niet
meer zomaar aanvaard maar de vraagstellingen en
centrale problemen gelden nog steeds
■ blik op deze geschiedenis is handig hulpmiddel om nieuwe
kunsthistorische interpretaties te doen
◆ voorwaarde om de eigen aanpak te kunnen situeren &
motiveren
◆ kunst stelt haar eigen problemen aan de historicus →
één van die problemen = noodzaak van historische
interpretatie van kunst → Willen we historische kennis
over kunst opdoen, moeten we dan de emotionele
impact van het kunstwerk negeren?
➢ staat historische context in de weg van een
eigen interpretatie?
, 3
➢ geschiedenis van de kunsten in de geesteswetenschappen (!)
■ Geschiedenis is niet de enige kunstwetenschappelijke discipline
● kunsttheorie
◆ zoekt naar algemene principes die het maken en
ontvangen van kunst mogelijk maken
● bv. systematische musicologie
◆ beschouwt muziek als een universeel menselijk
fenomeen
◆ zoekt naar de grondslagen waardoor muziek als
expressie- en kunstvorm mogelijk wordt
◆ gaat niet enkel om esthetische kwaliteiten, maar ook
toepassingen in het menselijk handelen bv. de
toepassing van de muziek op het verbeteren van
sportprestaties
■ Geschiedenis van de kunsten maakt deel uit van “Liberal Arts”, of
geesteswetenschappen (= studie van de menselijke creativiteit in al
zijn facetten)
● historische dimensie valt niet weg te denken
◆ is inherent in de studie van de creativiteit
■ geesteswetenschappen ≠ menswetenschappen
● menswetenschappen: inhouden, beeld, literatuur, gebaar,
theater (performance-kunst) → expressievormen die niet allen
in woorden om te zetten zijn
◆ hoort wel bij de liberal arts / geesteswetenschappen
■ Studie van de menselijke creativiteit, hoe de menselijke geest werkt
en tot creatieve resultaten komt
■ definitie van de geesteswetenschappen → Roger Scruton
“De geesteswetenschappen onderzoeken en verklaren het menselijk
handelen als manifestaties van de menselijke geest - en het begrip
'wetenschap' heeft hier zijn oude, brede betekenis die ook kennis,
deskundigheid en wijsheid omvat, zoals scientia in het Latijn. ”
● Wetenschap = scientia: onderzoeken en verklaren van het
menselijk handelen als manifestaties van de menselijke geest
◆ scientia houdt in: kennis, deskundigheid en wijsheid
◆ wetenschap als science = studie vanuit een objectief
standpunt, de wereld als een “mechanisch stelsel van
objecten”
● Voor de geestwetenschappen is dit model van objectieve
“science” ontoereikend
, 4
◆ “Het offert het menselijke beeld op aan de niet-
menselijke werkelijkheid”
◆ Cultuur heeft altijd een intermenselijk karakter
➢ cultuuruitingen zijn gemaakt door mensen +
gericht aan mensen
■ deze cultuuruitingen scheppen een
dialoog/uitwisseling van standpunten &
ideeën
● kunst-, theater- en muziekgeschiedenis kunnen de objectieve
‘science’ integreren in hun onderzoek bv. materiële studie &
datering van kunstobjecten, hun fysieke onstaan,... → Materiële
studie van kunst is nodig, maar ontoereikend voor wat kunst
tot kunst maakt
◆ we moeten de kunst niet alleen proberen kennen &
begrijpen maar bijdragen tot het debat over creativiteit
& betekenis, over de lezing van het verleden
➢ Centrale vraagstelling: wat dragen de kunsten bij tot de ontwikkeling van
menselijke kennis en ervaring?
■ = de definitie van wat het visuele beeld, de theatrale of muzikale
performance precies toevoegen aan de menselijke kennis en
communicatie
■ kunst, muziek en theater moeten iets meer te bieden hebben dan een
blik te gunnen in het verleden van het menselijke denken & handelen
➢ Verschil tussen kunst en andere cultuuruitingen: het esthetische (de artistieke
waarde) blijft een centrale vraag
■ invulling van wat esthetische waarde zou zijn blijft betwistbaar, maar
aan de vraag valt niet te ontkomen
➢ Verschil tussen kunstgeschiedenis en cultural studies: impact van iconische
kunstwerken tegenover de betekenis van de objecten waarmee we ons leven
vormgeven
■ (Dana Arnold ⇒) hoge kunst / lage kunst
● cultural studies & visual studies beschouwen elke vorm van
visuele of muzikale uitdrukking als betekenisvol
◆ het visuele = manier waarop mensen naar de
werkelijkheid kijken
◆ nemen de focus van de traditionele kunstgeschiedenis
op de ‘hoge kunst’ voor een uiting van elitair bewustzijn
● maatschappelijk gezien bestaat er kunst die zich afspeelt in de
toplaag van de menselijke kunst
◆ maatschappelijk machtige minderheid legt zijn smaak
op als norm van wat kunst zou zijn
➢ proberen hun smaak dan op te leggen aan de
massa via media, cultuur,...
■ dit proces wordt ook wel eens
beschavingsoffensief genoemd