Samenvatting Belangrijke begrippen toets Taal in de onderbouw
29 keer bekeken 4 keer verkocht
Vak
Taal in de onderbouw
Instelling
Hogeschool InHolland (InHolland)
Boek
Aanvankelijk En Technisch Lezen
In dit document kun je de belangrijkste begrippen vinden voor de toets Taal in de onderbouw. De verplichte literatuur Aanvankelijk en technisch lezen - Spelling en Portaal worden behandeld.
Aanvankelijk en technisch lezen: hoofdstuk 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3 helemaal, 4.1.1, 4.2, 9.2 en spelli
22 oktober 2023
31 oktober 2023
33
2023/2024
Samenvatting
Onderwerpen
spelling
portaal
aanvankelijk en technisch lezen
toets taal in de onderbouw
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Samenvatting rekenen en taal onderbouw
Samenvatting "Aanvankelijk en technisch lezen"
Samenvatting Aanvankelijk En Technisch Lezen, ISBN: 9789001407247 NL: Lezen
Alles voor dit studieboek (4)
Geschreven voor
Hogeschool InHolland (InHolland)
Flexibele Pabo
Taal in de onderbouw
Alle documenten voor dit vak (2)
Verkoper
Volgen
MSchrauwen
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Toets taal in de onderbouw:
Boeken: Taal en didactiek: Aanvankelijk en technisch lezen + Spelling en Portaal
Aanvankelijk en technisch lezen:
Hoofdstuk 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 3 helemaal, 4.1.1, 4.2, 9.2
Spelling:
Hoofdstukken 1, 2 en 3
Portaal:
Hoofdstuk 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 2 en 3 helemaal, 4.4, 4.5, 5.4, 5.5, 6.4, 6.5, 7.4, 7.5, 8 helemaal, 10.1.5, 10.4, 10.5
We onderscheiden de 1. Visueel niveau
volgende niveaus voor 2. Morfologisch niveau
informatieverwerking: 3. Semantisch niveau
4. Syntactisch niveau
1. Visueel niveau: - Zien van speciale kenmerken letters/woorden
- Stok naar boven/beneden of herhaling vormen w/m
- Methode aanvankelijk lezen - schreefloze letter, letter zonder
dwarsstreepjes - makkelijk te herkennen
- Beginfase leren lezen - Meest gebruik van informatie van afzonderlijke letters
(visueel niveau) - Na beginfase - meer leeservaring - clusters van letters
- Aanvankelijk lezen - gebruik van visueel niveau
- Gebruik alfabetisch - Elke spraakklank wordt weergegeven door een teken
schriftsysteem (visueel - Maan heeft 3 klanken - m aa n
niveau) - Er zijn spraakklanken waar geen apart teken voor is: deur/neus
- Betekenisonderscheidende spraakklanken ook wel foneem
genoemd (eu in deur en neus zijn hetzelfde foneem, maar twee
verschillende klanken)
- Foneem (visueel niveau) - Dergelijke betekenisonderscheidende spraakklanken, zoals in
deur of neus. Het is dezelfde foneem, maar een andere klank
- Grafeem (visueel niveau) - Er zijn niet genoeg letters om fonemen weer te geven
- Kennen 36 fonemen, van de 26 letters worden er 23 gebruikt
- De q en x duiden twee fonemen aan en c kunnen we gebruiken
als een k of s
- Nederlands opgelost door fonemen weer te geven door
combinaties van letters (oe, ie etc.)
- Een letter of lettercombinatie die een foneem weergeeft,
noemen we een grafeem
- De i en e zijn grafemen, maar ook de ie en ee
- Kinderen vinden het lezen van grafemen moeilijk:
P l o e g - P l oe g
,- Klankzuivere woorden - Derde moeilijkheid van het schrijfsysteem is dat de koppeling
(visueel niveau) tussen grafemen en fonemen niet eenduidig is
- Uitspraak van de d in (d)en (grafeem) of ba(d) (foneem) is anders
- Bij aanvankelijk lezen daarom alleen woorden aanbieden waarbij
de koppeling tussen foneem en grafeem wel eenduidig is
- Dit worden klankzuivere woorden genoemd (aap, noot, mies,
maan, roos, vis)
- Overzicht 36 Nederlandse Klinkers korte klank:
grafemen: a, e, o, u, i
Klinkers lange klank:
aa, ee, oo, uu
Enkele medeklinkers:
p, b, t, d, k, f, v, s, z, h, g, l, r, j, w, m, n
Dubbele medeklinkers:
ch, ng
Tweetekenklanken:
ei, ij, au, ou, eu, ie, ui, oe
2. Morfologisch niveau: - Morfologie van een woord is de manier waarop een woord is
opgebouwd
- Bij lezen maak je gebruik van kennis van de opbouw van woorden
- Lezer herkent vertrouwelijk sneller wanneer hij het woord trouw
kent
- Voorvoegsels herkennen als be, ge en ver of achtervoegsels tje en
lijk - leesproces sneller verlopen
3. Semantisch niveau: - Derde niveau van informatieverwerking heeft te maken met de
betekenis
- Zin als 'geef hem een schop' kun je niet afgaan op visuele
informatie
- Betekenis van woorden erbij betrekken (tuinman of voetballer)
- Een dromedaris heeft maar één... (aanvullen met bult, op grond
van betekenis)
- Geoefende lezers nemen het ontbreken van een woord niet waar
4. Syntactisch niveau: - Gaat om relaties tussen woorden, woordgroepen en zinnen
- Volgorde van woorden in een zin is bepalend:
Zo is het fijn - Het is zo fijn
- Ander verschijnsel van syntactisch niveau is het gebruik van
verwijswoorden:
Natasja huilt - 'Haar' poes is dood
- Lezer maakt dus steeds gebruik van syntactische informatie en is
bezig met verbanden te leggen binnen een zin/tekst
,- Bottom-upmodel of - Lezer begint met waarnemen op visueel niveau
opbouwmodel - Eerst herkennen letters, dan opbouw woorden/woordgroepen -
daarna betekenis
- Woorden en woordgroepen vul je aan op grond van ervaring
- Werkelijkheid verloopt het leesproces anders dan bottom-
upmodel aangeeft. Kunnen goed zinnen lezen waar de woorden
zijn weggelaten: Zijn tong ha... uit zijn bek
- Top-downmodel - Volgens dit model starten leesprocessen op een hoog
informatieniveau
- Het model vat het lezen op als een proces van voorspellen,
selecteren en toetsen: 'In mei leggen... - alle vogels een ei'. Om te
kijken of de voorspelling klopt hoef je het woord vogels alleen nog
maar te selecteren (als het klopt, voorspelling getoetst)
- Lezer kijkt globaal, maakt weinig gebruik van informatie op visueel
niveau
- Interactiemodel - Tegenwoordig leesproces als interactie tussen topdown- en
bottomupprocessen
- Afwisseling tussen voorspelled en woord voor woord lezen
- Tekst met herkenbaar onderwerp - sneller voorspellend lezen.
Wanneer voorspelling niet klopt of moeilijk stuk - woord voor
woord
- Dus een wisselwerking tussen visuele informatie en kennis van
taal
- Fonologisch - Theorie over hoe verschillende informatieniveaus van taal een rol
coherentiemodel spelen bij het leesproces
- Model geeft aan hoe het geheugen werkt bij leren lezen
- Geheugen: informatie opgeslagen in zenuwcellen die met elkaar
verbonden zijn - netwerk
- Informatie ligt opgeslagen in eenheden of knopen
- Bij het leren lezen 3 soorten knopen: foneemknopen,
letterknopen en semantische knopen
- Bij het lezen is er een uitwisseling van informatie tussen deze
knopen
- Foneemknopen - Kennis van spraakklanken
- Letterknopen - Kennis van letters
- Semantische knopen - De betekenis
,Relatie van foneemknopen, - Relaties zijn niet allemaal even sterk
letterknopen en semantische - Sterkste verbinding is tussen foneem en letterknopen (in
knopen: Nederlands eenduidige relatie tussen letter en klank, letter r is
klank r)
- Hoe sterker de verbindingen, hoe gemakkelijker het leesproces
- Geoefende lezers gaan uit van letters, koppelen daar een klank
aan en daarna betekenis (fonologische route genoemd)
- Relatie tussen foneem en letterknopen niet sterk? Dan moet een
kind lang nadenken voor hij de klank bij een letter noemt - grote
kans dat het een spellende lezer wordt
- Vanuit letterknopen direct verbinding leggen met de betekenis -
radende lezer
- Hoe sterker de relatie tussen foneem en letterknopen, hoe sneller
kinderen kunnen lezen
Leesstrategieën Verschillende manieren om een tekst te decoderen. Op basis van
verschillende informatieniveaus onderscheiden we 5 verschillende
leesstrategieën
De verschillende Informatieniveau:
leesstrategieën: - Visueel niveau - Elementaire leeshandeling (m aa n - maan)
- Visueel niveau - Behulp van clusters/spellingspatronen (m aan -
maan)
- Visueel niveau - Behulp van visuele woordvorm (Yvonne)
- Morfologisch niveau - Behulp van morfologische analyse (be-hulp-
zaam)
- Semantisch en syntactisch niveau - Behulp van context (Ze
bibberen van...)
- Elementaire leeshandeling - Kind leest letter voor letter
(visueel niveau) - 'Elementair' - basistechniek binnen het leren lezen
- Met behulp van elementaire leeshandeling kunnen we elk woord
lezen en bestaat uit 3 stappen
- Van essentieel belang dat kinderen in de beginfase leren lezen
volgens de elementaire leeshandeling - krijgen inzicht in de
koppeling tussen foneem en grafeem
- Niet ideale leesstrategie - laag leestempo en lange woorden zijn
minder geschikt
Elementaire leeshandeling - Handelingen worden (vaak) tegelijkertijd aangeleerd
en elementaire - Kind haalt een woord uit elkaar in spraakklanken, schrijft voor
spellinghandeling elke spraakklank de bijbehorende letter op
- Spellinghandeling is spiegelbeeld van de leeshandeling want:
* Spellinghandeling: input is gesproken woord - output is
geschreven woord
* Leeshandeling: input is geschreven woord - output is gesproken
woord
,Samenhang leeshandeling en - Elementaire leeshandeling:
spellinghandeling Geschreven woord - visuele analyse - van links naar rechts
koppelen van fonemen en grafemen - gesproken woord
- Elementaire spellinghandeling:
Gesproken woord - auditieve analyse - onthouden volgorde
fonemen - koppeling van foneem/grafeem - geschreven woord
- Bij beide staat de koppeling tussen klank en letter centraal
- Leren lezen en leren spellen kan dus goed gelijk opgaan
3 stappen elementaire Stap 1: Het van links naar rechts koppelen van fonemen en
leeshandeling: grafemen
- Binnen stap 1 nog 4 deelstappen:
* Werken volgens leesrichting
* Vaststellen eerste grafeem - visuele analyse
* Koppelen van foneem aan grafeem
* Fonemen op volgorde onthouden
Stap 2: Auditieve synthese
Stap 3: Betekenis geven
Stappen elementaire - Ondersteund met bewegingen
leeshandeling: - Bij analyseren van een woord in klanken maken de kinderen met
een of twee armen een beweging van boven naar beneden
Stappen auditieve synthese: - Ondersteund door armbeweging van links naar rechts
- Methode Letterstad - hakken en plakken genoemd
Lezen met behulp van - In beginstadium van het leesonderwijs gebruiken kinderen
clusters en spellingpatronen: veelvoudig de elementaire leeshandeling
- Vrij snel komen kinderen tot een verkorting van de handeling
- Herkennen lettercombinaties in een keer: (z eep - zeep of st ap -
stap)
- Leesstrategie: lezen met behulp van clusters en spellingpatronen
- Cluster: combinatie van medeklinkers (zoals str, spr of kl)
- Spellingpatroon: combinatie zowel klinkers als medeklinkers
(zoals ak, open, aan)
- Ook lezen van een vaste lettercombinatie (aai, ooi, eeuw) rekenen
we tot deze leeststrategie
Gebruik clusters en - Ontcijferen van niet klankzuivere woorden
spellingpatronen: - Leeststrategie: ook wel indirecte woordherkenning via visuele
synthese genoemd
- Na een tijd wordt de verkorting in spellend lezen doorgevoerd en
wordt er een woord direct herkent
- Clusters en spellingpatronen bevorderen door middel van
wisselrijtjes: huis, muis, ruis...
,Lezen met behulp van de - Voor kinderen beginnen met aanvankelijk leesonderwijs, kunnen
visuele woordvorm: ze vaak al enkele woorden lezen
- Naam herkennen, P van parkeren, woorden uit omgeving
- Leesstrategie: directe woordherkenning
- Herkenning van visuele woordvormen, aan de speciale volgorde
van letters
- Methode VLL: sluit aan bij de manier van waarnemen - aanbieden
van woorden zonder aandacht voor letters in het woord
- Ook wel naïef of globaal lezen genoemd
- Directe woordherkenning is een strategie waarmee je snel een
efficiënt kunt lezen
- Wanneer kinderen geen letterkennis hebben, moet ieder woord
afzonderlijk worden aangeleerd
Lezen met behulp van - Lezen langere woorden in groep 3 is lastig
morfologische analyse: - Maken gebruik van clusters en spellingpatronen (ge lo pen -
gelopen)
- Komt voor dat kinderen woorden niet kunnen hakken in clusters
en dan fouten leest (hengel/hengul - gek-noo-ei/guknoej)
- Voor lezen van meerlettergrepige woorden kan een lezen
gebruikmaken van kennis van de opbouw van Nederlandse
woorden (vergeeld - voorvoegsel ver - woord geel - achtervoegsel d
- aangeeft dat het een voltooid deelwoord is)
- Als een letter of combinatie van letters betekenis heeft, noemen
we het een morfeem
- Bij het lezen van langere woorden maken we gebruik van kennis
van morfemen
- Leesstrategie: lezen met behulp van morfologische analyse
Inzet leesstrategie Lezen met - Wordt vooral bij het voortgezet technisch lezen ingezet
behulp van morfologische - Ontwikkelen door middel van aandacht te besteden aan de
analyse: opbouw van woorden. Woorden met dezelfde morfeem onder
elkaar plakken:
be'vriend'
'vriend'elijk
'vriend'en
of
'ver'huizen
'ver'laten
'ver'geven
Overeenkomst en verschil Overeenkomst:
morfologische analyse en - Beide gaan om herkennen van lettercombinaties
clusters en spellingpatronen: Verschil:
- Clusters en spellingpatronen: Herkennen van lettercombinaties
die geen betekenis hebben
- Morfologische analyse: Herkennen van morfemen,
lettercombinaties die wel betekenis hebben
,Morfeem: - Sommige morfemen hebben een concrete betekenis en kunnen
als los woord voorkomen
- Sommige morfemen hebben een vage betekenis en komen niet
als los woord voor, maar alleen als voor- of achtervoegsel (-en bij
treinen (mv) of -t bij plakt (tweede of derde persoon enkelvoud)
Lezen met behulp van de - Voorgaande leesstrategieën hebben voornamelijk betrekking op
context: het lezen van afzonderlijke woorden
- We lezen geen losse woorden, maar complete zinnen en teksten
- Maakt gebruik van kennis van syntactische structuur van een zin
(volgorde van woorden)
- Bij het lezen maken we gebruik van de kennis van de opbouw van
de zinnen (met behulp van context)
- We weten dat er na een lidwoord een zelfstandig naamwoord
komt
- Bij het lezen van een tekst maken we gebruik van de betekenis
van woorden en zinnen
- Lezen met behulp van context is vooral een strategie voor
begrijpend lezen
Flexibel gebruik van - Ervaren lezers gebruiken nooit een strategie
leesstrategieën: - Door leeservaring kun je verschillende woorden in een keer
waarnemen waardoor je zorgt voor een hoge leessnelheid
- Tegenkomen onbekend woord (pyridexine) - overschakelen naar
clusters en spellingpatronen
- Beginfase aanvankelijk lezen - kinderen nog niet flexibel genoeg
om te veranderen van strategie
- Voor sommige kinderen is de overgang van de elementaire
leeshandeling naar het herkennen van grotere gehelen
problematisch - verdeelt in twee groepen - spellende en radende
lezers
Spellende lezers: - Kinderen die een grote moeite hebben met het direct herkennen
van woorden
- Kinderen die te lang blijven vasthouden aan de elementaire
leeshandeling of aan het lezen van clusters en spellingpatronen
- Daarnaast kunnen ze ook weleens woorden direct goed lezen
- Het spellend lezen kan komen doordat kinderen vaak bepaalde
deelvaardigheden niet beheersen
- Een spellende lezer leest vooral bottom-up
Radende lezers: - Kinderen die te vlug van de elementaire leeshandeling afstappen
en overschakelen op de leesstrategieën 'lezen met behulp van
visuele woordvorm of met behulp van de context'
- Denken op grond van bepaalde visuele informatie dat ze woorden
herkennen
- Radend lezen is niet altijd een kwestie van niet goed kijken,
onbekendheid met een woord zou ook kunnen
- Ik zie een duim - ik zie een duin - nog nooit op het strand geweest
- Een radende lezer leest vooral top-down
, Deelvaardigheden van het Auditieve vaardigheden:
lezen en spellen: - Auditieve objectivatie - letten op de klank/niet op betekenis
- Auditieve discriminatie - verschil horen tussen woord/klank
- Auditieve analyse - woord in klanken splitsen
- Auditieve synthese - losse klanken samenvoegen tot woord
- Temporeel ordenen - volgaorde van klanken onthouden
- Klankpositie bepalen - aangeven waar je de klank hoort
Visuele vaardigheden:
- Visuele discriminatie - verschil zien tussen letters/woorden
- Visuele analyse - letters in een woord herkennen
- Visuele synthese - losse letters samenvoegen tot een woord
- Spatieel ordenen - volgorde van letters onthouden
- Letterpositie bepalen - aangeven wat de plaats van een letter in
een woord is
Taalvaardigheden
- Kennis van begrippen - instructiebegrippen als voor, achter en
letter kennen
- Auditieve objectivatie - Noodzakelijk dat een kind in een woord verschillende klanken
(auditieve vaardigheden) herkent
- Kleuters - niet gewend om met woorden om te gaan. Stoel roept
meteen betekenis op en is niet bewust bezig met hoe het woord
klinkt
- Vaardigheid om te reflecteren op de klankvorm van een woord
noemen we auditieve objectivatie
- Welk woord klinkt langer? Reus of kabouter (kleuter antwoord
reus, kind is nog niet in staat tot auditieve objectivatie. Te veel
gericht op de betekenis)
- Ontwikkeling auditieve objectivatie: rijmspelletjes (bezig met
klankvorm - niet betekenis)
- Auditieve discriminatie - Verschillende manieren bezig zijn met klankvormen van woorden:
(auditieve vaardigheden) letten op volgorde, verschil tussen afzonderlijke klanken, de plaats
van klanken in een woord...
- Vaardigheid om overeenkomsten en verschillen tussen klanken en
woorden te kunnen vaststellen - auditieve discriminatie
- 'Hoor je twee keer hetzelfde woord of niet' (bak-en-pak-en-mat-
en-nat) (b en p - m en n)
- Lastig voor kinderen - klinkers die op elkaar lijken (zit-zet)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MSchrauwen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.