Mens en Recht Bunthof 12e editie 2023 / 55 meerkeuzevragen met antwoorden / hele boek / niveau: beginner
Mens en Recht, editie 11. Hoofdstuk 1,2,3,6,16
Samenvatting Mens en Recht 1
Alles voor dit studieboek (92)
Geschreven voor
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Social Work
(KENSOW09)
1
beoordeling
Door: ielbouichi98 • 11 maanden geleden
Verkoper
Volgen
mandersjilke
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Samenvatting kennislijn leerjaar 2 recht en macht:
Les 1: Inleiding recht
Indeling van het recht: Nationaal recht;
Burgerlijk recht: een conflict tussen mensen dat opgelost moet worden. De overheid
is geen partij hierin. Burger Burger. Hiervan kan er 1 ook een organisatie zijn.
Dat is een rechtspersoon: een organisatie/bedrijf wat wij op kunnen richten. Een
conflict over je salaris, je staat tegenover de rechtspersoon.
-Kinderbeschermingsmaatregelen (familierecht)
Strafrecht:
-BurgerOverheid (straffend)
-TBS=pij-maatregel; -18
Bestuursrecht:
-Burgeroverheid. Opvang asielzoekers. De overheid is dienstverlenend.
Staatsrecht:
-De inrichting van de overheidsinstanties onderling. Basisrechten van burgers;
grondrechten en mensenrechten.
Internationaal recht: alle regels en afspraken tussen landen onderling die voor ons van
toepassing zijn.
Rechtsbronnen:
Verdrag
Wet
Jurisprudentie, de uitspraak van de rechter
Gewoonterecht, regels die nergens zijn opgeschreven, maar die wel overal gelden.
(Zoals de motie van wantrouwen bij een minister)
Rechtsstaat: een staat waarbij de overheidsmacht wordt begrensd. Bedacht door John
Locke) Begrenzing door;
1. Legaliteitsbeginsel:
Geen bevoegdheid zonder wet
Zowel de overheid als de burgers van een staat zijn geboden aan de wet.
Als de overheid dwang wil toepassen dan moet de bevoegdheid daartoe in de wet
staan.
2. Scheiding van machten (trias politica). (Herkomst Charles Montesquieu)
Wetgevende macht
Uitvoerende/bestuurlijke macht
Rechterlijke macht
Wetgevende macht Bestuurlijke macht Rechterlijke macht
Rijksoverheid Eerste kamer, Regering, minister Hetzelfde voor
, tweede kamer en staatssecretaris allemaal. (Rechterlijke
(parlement) en de organisatie).
regering
Provincie Provinciale staten Gedeputeerde Hetzelfde voor
staten allemaal. (Rechterlijke
organisatie).
Gemeente Gemeenteraad College B&M: Hetzelfde voor
burgermeester en allemaal. (Rechterlijke
wethouders organisatie).
3. Waarborging van grondrechten
4. Rechtelijke controle
De rechters toetsen de rechtmatigheid van het overheidshandelen.
De rechters moeten onafhankelijk en onpartijdig zijn.
De rechters worden voor het leven benoemd (onafhankelijk). Dit doen ze om ervoor
te zorgen dat de rechters zonder invloed uitspraken doen, zonder bang te zijn dat ze
daarvoor ontslagen zullen worden.
De rechters doen uitspraken zonder invloed van de andere machten (onpartijdig).
5. Democratie
De burgers kiezen wie het land regeert (volksheerschappij)
Kenmerken:
-Er is een volksvertegenwoordiging (parlement, provinciale staten en gemeenteraad.
-Er is actief en passief kiesrecht.
-Er zijn vrije, eerlijke en geheime verkiezingen.
-Vreedzame wisseling van de macht, dit houdt bijvoorbeeld in dat de minister-
president (Mark Rutte) zijn verlies erkent als een andere minister-president wordt
gekozen.
-Controle op de overheid mogelijk (openbaarheid v.h. bestuur, NGO’s (Niet-
govermentele-organisatie, Amnesty International), vrije media).
- De rechten en de mening van de minderheid worden gerespecteerd.
Grondrechten/mensenrechten:
Basisrechten van burgers (burgerrechten). Herkomst: Thomas Hobbes, John Locke. Zij
hebben nagedacht over de legitimiteit van de staat(macht) tot haar burgers: sociaal
contract, natuurtoestand is onhoudbaar, onveilig (niet wenselijk). Burgers dragen een
stukje van hun vrijheid over aan een soeverein in ruil voor veiligheid. Geen
natuurstaat, maar een rechtstaat.
Deze wetten staan in de grondwet (grondrechten) en de internationale verdragen
(mensenrechten). De eerste grondwet in Nederland: Bataafse Republiek (1795-1806).
Grondwetherziening in 1848 (Thorbecke): Het parlementaire stelsel werd ingevoerd,
de koning verloor veel macht, burgers kregen meer vrijheden. Voorbeelden van
internationale verdragen: IVPBR (Internationaal verdrag inzake burgerrechte en
politieke rechten, Verenigde Naties 1966). EVRM (Europees verdrag voor de rechten
, van de mens, Raad van Europa 1950). Hierin vinden we de ‘grondrechten’ terug als
‘mensenrechten’.
Soorten grondrechten:
-Klassieke grondrechten (overheid passief): beschermen burgers tegen de overheid.
Burgers kunnen zich hierop beroepen bij de rechter.
-Sociale grondrechten (overheid actief): de overheid moet zorgen voor de burger.
Burgers kunnen zich niet hierop beroepen bij de rechter.
Vrijwilligheid en dwang:
Zelfbeschikkingsrecht (autonomie) in de zorg. Het recht om te beslissen over: je
lichaam, je privacy, je vrijheid van bewegen. Deze rechten vinden we in: de
internationale verdragen, zoals IVBPR en RVRM, als mensenrechten (universeel). De
grondwet als grondrechten (alleen van toepassing voor de burgers van Nederland).
Grondrechten die in de grondwet staan die onder het zelfbeschikkingsrecht vallen.
Privacy: artikel 10, lichaam: artikel 11, onaantastbaarheid lichaam, vrijheid van
bewegen: artikel 15 (vrijheidsontneming)
Dwang in de zorg, betekenis: iemand wordt tegen zijn wil in genoodzaakt om iets te
doen of te laten. In de zorg: er wordt tegen de wil van iemand een inbreuk gedaan op
zijn zelfbeschikkingsrecht. De rechtvaardiging voor dwang is vastgelegd in de wet.
Wanneer pas je ‘dwang’ rechtmatig toe: als je bevoegdheid hebt, in
overeenstemming met het recht (wet en regels) -> objectief. Rechtvaardig: eerlijk,
subjectief.
Proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid:
Drie belangrijke beginselen die je in acht moet nemen bij het toepassen van dwang.
‘Maatstaven’ om te toetsen of je rechtvaardig handelt bij het toepassen van dwang.
Subsidiariteit: als er een andere oplossing mogelijk is, dan geen dwang toepassen.
Proportionaliteit: als dwang wel noodzakelijk is, dan de minst ingrijpende manier
toepassen.
Doelmatigheid: het gekozen dwangmiddel is naar verwachting effectief.
Les 2: Wonen
Woonrecht:
1. Het recht op een passende huisvesting
Sociaal grondrecht art. 22 (plicht voor de overheid en niet een recht van een
individu)
2. Alle wetten en regels die over wonen gaan
Woningwet 2015: regels voor de woningcorporaties en de gemeenten over
verdeling sociale huurwoningen en leefbaarheid
WMO 2015: regels voor de gemeenten over bevorderen leefbaarheid in de
wijk, bevorderen zelfredzaamheid kwetsbare groepen door aanpassing
woning of toekenning aangepaste woning.
Boek 7 Burgerlijk Wetboek: rechten en plichten huurder en verhuurder van
woonruimte.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mandersjilke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.