Hoofdstuk 4: leren .......................................................................................................................................... 9
1. Inleiding...................................................................................................................................................... 9
2. Klassieke conditionering:.......................................................................................................................... 10
a. Definitie ............................................................................................................................................... 10
b. Factoren die het leerproces beïnvloeden ............................................................................................ 11
3. Instrumentale/ operante conditionering: ................................................................................................. 11
4. Sociaal leren ............................................................................................................................................. 12
5. Inzicht ....................................................................................................................................................... 12
6. Latent leren en cognitieve schemata ........................................................................................................ 13
7. Conditionering en psychotherapie ............................................................................................................ 13
Hoofdstuk 5: bewustzijn en emoties ............................................................................................................. 14
Hoofdstuk 6: het geheugen............................................................................................................................ 16
Hoofdstuk 7: Spatieel gedrag ........................................................................................................................ 17
Inleiding: ........................................................................................................................................................... 17
Stoornissen in spatieel gedrag .......................................................................................................................... 17
Stoornissen in het lichaamsschema ............................................................................................................. 17
1. Menswetenschappen/ menswetenschappelijke discipline
Geen zekerheid in psychologie -> je hebt wel zekerheid bij wetten bv. In een vuile omgeving ben je
meer geneigd om te stereotyperen dan in een propere omgeving = anders dan wetten van fysica
dat staat altijd vast.
Psychologie is de wetenschappelijke discipline die zich bezighoudt met de studie van:
- Interne geestelijke processen -> niet onmiddellijk observeerbaar (wat ze denken, voelen) ->
cognities en emoties verkennen – subjectieve kijk
- Externe gedragingen -> wat ze doen wel observeerbaar (lichamelijke of verbale gevoelens
uiten) -> gedragspsychologie: mentale processen en externe gedragingen wordt bestudeerd
door psychologen en is wat psychologie inhoudt. -> bestudeert gedrag, bewustzijn (emoties
kan je niet zien!)
2. Soorten psychologie: (waar houden ze zich mee bezig)
➢ Experimenteel -> natuurwetenschappen (fysica): vb. intelligentietest, mate waarin iemand
discrimineert of stereotype opvattingen heeft -> gedragingen/ cognities verklaren door een
aantal variabelen die beïnvloeden zeer sterk te verlagen.
➢ Klinisch -> tot heel betrouwbare kennis, wilt mensen helpen met psychische problemen,
niet alleen experimenteren: vb. gevalstudies bij een kleine aantal mensen
➢ Arbeidspsychologie -> studie in mensen die organisaties en taken hebben die arbeid
verrichten: vb. psychisch niet meer in staat, burn-out
➢ Ontwikkelingspsychologie -> gedragsverandering door verschillende fases in je leven, het
overschatten van werkelijkheid: vb. verschil volwassene en kind
➢ Persoonlijkheidspsychologie: sociaal zijn, teruggetrokken zijn, persoonlijkheidstypen met
kenmerken die continu blijven of ze kunnen splitsen in persoonlijkheidstypen die ze hebben.
Mensen ontwikkelen/ veranderen persoonlijkheid verwijst naar eigenschappen van iemand die
toch stabiel blijven, in verband brengen met welke persoonlijkheid welke job. Vb. van 18 jaar 10
jaar terugkijken -> veel veranderingen
➢ Sociale psychologie -> invloed van onze omgeving wat wij doen en denken:
bv. Discrimineren van personen, plaatsen of objecten, experiment van Milgram,
propere omgeving, minder discrimineren
3. Psychologie vs psychiatrie
Psychologie: opleiding psychologie, aandacht ‘normaal’ en ‘abnormaal’ gedrag kunnen specialiseren
-> geen arts, zelfstandig onderdeel -> mag geen medicatie voorschrijven
Psychiatrie: onderdeel geneeskunde -> arts, vooral ‘abnormaal’ gedrag, meestal bijsturen met
medicatie.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stienvannieuwenhuyze. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.