100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Maatschappijgeschiedenis van de klassieke oudheid (uitgebreide lesnotities) €11,99   In winkelwagen

Overig

Maatschappijgeschiedenis van de klassieke oudheid (uitgebreide lesnotities)

1 beoordeling
 276 keer bekeken  13 keer verkocht

Maatschappijgeschiedenis van de klassieke oudheid (uitgebreide lesnotities)

Voorbeeld 10 van de 118  pagina's

  • 1 december 2017
  • 118
  • 2015/2016
  • Overig
  • Onbekend
  • geschiedenis
Alle documenten voor dit vak (1)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: TimMulders • 11 maanden geleden

avatar-seller
Emmass
Maatschappijgeschiedenis van
de Klassieke Oudheid




Pagina 1 van 118

,Les 1: Inleiding 9
Relevantie van de geschiedenis van de klassieke oudheid 9
Ons perspectief 9
De bronnen 9
De cursus 10
Kader dat er aan vooraf gaat 10
Egypte - 3e/2e millennium v.Chr. 11
Mesopotamië - 3e/2e millennium v.Chr. 12
Hethietenrijk 2e millennium v.Chr 12
De Minoïsche cultuur 12
De Myceense cultuur 12
De dark ages vanaf ca. 1200 vot 13
Perzische rijk 560-330 v.Chr 13
Homerus 14
Tekst 1: Odyssee 4.1-36 15

Tekst 2: Ilias 12.310-321 15

Tekst 3: Ilias 2.206-236 15

Tekst 4: Ilias 1.365-3.97 15

Tekst 5: Odyssee 2.5 e.v. 15

Tekst 6: Ilias, 2.211 e.v. 16

Tekst 7: Odyssee, 22.449 e.v. 16

les 2: Het vroege Griekenland 16
Ontwikkelingen in Archaïsche periode (750-500 vot) 16
Het ontstaan van de polis 17
Tekst 1: Thucydides 3.94.4 18

Kolonisatie en de verspreiding van poleis 18
Tekst 2: Herodotus 2.178-179 18

Tekst 3 en 4: Herodotus 4.153 en 4.156 19

Toename van de handel 19
Sociale veranderingen 20
Oorlogvoering 20
Tekst 6: Thucydides 5.70-71.1 21

De politieke veranderingen: Sparta 21
Tekst 7: Thucydides 4.80.2-3 22

Tekst 8: Plutarchus, Leven van Lycurgus 28 22

Tekst 9: Theognis van Megara, Elegies 2.183-192 23

Tekst 10: Hesiodus, Werken en dagen 35-39 23


Tekst 11: Theognis, Elegies 2.39-58 24


Pagina 2 van 118

, De politieke veranderingen: Athene 24
Tekst 12: Aristoteles, Ath. Pol. XVI, 2-5 25

De Perzische Oorlog – Aanloop naar Marathon 25
Herodotus en de Perzen 27
Tekst 1: Herodotus, proloog. 27

Tekst 2: Herodotus 7.33-35 en tekst 3: Herodotus 7.38-39. 27

Tekst 4: Herodotus 219-223 28

Tekst 5: Aristoteles, Pol. 7.7, 1327b 28

Les 3: Het klassieke Griekenland 28
Democratisch bestuur 28
Tekst 1:Herodotus 5.66 29

Tekst 2: Herodotus 5.72 29


Tekst 3: Plutarch, Pericles 22 32

Tekst 4:[Demosthenes], On organisation 13.28-29 32

Peloponnesische Oorlog en nasleep 32
Tekst 5: Thucydides 1.98-99 33

Tekst 6: Thucydides 3. 81 34

Demosthenes en Meidias 37
Teksten 1-6: Demosthenes 39

Les 4: De Atheense samenleving 41
Bevolking 41
Vermogensklassen 42
Inscriptie Athene (late 5e eeuw) 43

De oude oligarch 1.10-12 - Xenophon 44

Vrouwen in Athene 44
Demosthenes, 57.30-36 44

Spartaanse vs. Atheense Vrouwen 45
Huwelijk 45
Lysias 46
Lysias, over de moord op Eratosthenes 46

Economie 47
Xenophon, hell. 2.1.1 48

Stedelijke economie 48
(2.) Aristoteles, Ath. Pol. 24.3 48

zilvermijnen Laureion 48
Piraeus - belastingen - tributen 48
Handwerk 49
Graanhandel 49
Demosthenes 56.7-9 49

Pagina 3 van 118

,Les 5: De hellenistische Periode 50
Alexander de Grote (356 - 323 v.Chr) 50
Oorlog tegen het Perzische rijk 50
Alexander de Grote 52
(1.) Arrianus 3.3-4 52

(2.) Arrianus 4.10-12 52

(3.) Arrianus 7.4 52

De diadochen, generaals van Alexander 53
Griekenland en de komst van de Romeinen 53
Hellenistische koningschap 54
(4.) Douris, FGrH 75 F13 54

Nieuwe steden 54
Polismodel 55
Joden in de Hellenistische tijd 56
Koninginnen en andere vrouwen in Hellenistisch Egypte 57
(1.) Syll 434-435 57

(2.) SEG 26.1226 57

(3.) BM dem., 10394 58

(4.) P. Cair Zen. I 59003 3 eeuw v.Chr 58

(6.): SB 8.9790 58

les 6: Het vroege Rome (Koningstijd en vroege Republiek) 59
Het westelijke bekken van de MZ (1200-800) 59
Het Italisch gebied 59
De landstreek Latium: Welke rol speelt Rome? 60
Het Vroege Rome (800-500 voor Chr.) 60
De periodisering van het oude Rome 61
Koningstijd (753-509 voor Chr.) 61
Republikeinse Tijd (509-27 voor Chr.) 63
Een Romeins legioen in Republikeinse Tijd 67
Bronnen 67
(1.) Livius, Sinds de stichting van de stad, VIII (Romulus richt de senaat op) 67

(2.) Cassus Dio’s Romeinse geschiedenis i? XI (Romulus richt de comitia curiata op) 67

(3.) Livius, sinds de stichting van de stad, I, XLII-XLIII (Servius Tullius roept de census en de comitia centuriata in het leven)
68

(4.) Cassius, Dio, Romeinse Geschiedenis, I, XII (Servius Tullus ommuurt Rome) 68

(5.) Livius, sinds de stichting van de stad, I, LIX-II,I (het instellen van de Republiek) 68

(6.) Florus, Samenvatting van alle Romeinse oorlogen, I, III (de Romeinse expansiedrang verklaard) 68

(7.) Florus, samenvatting van alle Romeinse oorlogen, I, V (de verovering van Latium) 68

(8.) Florus, Samenvatting van alle Romeinse oorlogen, I, VI-XII (Rome wordt aangevallen door Galliërs, maar rekent met hen af,
alsook met de Etrusken in Midden-Italië) 69

Pagina 4 van 118

,(9.) Florus, Samenvatting van alle Romeinse oorloge, I, XIII (de verovering van Tarentum/Zuid-Italië) 69

(10.) Florus, Samenvatting van alle Romeinse Oorlogen, I, XVIII (de 1ste Punische oorlog) 69

les 7: Romeinse expansie en crisis 70
inleiding 70
Oorlog: motor in ontwikkeling staat 70
Oorzaken van oorlog 71
Punische oorlogen 72
Romeinse provincies 74
Conclusie 74
Crisis van de late Republiek 74
Ti. Sempronius Gracchus 75
C. Sempronius Gracchus 76
Van republiek naar keizerrijk 77
politieke crisis 130-30 vot 77
Marius en de legerhervorming 77
Bondgenotenoorlog 91-89 vot 78
Mithridates VI van Pontus 79
Marius Versus Sulla 79
Sulla’s maatregelen 79
Gnaeus Pompeius Magnus (106-48 v.Chr.) 79
Dictator perpetuus 80
les 8: Van republiek naar keizertijd 81
Dictator Perpetuus 81
Tweede triumviraat: Marcus Antonius, Lepidus & Octavianus 81
Augustus’ principaat 82
(1.) Suetonius, Aug. 35 83

(2.) Suetonius, aug. 44 83

Leger en oorlogvoering 84
Opvolging 84
(3.) Cassius Dio 53.30 1-2 (23 vot) 84

(4.) Cassius Dio 57.3 6-7 85

Conclusies 85
(5.) Tacitus, Annales 4.41 85

(6.) Suetonius, Claudius 10 86

(7.) Suetonius, Claud. 28-29 87

(8.) Suetonius, Galba 9 87

(9.) Suetonius, Galba 2 87

Imperium Romanum 88
Pagina 5 van 118

, Het keizerlijk bestuur 88
Kaart: militaire posten 89
senatoriale en keizerlijke provincies 89
Taken provinciegouverneurs 90
Steden in Romeinse rijk 90
Integraties elites 90
Romeins burgerrecht 91
les 9: oorlog en grenzen 91
Inleiding 91
(2.) Vergilius, Aeneis 1,254-282 91

(3.) Aelius Aristides, Lofrede op Rome 80-81 92

(4.) Augustus, Res gestae 26-27 92

Oorlog en grenzen 92
(5.) Suetonius, Tib. 37, 41 92

(6.) Herodianus 1.6 92

(7.) Tacitus, Annales 11.19.3-11.20.1 93

Demografie en de sociale structuur 93
Grafinscriptie en levensverwachting 93
(1.) CIL 6.19159, CIL 13. 3786, CIL 13.7247 93

Zuigelingen en kindersterfte 94
Ziekte: Stad en platteland 94
Huwelijk en geboorte 95
(3.) Plinius, Hist. Nat. 29.27.85 96

(4.) Dionysius van Halicarnassus 2.15,2 96

(5.) Ovidius, Metamorfosen 9.669-684, 704-706 96

(6.) Seneca, Ir. 15,2. 96

(7.) Codex Theodosius 11.27.1 (315 n.Chr.) 96

(8.) Musonius Rufus fr. 15 97

(9.) Hermaphoditus fr. 11 97

(10.) Oxyrhynchus papyri 744 97

(11.) BGU 4.1058 (13 v.Chr.) 97

Huwelijksleeftijd 97
Sociale structuur 98
inleiding 98
(4.) CIL 11.5400 99

les 10: Rome en de Christenen 99
Jezus 99
(1.) N.T., Marcus 15.1-15 99

(2.) Flavius Josephus, Jud. Ant. 20.9.1 99


Pagina 6 van 118

,(3.) Tacitus, Annales 15.44 100

(4.) Suetonius, Claud. 25.4 100

Paulus 100
(5.) N.T., Handelingen 13,14-51. 101

(6.) N.T., Handelingen 16.11-40. 101

(7.) N.T., Handelingen 18.1-17. 101

(8.) N.T., Handelingen 19.23-40. 101

Christenvervolgingen 102
(9.) N.T., Handelingen 28.17-22 102

(10.) Tacitus, Annales 14.44.2-5 102

(11.) Plinius, Epistulae 10.96 102

(12.) Plinius, Epistulae 10.97 103

(13.) Martelaarschap van Polycarpus 103

De Crisis van de 3e eeuw 104
Burgeroorlogen 105
Severische dynastie 106
Soldatenkeizers 106
(1.) Herodianus 6.8 107

(2.) Herodianus 7.1 107

kloof keizer/ leger en stedelijk elite 107
(3.) Eusebius, Kerkgeschiedenis 6.41.10 e.v. 107

(4.) Eusebius, Kerkgeschiedenis 8.2.4 108

les 11: Het late Romeinse rijk 108
Diocletianus (284-305 n.Chr.) Tetrarchie 108
Dominaat 109
keizers en religie 110
Religie als keizerlijk instrument 111
Constantijn en het Christendom 111
Ammianus Marcellinus (ca. 330-395 n.Chr.) 112
(1.) Ammianus Marcellinus 31.5.11-12 112

(2.) Ammianus Marcellinus 14.6.3-6 (examen!!!) 112

(3.) Ammianus Marcellinus 14.6.21 112

(4.) Ammianus Marcellinus 14.6.18 112

(5.) Ammianus Marcellinus 14.6.25 112

(6.) Ammianus Marcellinus 16.10.9-12 113

Apostata 113
(7.) Ammianus Marcellinus 25.4.17-21 113

(8.) Ammianus Marcellinus 22.9.12 113

(9.) P. Oxyrhynchus 2110 113

(10.) Augustinus, Epist. 10.2-8 114

395 n.Chr.: definitieve splitsing van het Rijk 114
Pagina 7 van 118

,Het Byzantijnse Rijk 114
Val van het West Romeinse rijk 114
interne factoren 115
378-430 n.Chr. Val van het West—Romeinse Rijk 115
Germaanse koninkrijken 116
Examen! voorbeeldvragen 117




Pagina 8 van 118

,Les 1: Inleiding

Relevantie van de geschiedenis van de klassieke oudheid
De westerse wereld kijkt terug naar de klassieke oudheid en heeft er tal van zaken van
overgehouden. “antiquity” is niet hetzelfde als “ancient history.” Dat laatste duidt erop dat iets
eigenlijk niet meer belangrijk is. That is ancient/past history: dat is verleden tijd.

In Washington DC heb je de Capitol Hill, de Senaat, een obelisk. Daarmee verwezen de
founding fathers in de 18e eeuw naar de Romeinse republiek, een niet al te democratisch regime,
en niet naar de wieg van de democratie, het oude Athene met zijn democratisch bestuur.

Democratie < Gr. demos (het volk als staatsburgers) + kratos: (heerschappij, macht) =
volksheerschappij (vgl. met Sparta, waar de aristocratie de macht had).

Er waren meer vormen van democratie dan in Athene.
- De christelijke traditie in de westerse wereld. Het christendom kon zich verspreiden door de
communicatie- en mobiliteitsmogelijkheden in het Romeinse rijk
- De Griekse filosofie
- Het Romeinse recht
- De kunst

Ons perspectief
De Griekse en Romeinse wereld lijken in vele opzichten niet zo verschillend te zijn van de
westerse wereld van vandaag. Dat houdt een gevaar in: we geven de klassieke oudheid een
invulling vanuit ons perspectief, maar we mogen onze ideeën niet zomaar op de klassieke oudheid
projecteren, ondanks gelijkaardige termen.

- Vb. De kunst van klassieke oudheid werd/wordt te dikwijls bekeken vanuit een later
perspectief. Denk aan de witte, koele, marmeren beelden in onze musea. (De discuswerper
van Myron en de David van Michelangelo). Dat waren oorspronkelijk polychrome beelden.
(zie ppt.). Toen ze bij wijze van experiment (kopieën ervan natuurlijk) beschilderd werden, leidde
dat tot vele protesten, omdat het sublieme etc. een kermisattractie leek …

- Elke maatschappij heeft de neiging het verleden vanuit haar eigen perspectief te bekijken. Cf.
de cursussen Historische kritiek, Historiografie, Cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis,Theorie
van de geschiedenis.Dus dat verandert in de tijd. En eigenlijk is dat ook wel goed, want anders
waren de historici nu wel ongeveer uitgepraat. Er komen immers geen historische bronnen meer
bij. Nieuwe archeologische ontdekkingen worden nog wel gedaan. Ons beeld verschilt
dus van dat van 50 of 100 jaar geleden enz. Nu wordt er bv. aandacht besteed aan de
klimaatsverandering als factor in de val van het Romeinse rijk. Het zit natuurlijk wel subtieler in
elkaar dan dat …


De bronnen
1. Middeleeuwen
Over de middeleeuwen werd lang gesproken als over de donkere eeuwen, omdat een groot deel
van de klassieke oudheid verloren was gegaan, maar ook omdat er betrekkelijk weinig bronnen
van de me overgebleven waren.



Pagina 9 van 118

, 2. Klassieke Oudheid
Maar voor de klassieke oudheid hebben we nog minder bronnen dan voor de vroege
middeleeuwen. Bovendien zijn die bronnen in tijd en ruimte heel beperkt. Veelal hebben ze
betrekking op de late 5e eeuw - 4e eeuw
- Eerder was er nog geen verschriftelijking
- later werd het minder interessant (bv. het Athene van de 3e e.)

Er is bv. heel weinig over het centrale deel van Spanje: behalve enkele inscripties zijn er weinig
literaire bronnen die daar een verhaal aan vastkoppelen. Toch waren de Griekse en Romeinse
wereld voor een groot stuk schriftelijke samenlevingen. Italië was voor 15 tot 30 % geletterd. Maar
er zijn verschillende niveaus van geletterdheid. Sommigen kunnen lezen maar niet schrijven.
Inscripties werden voorgelezen aan anderen. Sommigen konden rudimentair schrijven voor
dagelijks gebruik, anderen waren schrijvers. Voor het dagelijkse leven werd veel 'op papier' gezet.

- Cf. de boodschappenlijsten op de houten schrijftabletten van Vindolanda. Vindolanda is een
Romeins fort (castrum) en een burgernederzetting in Engeland (Northumbria) bij de muur van
Hadrianus.
- Uit woestijngebieden van Egypte is wel veel bewaard gebleven, omdat de omstandigheden
gunstig waren voor het bewaren van papyrus. (i.t.t. vochtige plaatsen zoals Alexandrië in de
Nijldelta). Dit weerspiegelt de geletterdheid in de klassieke oudheid!

3. Arabische wereld
Wat in latere tijden in de westerse en vooral in de Arabische wereld de moeite bevonden
werd om over te schrijven hebben we nog voor een groot stuk. De Arabische wereld was de
erfgenaam van het Oost-Romeinse rijk. Maar dat is een minimale fractie van wat er ooit was. Dit
alles maakt dat we naar de klassieke oudheid op een andere manier moeten kijken dan naar vele
andere perioden.

Conclusie:
Ons perspectief wordt voor een groot stuk bepaald door dat beperkte
bronnenmateriaal.

De cursus
We beginnen met Homerus, dus b 1e m., 800 vot. Carthago e.a. culturen behandelen we hier niet.
De geschiedenis, gebaseerd op schriftelijke bronnen dus, begint al duizenden jaren eerder. We
behandelen dus wel een tijdspanne van zo'n 1500 jaar.

Zie handboek. vanaf de vroege ijzertijd (ca. 1200 – ca. 750 vot), de Donkere Eeuwen. Toch kort
iets over wat voorafgaat aan de Griekse beschaving, want die is niet in een vacuüm, uit het iets
ontstaan. De Griekse beschaving is ontstaan in de marge van het Assyrische rijk (tussen 2000 en
609 vot) enz.


Kader dat er aan vooraf gaat
Het neolithicum: ontstaan van de regenlandbouw
In 'de vruchtbare halve maan’ – Israël, Syrië, ZO-Turkije en verder richting Iran – ontstaat tussen
ca. 6000 en 4000 vot geleidelijk de regenlandbouw. Bepaalde gewassen worden gestimuleerd. Er
wordt selectief gejaagd.

- Overschot productie
- Specialisatie
- Concentratie sedentaire nederzettingen
Pagina 10 van 118

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Emmass. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€11,99  13x  verkocht
  • (1)
  Kopen