Dit is een samenvatting van het boek Ontwikkelingspsychologie van Feldman. Alle hoofdstukken staan erin, behalve H10 en H14. Ik heb met deze samenvatting het tentamen in één keer gehaald, dus dan kan jij het ook!
Ontwikkelingspsychologie= de wetenschappelijke studie naar patronen van groei,
verandering en stabiliteit bij mensen. Van conceptie tot ouderdom. Met accent op de jaren
tot volwassenheid.
Thematische gebieden
● Fysieke ontwikkeling. De invloed van het lichaam op ons gedrag. Denk aan de
invloed van onze hersenen, het zenuwstelsel, de spieren en de zintuigen, maar ook
de behoefte aan eten, drinken en slaap.
● Cognitieve ontwikkeling. Hoe groei en verandering in intellectuele (verstand)
vermogens ons gedrag beïnvloeden. Denk hierbij aan leren, denken, geheugen,
probleemoplossing en intelligentie.
● Sociaal-emotionele ontwikkeling. Sociale relaties, interacties met anderen en het
omgaan met emoties.
● Persoonlijkheidsontwikkeling. Stabiliteit en verandering in de
karaktereigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Morele ontwikkeling= geestelijk.
Specifieke leeftijdsgroepen
● Prenatale periode -> van conceptie tot geboorte
● Babytijd -> van geboorte tot 3 jaar
● Peuter-kleutertijd -> van 3 tot 6 jaar
● Schooltijd -> van 6 tot 12 jaar
● Adolescentie -> van 12 tot 20 jaar
Sociale constructie= een idee over de realiteit, maar afhangt van de maatschappij en
cultuur. Willekeurige cijfers.
Biologische verandering= het begin van het seksuele rijpingsproces.
Puberteit -> meisjes (11/12)
-> jongens (13/14)
Prepuberteit= periode voorafgaand aan puberteit waarin al hormonale veranderingen in het
lichaam optreden, maar nog niet van buitenaf zichtbaar zijn.
,Groep Tijd Ook wel bekend als... Kenmerken
Babyboomers 1941 - 1955 Protestgeneratie - Er waren veel protesten
- Flowerpowerbeweging
- Amerikaanse burgerrecht beweging
Generatie X 1955 - 1970 Geboren na de babyboom - Tijden van economische crisis
- ‘Verloren generatie
- Grote jeugdwerkloosheid
Generatie Y 1980 - 1995 Millennials - Geen leven meer voorstellen zonder
computer, telefoon en social media
Cohort= een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren.
Normatieve gebeurtenissen= gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen
dezelfde manier voltrekken.
Niet-normatieve gebeurtenissen= specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon. De meeste anderen krijgen hier dan niet mee te maken.
Cohorteffecten= invloeden van cohorten op de ontwikkeling.
● Historisch bepaalde invloeden -> omgevingsinvloeden en biologische invloeden
die verbonden zijn aan een historisch moment.
● Leeftijdsgebonden invloeden -> biologische invloeden en omgevingsinvloeden die
gelijk zijn voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar ze opgroeien.
● Sociaal-culturele invloeden -> etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van
een subcultuur.
Continue verandering= geleidelijke kwalitatieve ontwikkeling,
waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit vorige
niveaus.
Voorbeeld: verandering in lengte. Continue groei, kinderen worden
steeds een beetje langer.
Discontinue verandering= ontwikkeling die plaatsvindt in aparte
stappen en waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief
anders is dan gedrag in een eerder stadium.
Voorbeeld: kind dat plotseling zindelijk is.
,Kritieke periode= een specifieke periode in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis, de grootste en onomkeerbare, gevolgen heeft.
-> komt voor wanneer de aanwezigheid van bepaalde soorten omgevingsstimuli
noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling of wanneer blootstelling aan bepaalde stimuli
abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft.
Stimuli= prikkels/ontwikkelingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een
organisme reageert.
Plasticiteit= de mate van veranderlijkheid.
Gevoelige periode= een afgebakende tijd, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra
gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van
specifieke vaardigheden.
Voorbeeld: kinderen zijn in de eerste 6 jaar heel ontvankelijk voor het leren van taal.
Maturatie= het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie.
Biopsychosociale= biologische, psychische en sociale factoren die elkaar wederzijds
beïnvloeden.
, Hoofdstuk 2
Belangrijke perspectieven op de ontwikkeling van het kind:
1. Psychodynamisch. Gedrag wordt gemotiveerd door innerlijke krachten,
herinneringen en conflicten waarvan een persoon zich nauwelijks bewust is en
waarover hij weinig controle heeft.
❏ Belangrijke theorieën:
➢ Psychoanalytische theorie (Freud)= theorie die ervan uitgaat dat
onbewuste krachten bepalend zijn voor iemands persoonlijkheid en
gedrag. Ontwikkeling is min of meer compleet na de adolescentie.
➢ Volgens Freud kent elke persoonlijkheid drie aspecten:
1. ID= het onbewuste, ongeorganiseerde, aangeboren deel van
de persoonlijkheid dat opereert vanuit een genotsprincipe.
Denk aan honger, dorst en lust.
2. Ego= het bewuste, rationele en redelijke deel van de
persoonlijkheid, dat opereert vanuit het realiteitsprincipe.
3. Superego= grotendeels onbewust, iemands geweten en het
onderscheid maken tussen goed en kwaad.
Voorbeeld: ik heb zin chocola, ik heb honger (ID). Chocola is
ongezond, ik ben op dieet dus ik mag geen suiker eten (Superego). Ik
mag dus één chocolaatje bij de thee (oplossingsgericht -> Ego)
➢ Psychoseksuele ontwikkeling= 5 fasen die kinderen volgens Freud
doorlopen waarbij genot telkens met een ander deel van het lichaam
wordt geassocieerd.
1. Orale fase
2. Anale fase
3. Fallische fase= interesse in de genitaliën (geslachtsdelen)
4. Genitale fase= opnieuw ontluiken seksuele interesses
5. Latentiefase= seksualiteit raakt tijdelijk op de achtergrond
Fixatie= als er te veel of te weinig van die activiteit is.
Voorbeeld: dwang tijdens het voeden of weinig voeding in de jeugd.
Dit kan gevolgen hebben als nagelbijten of roken (orale activiteiten)
➢ Psychosociale theorie (Erikson)= de verandering in onze interacties
met anderen en in hoe we aankijken tegen het gedrag van anderen en
tegen onszelf in de maatschappij.
➢ Erikson richtte zich op de interactie met anderen. Groei en
verandering gaan het hele leven door. De adolescentie is pas het
startpunt van de ontwikkeling van een eigen identiteit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marlou1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.