IPM: hdfst 1: interpersoonlijke benadering van Sullivan
1) Inleiding
Oppassen voor dogma’s
Erfzonde vd psychologie = onderscheid tss subject en object (volgens sommige een +)
Weg zoeken tss naïef positivisme (er is een werkelijkheid die we kunnen vinden) en
anything goes relativisme (iedereen eigen realiteit)
Paradigma: vaak wetten maar een benadering van de werkelijkheid veel
tegenstrijdigheden in wetenschap
Wetten zijn gemaakt door mensen en zijn eerder een conceptueel shorthand
Instrumentele opvatting v waarheid wet is pas bel wnr bruikbaar (waar is wat ons
verder helpt)
Onze theorieën = onze pogingen om een benadering van de werkelijkheid in woorden, in
taal te gieten (= het toe-eigenen van de theorie door de mens)
Bij theorie toe-eigenen komt verantwoordelijkheid (bv deze test bepaalt of iemand ziek,
maar andere factoren spelen ook een rol)
Geen theorie is waar in de zin dat gedachten van God beschrijven
Diversiteit en respect tss de verschillende modellen
Bel concepten: context, agency, communicatie, recursiviteit, invloed, sociaal
constructionisme belang context: andere betekenis in andere context
2) Biografie van Harry Stack Sullivan
1892 - 1949, woonde in VS, ouders uit Ierland
Opleiding als arts
Eigen problemen, wrsch door anders geaard zijn
a) Ervaringen in psychiatrische ziekenhuizen
St. Elizabeths Hospital in Washington D.C. – observeren pt met schizo.
Sheppard and Enoch Pratt Hospital in Maryland – werken met schizopt
Interesse in making sense (hoe mensen elkaar begrijpen) observeren van ‘interacties
in een sociaal veld’.
Taal: eerder middel te verdedigen dan om te communiceren via spreken mensen op
afstand + zorgde dat self-esteem niet nog meer verdween.
anxiety in hun contacten met anderen uit die contacten terug te trekken
o via ‘physical distancing’,
o ‘zijn gedachten voor zichzelf houden’,
o door zo te spreken dat andere verveeld, geïrriteerd, verbijsterd, hem gek noemen.
o Dit gebeurt niet bewust, maar is wel erg effectief!
Werken dwangproblemen
o het dwangmatig gebruik van taal is meer conventioneel en sociaal acceptabel.
o maar: ook dit gebruik van taal opvatten als verdediging van zw door wat een ander
doet gepaard met anxiety.
Algemene conclusies:
1
, o Anxiety = algemene ervaring (niet enkel bij schizofreen)
o oorsprong in interpersoonlijke relaties
o Defensieve patronen security operations = Veiligheidsactiviteiten bv bepaalde
patronen ) worden ontwikkeld als antw op anxiety (kan lijken op pp symptomen)
o In extreme gevallen noemen we dit psychiatrische symptomen
o Pp pt zijn niet essentieel verschillend van andere mensen
b) Belang
formuleerde als eerste ideeën + ontw visionaire klinische praktijken (bij anderen onder
een andere vorm of formulering terugkomen)
inspo voor systeemtherapie en andere invloedrijke psychologen
afzetten tgo PA toch veel van analytische denken behouden vanzelfsprekende (en
dus in zijn visie onbewuste) achtergrond voor veel van zijn denkbewegingen.
Vandaag analytisch overkomen
o Sommige concepten zijn herinterpretaties vd originele nu onderscheid vervaagt
o Bv sublimering, of onbewuste, andere zoals zijn ‘parataxische vertekeningen’
lijkt op wat analytici ‘overdracht’ noemen.
Originele bijdrage: aandacht verschoof v
o binnenkant (interpreteren van onbewuste fenomenen binnen in je hersenen)
o naar de buitenkant (interpreteren van waarneembare fenomenen tss mensen).
o Zien dit terugkomen bij onderzoekers van het Mental Research Institute (The
Pragmatics of Human Communication.
o goede middenweg gevonden tss het subjectieve en het objectieve.
3) Opvattingen over interpers relaties
PH = karakteristieke manier wrp iemand met andere omgaat in zijn interpers relaties
psychiatrie berust op bestuderen van karaktertrekken die onmiddellijk geobserveerd
kunnen worden binnen het geheel van interpersoonlijke relaties.
Observatie door:
o gesprek
o van relatie tussen therapeut en cliënt beoordelen
o gesprekken met derden met wie de cliënt een nauwe band heeft
o interactie bestaat maar wrn deze te observeren is
Observeerbaar <-> ‘psychè’ (veel speculaties, kunnen (toevallig) juist zijn, maar niet
verifieerbaar
Voorbeeld van de jongen die zich terugtrekt in zijn kamer uit angst voor anderen
o Sullivan: beschrijving van huidige en vroegere interpersoonlijke gebeurtenissen
o PA: beschrijving van intrapsychische conflicten
Geen vd elementen van PA verklaring kan geverifieerd worden door iets wat men kan
zien, horen of voelen Niemand zag ooit een Ich, Es of Ueber-Ich.
2
, Geen houvast
o zeer kritisch tgo th die verklaringsmodellen hanteren die hen als therapeut
geruststellen en in het gelijk stellen als hun cl fout loopt (rationaliseren + op
theorie steken) geen houvast bieden in zijn model elke cl is ander)
o besef + rekening mee dat info over cl altijd stuk vervormd doordat th de dingen
ziet, hoort en voelt vanuit eigen perspectief th = onvolmaakte waarnemer is
o geen uitgedokterd systeem om psychè te beschrijven/verklaren + omdat elke pt
verschillend th alleen maar terugvallen op dialoog met pt (onvoorspelbare
richting)
o belang dat je verantwoordelijkheid opneemt
gecontextualiseerd opvatting v ontw vd PH
o -PH (typische manier v omgaan met anderen) gevormd door interpers relaties
vh individu heeft (vooral mensen die hem nabij zijn)
o geen onbewuste intrapsychische factoren
o geen eindpunt aan de ontw kinderjaren zijn wel doorslaggevend.
o Concrete omstandigheden beïnvloeden de PH (bijv. gelukkig huwelijk, kinderen,
succesvol zijn)
o Effecten van samenleving en cultuur Bv racisme zorgt voor minder zelfwaarde
4) Belangrijke theoretische concepten
a) Angst = anxiety
= alle grondvormen van emotioneel lijden/onbehagen (bezorgdheid, schuld,
schaamte, vrees, gevoelens waardeloosheid, afschuw, en andere pijnlijke gevoelens)
Angst = waarschuwingssignaal interpersoonlijk iets mis loopt
Altijd interpersoonlijk van oorsprong.
wnr iemands gevoel van eigenwaarde en vermogen om problemen aan te kunnen
bedreigd wordt. (schuldig, beschaamd voelen)
Gradatie erger = paniek = gevoel dat zijn persoonlijke omgeving niet meer aankan, of
vreest uitgestoten of uitgesloten te worden
3
, ‘vicieuze cirkel’: Angst (emotioneel onbehagen) door dingen die verkeerd gaan of
gegaan zijn in iemands interpersoonlijke leven Angst zorgt ervoor dat men minder
in staat is om deze problemen aan te pakken.
Angst vermindert vermogen om waar te nemen wat er gebeurt in de relaties met
andere mensen. (bv missen dat mensen je willen helpen)
Doel van psychotherapie: de angst verminderen (want angst bewustzijn beperkt)
b) Veiligheid
Veiligheid
o = toestand van ontspannen welbehagen waarbij indiv niet gekweld door zorgen,
twijfel aan zz, schuld, gevoel te kort geschoten te zijn of een andere vorm van
emotioneel onbehagen.
o Emotionele rust, zelfvertrouwen, optimisme en welbevinden.
o Vaak is iedereen onbewust altijd bezig met zijn interpers relaties zo te regelen dat
hij/zij zich veilig voelt.
Veiligheidsactiviteiten
o = interpers handeling of houding om angst kwijt te geraken + emotioneel rustig te
worden
o vaak onbewust
o Kan gezond of ongezond zijn
gezonde VA bereikt zijn doel
- dalen angst en vergroten veiligheid,
- zonder dat de interpers competentie van indiv in de knel komt en
zonder emotioneel onbehagen veroorzaken
ongezonde ook doel bereiken,
- maar er hangt prijskaartje = beperking van interpers mogelijkheden en
emotioneel onbehagen
- die kenmerkend zijn voor psychiatrische symptomen en pp
o altijd interpers van aard in samenhang met relaties die iemand (pers of groep)
o is niet een onwaarneembaar proces in iets wat ‘geest’ genoemd wordt.
o Belangrijkste VA
Sublimatie:
- onaangename gevoelens afreageren
- door uitdrukking op een interpersoonlijk aanvaardbare manier
- vaak sociaal en economisch gezien opbouwend bv Vijandigheid in
agressieve sporten
Het alsof proces.
- Iemand doen ‘alsof’ zij/hij iemand anders is in een interpers situatie.
- rol op zich (bv volgzaam zijn) die eigen niet is en speelt deze
- zorgt ervoor dat een anderszins pijnlijke interpersoonlijke situatie
mogelijk en zelfs aangenaam is.
4