Samenvatting - FM & Technologie: Financiële consequenties
1 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Instelling
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Deze samenvatting is bedoeld ter voorbereiding op het tentamen FM & Technologie van het vak Financiële consequenties, dat wordt aangeboden in het vierde jaar van de Hanzehogeschool. Deze samenvatting bevat de essentiële en meest relevante informatie die nodig is voor het tentamen.
De Total Cost of Ownership (de levensduurcyclus): brengt alle kosten in kaart (het
totaalbedrag aan kosten) voor de aanschaf en het bezit van een product of dienst gedurende
de hele levenscyclus/gebruikscyclus.
In een Life Cycle Costing-analyse worden niet alleen de kosten van de investering
meegenomen, maar ook de kosten van instandhouding en soms ook voor onderhoud,
vervanging en sloop.
Het belangrijkste verschil is dat TCO zich beperkt tot de kosten tijdens de bezettingsperiode,
terwijl LCC een breder perspectief biedt door ook kosten voor en na de bezettingsperiode op
te nemen.
Het levenscyclusproces van TCO:
1. Implementeren (aanschaf): het product, systeem of investering wordt aangeschaft.
2. Beheer (operationeel gebruik): nadat het is geïmplementeerd, gaat het in de gebruiksfase.
3. Onderhoud (reparaties en upgrades): gedurende de levenscyclus kunnen er onderhouds-
reparatiekosten optreden.
4. Mutatie (aanpassingen en upgrades): in sommige gevallen kunnen aanpassingen en
upgrades nodig zijn om het product of systeem aan veranderende behoeften aan te passen.
Levensduur
TCO is een berekening van de kostenconsequenties van het gebruik van een asset
(goed/dienst) gedurende de economische levensduur.
LCC is een berekening van de kosten van een asset (goed/dienst) gedurende de technische
levensduur.
Economische levensduur: de economische levensduur is de maximale periode waarin een
productiemiddel, bijvoorbeeld een machine, economische verantwoord gebruikt kan
worden. Op het moment dat de kosten die nodig zijn om een productiemiddel draaiend te
houden de ingecalculeerde kosten overtreffen, is de economische levensduur beëindigd.
Technische levensduur: de tijdsduur (periode) waarin een duurzaam productiemiddel
technisch gezien in staat is de prestaties te leveren of de gewenste functies kan blijven
vervullen waardoor het is aangeschaft.
, De technische levensduur verwijst naar hoe lang een product of apparaat goed kan werken
voordat het versleten raakt of niet meer effectief is. Het is gebaseerd op fysieke
duurzaamheid.
De economische levensduur heeft te maken met hoe lang een product of apparaat nuttig is
voordat het financieel niet meer rendabel is om het te gebruiken. Het product kan technisch
gezien nog werken, maar economisch kan het niet langer de beste keuze zijn.
Levenscyclusproces investering TCO
1. Investering: in deze fase wordt de investering gedaan om een product of systeem aan te
schaffen.
2. Financieren: nadat de investering is gedaan, moeten de financiën worden beheerd.
3. Exploiteren: dit is de fase waarin het product of systeem actief wordt gebruikt.
4. Desinvesteren: aan het einde van de levenscyclus van de investering moet er een beslissing
worden genomen over het gebruik stellen, verkopen, vervangen of een andere manier
afstoten van het product of systeem.
Investering
Rentabiliteit laat zien hoe goed je investering of bedrijf presteert en hoeveel winst je maakt
in vergelijking met wat je hebt geïnvesteerd. Hoe hoger de rentabiliteit, hoe beter het is.
De gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR) richt zich specifiek op de
winstgevendheid van een investering of bedrijf in verhouding tot het geïnvesteerde
vermogen.
Gemiddelde jaarwinst = totaal winst gedurende een bepaalde periode/ aantal jaren in die periode
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen = (vermogen aan het begin + vermogen aan het eind)/2
Project A Project B
Looptijd 3 jaar 4 jaar
Investeringsbedrag 500.000 300.000
Jaarlijkse afschrijving 100.000 50.000
Restwaarde 200.000 100.000
Vrije kasstroom jaar 1 150.000 100.000
Vrije kasstroom jaar 2 200.000 100.000
Vrije kasstroom jaar 3 400.000 100.000
Vrije kasstroom jaar 4 200.000
Project A:
Periodewinst na belastingen jaar 1 = 150.000 - 100.000 = 50.000
Periodewinst na belastingen jaar 2 = 200.000 - 100.000 = 100.000
Periodewinst na belastingen jaar 3 = 400.000 - 100.000 - 200.000 = 100.000
De totale winst over de gehele looptijd van het project is 50.000 + 100.000 + 100.000 = 250.000
De gemiddelde jaarlijkse winst is dus: 250.000/3 = 83.333
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Bakker1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.