Farmaceutische hulpstoffen
Hoofdstuk 1: De huid
1.1 structuur vd menselijke huid
3 grote delen
- opperhuid (epidermis)
- lederhuid (dermis)
- onderhuid (subcutis)
1.1.1 de opperhuid
- bovenste zichtbare laag
- bescherming lichaam
- dikte 0.05-0.1 mm
bovenste laag bestaat uit verhoornd epitheelweefsel = dode cellen
onderste laag wel levende cellen: voortdurend aanmaak nieuwe cellen
→ migreren naar boven en veranderen in dode cel = verhoorningsproces (28
dagen)
5 lagen
1. hoornlaag (stratum corneum)
- bovenste laag, cellen afgestorven en verhoornd (keratine)
- cellen dakpansgewijs op elkaar, bijeengehouden door vetachtige stoffen van
zweetresten, talg, polaire stoffen afgescheiden door (epi)dermis
- sebum uit talgklieren –> 28% vetzuren, 32% vetten, 14% wassen, 13% KWS,
13% steroïden
- wateroplosbare producten (NMF): verantwoordelijk voor stabiele emulsie op
huidoppervlak (vrije AZ, lactaat, ureum, anorganische zouten)
- vette, licht zuur reagerende laag
→ wateropl stoffen geven met vetachtige stoffen stabiele emulsie
(pH 5.5)
→ probleem: huidopp snel vuil: poriën verstopt
2. doorschijnende laag (stratum lucidum)
- vooral dode cellen
- verhoorningsproces is nog aan de gang
- cellen ongeordend en plat
3. korrellaag (stratum granulosum)
- meerdere cellagen
- begin verhoorningsproces
→ eiwitmoleculen veranderen in verhoornde protoplasmakorreltjes
→ keratohyaline korreltjes (voorloper keratine)
- cellen platter dan in stekelcellenlaag en levende cellen maken plaats voor
dode cellen
1
, 4. stekelcellenlaag (stratum spinosum)
- meerdere lagen, dikste laag opperhuid
- cellen kubisch met stekelvormige uitlopers
→ vormen bruggen van cel naar cel → onderling verbonden
- celdeling tot 10e levensjaar
- samen met basaalcellenlaag: laag van Malpighi/kiemlaag
5. basaalcellenlaag (stratum basale/cylindricum)
- eenlagig cilindrisch epitheel
- cellen cilindrisch, levend en bevatten veel vocht
- door celdeling w cellen vervangen
→ uitwisseling voedingsstoffen, afvalstoffen en zuurstof
- cellen verschuiven naar boven en w steeds platter en droger
- functies: aanmaken cellen en pigmentvorming
→ melanocyten: melanine uit melanogeen oiv licht
1.1.2 de lederhuid (corium/cutis)
- middelste laag → direct onder opperhuid
- opgebouwd uit dicht bindweefsel + elastische vezels
- bevat bloedvaten, lymfecapillairen, zenuwen → verdedigingssysteem
- eiwitachtige bindweefselvezels → bepalen stevigheid + elasticiteit
- naarmate het ouder worden: collageen vertakt: vochtvasthoudend vermogen
daalt
- 2 lagen:
- papillaire laag
- papilvormige uitstulpingen die opperhuid binnendringen
- bloedvaten die basaalcellen voorziet van O2 en voeding
- veroorzaakt cutislijsten
- netvormige laag
- dikste laag van lederhuid, gaat over in subcutis
- net van collageenvezels die parallel met andere lopen
- net is gevuld met bindweefsel → spankracht + elasticiteit
1.1.3 de onderhuid (subcutis)
1 laag: dikte verschilt van persoon tot persoon
→ voornamelijk losmazig bindweefsel
bevat mazen waarin vetcellen zitten, functies van vet:
- bescherming: stootkussen voor onderliggende organen
- veerkracht en lichaamsvorm (dik of dun zijn)
- reservevoorraad
- isolerende laag
bij handpalmen, voetzolen en zitvlak: vetopslag enkel stootkussen
2
,door bindweefsel lopen veel bloedvaten!!
1.2 functies van de huid
- bescherming tegen mechanische, chemische en thermische beschadiging
- bescherming tegen uitdroging en ongewenste fotochemische reacties en oxidaties
- opslag reserves van vetten en vocht
- regeling lichaamstemperatuur (uitstraling warmte en verdamping zweet)
- opname vocht: opperhuid, haarzakjes, zweet- en talgklieren
- biotransformatie reacties en delen vh metabolisme
- tastzin: waarnemingen sturen naar hersenen
4 soorten gespecialiseerde receptoren
1. tastlichaampje van Meissner
→ platte cellen in lederhuid, waarnemen lichte aanraking vd huid
2. schijf van Merkel
→ prikkels bij aanhoudende aanraking, pulsen nr hersenen tot lang na
aanraking
3. druklichaampjes van Vater-Pacini
→ gewaarwording snelle veranderingen (vibraties en druk)
4. Ruffini cilinder
→ bundel vezels binnen in een cilindervormige capsule, sensatie van
strekken
1.3 verzorging van de huid
1.3.1 huidreiniging
= verwijderen vuil en talg mbv zeep/shampoo
klassieke zepen: natruimzouten van verzadigde carbonzuren (C12-18)
- lange apolaire staart: verwijdering vette en apolaire stoffen
- polaire kop: oplosbaarheid in water
- korte keten: agressieve zepen, prikkelend
werking: emulgeren van vette stoffen
- vette stoffen oplossen en wegspoelen
- warm water efficiënt: vetten en zouten in gesmolten toestand (kleine druppels)
detergenten alleen agressief
- volledige beschermingsmantel vd huid (licht zuur) w weggewassen
- huid droogt uit → verdediging tegen bacteriën daalt → ontstekingen
- stoffen toevoegen om zeep minder agressief te maken: vetten, oliën, vetzuren
nadeel klassieke zouten van vetzuren: Ca en Mg zouten zijn weinig oplosbaar
bv neerslaan bij wassen met zeep en hard water: glanzende vuile film op huid
→ voorkomen door alkylsulfonzuren te gebruiken
haarshampoos en acne zepen: alkylsulfaten bv natriumlaurylsulfaat
- goede tensiden die overvloedig en zacht schuim geven
3
, - gemakkelijk weggespoeld
- werken sterk ontvettend → soms irriterend
- gecombineerd met additieven: schuimstabiliserend en viscositeitsverhogend bv
vetzuuralkanolamiden
alkylethersulfaten: minder irriterend
- gesulfateerde polyethyleen glycol vetalcohol ethers
- derivatisering ethyleenoxide van alcoholen met lange alkylketen gevolgd door
sulfateren met zwavelzuur
- anionische eig: schuimende en detergerende werking
- niet-ionische eig: beschermende werking
- beter wateroplosbaar dan alkylsulfaten
- ideale viscositeitsverhogers iav NaCl of Na2SO4
1.3.2 antiseptica en deodoranten
werking:
- direct: inhibitie bacteriële groei bv gehalogeneerde aniline, fenolderivaten
- indirect: reductie vd zweetproductie bv aluminium chloride hexahydraat
- bevatten zweetneutraliserende en geurmaskerende stoffen
bv zinkoxide reageert met vetzuren tot geurloze zinkzouten
desoriderende producten: bevatten antiseptica en ontgeurders
transpiratieremmende producten: bevatten aluminium zouten of derivaten
veel fenol- en aniline producten: fotoallergische reacties + uitslag
- gehalogeneerde SCZ derivaten
- fenothiazinen (conserveringsmiddel)
- p-hydroxbenzoëzuur esters
- furocoumarine van bergamotolie in parfums (strepen op huid)
- coumarine
→ vorming radicalen bij bestraling met zonlicht iav zuurstof: reactie met thiol-,
fenol-, en
imidazoolgroepen van huidproteïnen tot antigenen → productie antistoffen →
allergie
1.3.3 tonica
= polaire organische oplosmiddelen
bv gezichtswater, scheerwater, …
basis: alcoholische oplossing in water
huidverfrissers
- bijna geen alcohol (0-10%)
- glycerine als bevochtiger
- verdamping tegengaan: bovenste lagen epidermis drogen niet uit
- mild: droge, gedehydrateerde gevoelige huid
- eventuele irritatie door aanwezige alcohol bij zeer gevoelige huid
huidtonica
4