Redactie toets
--------------------------------------------------------------------------------------------------------
1. Werkwoordspelling
‘t sexy fokschaap eet ketchup
Wanneer gebruik je ‘t sexy fokschaap eet ketchup.
Verleden tijd werkwoorden
Voltooid deelwoord werkwoorden
Tegenwoordige tijd spelling regels:
1. Geen -t achter de stam bij:
Ik (ik word, ik maak)
Als jij / je achter de persoonsvorm staat ( word jij? / maak jij?)
2. Stam + T
Jij / je voor de persoonsvorm → Jij wordt, maakt u
‘U’ → u maakt, u wordt
3e persoon → Het meisje wordt
3. Ook als de stam op een -d eindigt is het stam+t → Jij rijdt, u begeleidt, hij bereidt
enz.
Gebiedende wijs
Zo kort mogelijk
Als het op een -d eindigt nog steeds zo kort dus zonder -t
Alleen bij u wordt het zo kort + t → Meldt u
Bijvoeglijk naamwoord → Zo simpel mogelijk
Voltooid deelwoord kan nooit met dt, kies dus tussen d of t volgens de bovenstaande regels
2. Spelling algemeen
Samenstellingen
Wel een n of s:
Letterlijke concrete betekenis. (hondenhok, kattengejank. Gejank van katten, hok
voor honden)
Eerste deel duidelijk over meervoud gaat → Secondenlang, tweefasenpil,
driegangendiner.
Het eerste deel 1 of meer personen aanduidt → Artsenpost, ziekenwagen,
mensenhand.
Meestal geen tussen -n:
Eerste deel is een abstract woord of heeft geen meervoud → Rijst, benzine, tarwe.
Eerste deel geen zelfstandig naamwoord
Een van de twee delen niet meer wordt gebruikt → Schattebout, zielepoot,
ruggespraak
Je denkt eerder aan enkelvoud → hartekreet, ruggegraat
Als het woord eindigd op -loos, -lijk, -lings, -achtig of -ling
Als het eerste deel van een samenstelling alleen een meervoud heeft op -en en niet (ook)
een meervoud op -es, schrijf je een tussen-n in de samenstellingen met dat eerste deel. Het
is volgens deze regel boekenplank (boek heeft alleen het meervoud boeken).
Los, aaneen of met een streepje
Engelse losse woorden in het Nederlands aan elkaar
Het streepje:
Als het de leesbaarheid bevordert
Zodat je het juist leest (massage-bed, massa-gebed)
Als de twee woorden bij elkaar horen (kat-en-muisspel, doe-het-zelf, kant-en-klaar)
Gelijkwaardige delen (restaurant-cafe, joods-christelijk)
, Botsende klinkers (auto-uitlaat)
Klinkerbotsing
Bij samenstellingen plaatje je een streepje → Na-apen, astma-aanval etc
Meervoud en bezitsvorm
Meeste woorden met -en erachter
S erachter bij: -e, -el, -en, -er, -em, -ie of au
‘S erachter bij: -i, -a, -o, -u, -y
Klinker voor de y schrijf je een s
Namen: Naam + s tenzij hij eindigt op klinker → ‘s → uitzondering Celines
Verkleinwoorden
Getal → ‘tje of ‘je
Cakeje
Cafeetje
Baby’tje
Eindigt op klinker? → klinker erbij + tje dus accu = accuutje en kano = kanootje
Eindigt op ie? → + ‘tje dus explosie = explosietje
Hoofdletters
Begin van een zin
Namen
Talen, dialecten, volkeren, feestdagen
Historische gebeurtenissen
Als het woord is afgekort schrijf je het eerst volgende woord met hoofdletter → s’
Avonds…
Als je begint met een cijfer of iets dan geen hoofdletter.
joods, christenen zonder hoofdletter maar Bijbel, God, Allah wel
windrichtingen niet maar in combi wel, Zuid-Frankrijk, zuidelijke wind..
Afkortingen
Afkortingen zonder hoofdletters:
Algemeen zonder (cao,hbo,ggz)
Afkortingen met hoofdletters:
Als het over namen gaat
Wetten beginnen met hoofdletters (Wro) Alleen oude wetten volledig in hoofdletters
denk aan AOW
Ziekten (MS,ME)
Engelse afkortingen (AI, DNA)
Het bevorderd de leesbaarheid (OR, VO)
Afkortingen met punten:
Je spreekt de hele naam uit
Afkortingen zonder punten:
Je spreekt alleen de letters uit
Voornaamwoorden
De overheid haar werknemers
Het bedrijf haar werknemers
De gemeente haar werknemers
Persoonlijk voornaamwoord → mij, me, jou, je, u, hem, haar, het, ons, jullie, u, hun, hen, ze.
Bezittelijk voornaamwoord → woorden als mijn, jouw, zijn, haar en ons
Wederkerend voornaamwoord → 'me' 'mij' 'mezelf', 'u', 'zich', 'ons', 'onszelf' en 'zichzelf'.