Geneeskunde / heelkunde: pathologie
Cardiologie
Trombo-embolische aandoeningen (trombose of embolie)
Trombo-embolische aandoeningen
o Wat?
Aandoeningen gepaard gaande met aanwezigheid van een bloedklonter in een
bloedvat, leidend tot een vernauwing of afsluiting van dat bloedvat
Zowel in arteriën als in venen mogelijk
o Bevorderende factoren
atherosclerose belangrijkste risicofactor in bloedklontering in arteriën
vertraagde bloedstroom: bv. immobilisatie (heelkundige ingreep, bedlegerigheid,
verlamming…), varices, zwaarlijvigheid, hartfalen, zwangerschap…
erfelijke trombofilie (verhoogde stolbaarheid van het bloed): bv. tekort aan
proteïne C, tekort aan proteïne S…
kanker
hartritmestoornissen
o Symptomen
Afhankelijk van lokalisatie van trombus of embool
bv. kransslagader => acuut myocardinfarct
bv. beenslagader => acute ischemie van het been
bv. hersenslagader => herseninfarct
bv. beenader => diepe veneuze trombose
bv. longslagader => longembolie
o Diagnose
Klinisch beeld
Bloedonderzoek, beeldvorming
o Behandeling
Trombolyse (met trombolytica) – embolectomie
Heparine of LMGH (bv. Fraxodi, Clexane…), gevolgd door orale anticoagulantia
(coumarines: Marcoumar, Marevan, Sintrom)
Vet, cholesterol, LDL cholesterol => geel
HDL cholesterol = goede cholesterol
LDL cholesterol = slechte cholesterol
Middelen met invloed op de bloedstolling
Anticoagulantia
o Wat?
Remmen de vorming van trombine en de omzetting van fibrinogeen in fibrine.
o Indicaties
preventie en behandeling van trombo-embolische processen (bv. DVT en
longembolie)
1
, Heparine en laag moleculaire gewicht heparines (LMGH)
o Activeren het natuurlijke antistollingseiwit antitrmbine (antitrombine remt de werking
van trombine maar ook van allerlei andere stollingsfactoren).
o Ongewenste effecten:
bloedingen; antidoot beschikbaar voor heparine (protaminesulfaat)
heparine-geïnduceerde trombocytopenie
o LGH (bv. Clexane, Fragmin, Fraxiparine, Fraxodi, Innohep) zijn even doeltreffend als
heparine, maar veroorzaken minder ongewenste effecten da heparines. LMGH worden
subcutaan toegediend. De therapeutische dosis van LMGH ligt hoger dan de preventieve
dosis. De dosis hangt ook af van het lichaamsgewicht van de patiënt. Het halfleven van
LMGH is groter dan dat van heparine wat toelaat om hun toediening te bepreken tot 1 of
2 subcutane inspuitingen per dag.
o Voordeel: LMGH: geen stollingstesten nodig voor de meeste patiënten
Vitamine K-antagonisten (VKA)
o Bv. Marcoumar, Marevan, Sintrom
o Remmen ter hoogte van de lever de aanmaak af van stollingsfactoren II, VII, IX en X door
de werking van vitamine K af te remmen.
o Orale inname
o Geneesmiddelen met een nauwe therapeutisch-toxische marge
o Regelmatige controle door bloedonderzoek (stollingstesten) is nodig om de doering van
VKA zo nodig bij te stellen. De dosis die nodig is, wisselt van persoon tot persoon en van
dag tot dag. Het antistollingseffect van VKA dient binnen de nauwe therapeutische zone
gehouden te worden door aanpassing van de dosis. We streven naar een dosering die
een goed therapeutisch effect oplevert (preventie van trombo-embolie) en tegelijkertijd
veilig is (weinig gevaar op bloedingen). Om te kunnen meten hoe sterk iemand ontstold
is, wordt het begrip INR gebruikt. Bij patiënten onder behandeling met VKA streven we
naar INR-waarden tussen 2 en 3.
o Als iemand te veel ontstold is (INR-waarde hoger dan 4,5) neemt het risico op potentieel
levensbedreigende bloedingen (onder andere hersenbloedingen) aanzienlijk toe.
o Antidoot: vitamine K1 (Konakion)
o Heel wat andere geneesmiddelen kunnen in interactie treden en de ontstellende werking
van VKA versterken of verzwakken, bv. combinatie van VKA met
bloedplaatjesaggregatieremmers en NSAI heeft verhoogde kans op bloedingen tot
gevolg.
o Er is ook interactie mogelijk met sommige voedingsmiddelen.
Directe orale anticoagulantia (DOAC)
o Remmen rechtstreeks een bepaalde stap in het stollingsproces
o Orale inname
o Voordelen: vaste dosering voor elk type patiënt; geen regelmatige bloedafnames nodig
o Ongewenst effect: risico op bloedingen; voor één van de DOAC is er een specifiek
antidoot ter beschikking
2
,Aandoeningen bloedvaten onderste ledematen
Etalagebenen (perifeer arterieel vaatlijden)
o Wat?
Vernauwing beenslagader => arteriële insufficiëntie OL
o Oorzaak
Atherosclerose
o Symptomen
Kramppijn in been/benen bij inspanning, pijn neemt af na korte rustpauze; in
later stadium ook pijn in rust en nachtelijke pijn; eindstadium: veranderingen ter
hoogte van de huid, arterieel ulcus, gangreen
o Diagnose
Beeldvorming
o Behandeling
rookstop – wandelen -aspirine in lage dosis
Aangezien myocardinfarct en CVA belangrijke doodsoorzaken zijn bij patiënten
met perifeer arterieel vaatlijden, is aanpak van CV risicofactoren, zoals diabetes,
hypertensie en hypercholesterolemie zeer belangrijk
Ballondilatatie (met plaatsen stent)
Heelkundige ingreep: bypass
verwikkeling
Acute ischemie van het been ter gevolg van plotse afsluiting beenslagader door
bloedklonter
Ballondilatatie met plaatsen van stent
Overbruggingsoperatie
Chronische veneuze insufficiëntie OL (ter hoogte van de benen)
o Wat?
Afvoerstoornis veneus bloed in de beenaders
o Oorzaak
Niet meer voldoende sluiten van de kleppen in de beenaders (erfelijkheid)
o Bevorderende factoren
Lang staan of zitten, overgewicht, zwangerschap…
o Symptomen
Zware benen, pijn in de benen, krampen
Oedeem enkels
Varices
Trofische huidstoornissen: verkleuring huid, veneus ulcus
o Diagnose
Doppler
o Verwikkelingen
DVT
3
, o Behandeling
Omhoog leggen van de benen, lichaamsbeweging
Elastisch steunverband of op maat gemaakte elastische steunkousen
(compressietherapie)
Venotrope geneesmiddelen (bv. Daflon)
Sclerotherapie
Heelkunde
Veneuze insufficiëntie: veneus ulcus
Veneuze insufficiëntie: varices
Veneuze insufficiëntie tgv. niet
goed sluitende kleppen Veneuze insufficiëntie: sclerotherapie
Diepe veneuze trombose (DVT)
o Wat?
Trombose in een diepe beenader, meestal ter hoogte van het onderbeen
wandstandige trombose – afsluitende trombose
o Bevorderende factoren
Zie trombo-embolische aandoeningen (vertraagde bloedstroom, trombofilie,
kanker…)
o Symptomen
Pijn en zwelling ter hoogte van het been
Soms rode en warm aanvoelende huid
Kunnen echter ontbreken (bij verstopping klein vat of soms bij wandstandige
trombose)
o Diagnose
Bloedonderzoek: verhoogde spiegel D-dimeren
Beeldvorming: dopplerechografie
o Verwikkelingen
Acuut: longembolie
Chronisch: post-trombotisch syndroom (chronisch oedeem ter hoogte van het
been)
o Behandeling
LMGH in therapeutische dosis, gevolgd door orale anticoagulantia gedurende
meerdere maanden om herval te voorkomen (regelmatige controle van de
stolling aan de hand van bloedonderzoek)
o Preventie
Bij alle risicopatiënten: snelle mobilisatie, steunkousen, LMGH in preventieve
dosis (bv. Fraxiparine)
4
, Longembolie
o Wat?
Ziektebeeld dat ontstaat doordat een embool zorgt voor een plotse afsluiting van
de longslagader (massaal longembool) of van één van zijn grotere of kleinere
zijtakken (klassiek longembool)
o Oorzaak
Trombose (meestal DVT)
o Symptomen
Afhankelijk van grootte / type van het longembool
in geval van massaal longembool: shock, meestal dodelijk
in geval van klassiek longembool: plotse dyspneu, plotse pijn in de zij of
op de borst
o Diagnose
Bloedonderzoek: verhoogde spiegel D-dimeren
Beeldvorming
o Behandeling
Heparine of LMGH (therapeutische dosis), gevolgd door orale anticoagulantia
gedurende meerdere maanden om herval te voorkomen (regelmatige controle
van de stolling door middel van bloedonderzoek)
o Prognose
Veel voorkomende doodsoorzaak
Ziekten hartwand / hartzakje
Endocarditis
o Wat?
Ontsteking van hartklep(pen)
o Oorzaak
Meestal bacterieel
Voorkomend bij mensen met reeds aangetaste hartkleppen
o Symptomen
Algemeen onwel zijn, koorts, moeheid
o Diagnose
Hartauscultatie; echografie; hemocultuur
o Behandeling
Antibiotica
o Preventie
Bij patiënten met klepgebreken preventief antibiotica toedienen wanneer ze een
ingreep ondergaan waarbij bacteriën in de bloedbaan kunnen komen (bv.
tandheelkundige ingreep)
Myocarditis
o Wat?
Ontsteking van het hartspierweefsel
o Oorzaak
Infecties: meestal viraal
Bestraling
o Symptomen
Griepachtig beeld met spierpijn en koorts
Ritmestoornissen (tachycardie)
Tekens van hartfalen
5