H 1: DE BALANS:
2. De balans: actief = passief
*Passief = financieringsmiddelen. Bestaat uit eigen vermogen en vreemd vermogen. Bv. om gebouwen, uitrusting te
kopen, om bankrekening te openen.
*Actief = werkmiddelen/bezittingen. Bestaat uit vaste werkmiddelen (bv gebouw) en vlottende werkmiddelen (=liquide
middelen Bv. geld in kas/bank, vorderingen, handelsdebiteuren, …)
Balans geeft vermogenstoestand weer op een welbepaald moment.
Actief = passief / Passief = kapitaal + schulden / Kapitaal = actief - schulden
3. Indeling balans in rubrieken
3.1 De indeling van de actiefzijde
Ordening actiefzijde graad van liquiditeit van de bezittingen (snel omzetbaar in geld)
Vaste activa: kleinste graad van liquiditeit. Bv. gebouwen, grond, machines. Blijvend, niet om te verkopen.
*Immateriële vaste activa / *Materiële vaste activa / *Financiële vaste activa
Opm: geen huur van gebouwen want is geen eigen bezit (leasing wel).
Vlottende activa:
*Vorderingen op meer dan 1 jaar (code 29): betalingsuitstel aan klanten
*Voorraden en bestellingen in uitvoering (code3): stock, handelsgoederen, producten, …
*Vorderingen ten hoogste 1 jaar (code 40/41): aandelen, kasbons, termijndeposito’s,…
*Liquide middelen (code 54/58): grootste graad v liquiditeit, middelen in kas/bank.
*overlopende rekeningen (code 490/1)
3.2 De indeling van de passiefzijde
Ordening passiefzijde graad van opeisbaarheid van de financieringsmiddelen. Het EV staat dus bovenaan (steeds
beschikbaar).
Eigen vermogen:
*Kapitaal code 10
*Uitgiftepremies code 11
*Herwaarderingsmeerwaarden code 12
*Reserves code 13
*Overgedragen winst/verlies code 14
*Kapitaalsubsidies code 15
*Voorschot aan de vennoten op de verdeling vh netto-actief code 19
Voorzieningen voor risico’s en kosten: voor pensioen, belastingen, herstellingen, ….
Schulden:
*Op meer dan 1 jaar (code 17): financiële schulden, werkingsschulden, …
*Op ten hoogste 1 jaar (code
42/48): bv sociale lasten
*Overlopende rekeningen
, 5. Wijzigingen in de werk- en financieringsmiddelen
Enkel gedagtekende verantwoordingsstukken id bkh.
Aankoopfactuur (bv aankoop pc) heeft 3 componenten: bezitting in vaste activa, btw op aankoop = vordering, schuld
tov leverancier (bedrag+btw). betaling: banksaldo verminderd, leveranciersschuld verdwijnt.
5.1 Verantwoording meerprijs bij overname
Meer eisen naambekendheid, overname klanten, … Meerprijs bovenop het verschil tussen de overgenomen activa en
passiva = IMMATRIEEL VAST ACTIEF = GOODWILL.
H2: De balansrekeningen:
1. Splitsing van de balans in rekeningen
Elke balanspost = een rekening. De verzameling hiervan = grootboek
L = debetzijde (bedragen links op de balans (actiefrekeningen), komen links op de rekening)
R = creditzijde (bedragen rechts op de balans (passiefrekeningen), komen rechts op de rekening)
2. Boekingsregels van balansrekeningen
Vermeerdering van bezittingen debiteren van de actiefrekeningen
Afname van bezittingen crediteren van de actiefrekeningen
Vermeerdering van schulden crediteren van de passiefrekeningen
Afname van schulden debiteren van de passiefrekeningen
, 3. Verschilpunten tussen balans en rekening
4. Het afsluiten van de balansrekeningen
4.1 Het afsluiten van actiefrekeningen
Bv. begin op de bank 6500 euro. betaling gedaan van 3025euro nog 3475 euro over op bank = SALDO (saldi)
Debetzijde: beginbedrag en vermeerdering
Creditzijde: verminderingen/uitgave van geld op de bank
Overschot / verschil tissen de 2 zijden = SALDO
Actiefrekeningen hebben een debetsaldo.
4.2 Het afsluiten van passiefrekeningen
Passiefrekeningen hebben een creditsaldo.
Bv. lening van 25000 = schuld. 7.500 reeds afbetaald 17500 euro = creditsaldo
H3: De Resultatenrekening
1. Het resultaat van het boekjaar als verschil tussen opbrengsten en kosten
2 verschillende soorten opbrengsten/kosten:
1) COMMERCIËLE OF BEDRIJFSACTIVITEITEN:
• Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten/kosten = komt occasioneel voor, uitzonderlijk.
Bv. verlies goederen door brand, verkoop terrein met winst (want vaste activa w niet verkocht normaal), verkoop
van matriële vaste activa.
• Recurrente bedrijfsopbrengsten/kosten = regelmatig, voor dagelijkse werking van de firma.
Bv. verkoop/aankoop HG, opbrengst uit huur, kosten voor publiciteit, elektriciteit, bezoldigingen, sociale lasten, …
2) FINANCIËLE ACTIVITEITEN = opbrengsten/kosten uit financiële verrichtingen.
• Recurrent = Bv. interesten, bankkosten.
• Niet-recurrent = Bv. winst uit lottospel.
Na 12 maand, boekjaar om. W of V. Enkel bij W moet je belastingen betalen =’Winst na belastingen’. Pas daarna wordt het
resultaat van het boekjaar bepaald.
2. De bestemming van het resultaat
Winst in firma houden: toename ‘eigen vermogen’
Winst uitkeren: ‘schulden ten hoogste 1 jaar’ (dividend aandeelhouders/tantième bestuurder/wn’s en andere)
Reservering
Pas na deze beslissing kan de eindbalans worden opgemaakt. Bij gebreke van beslissing: balans opgesteld onder
opschortende voorwaarde. Wanneer het wel bekend is, kan de resultatenrekening worden opgemaakt. Hierin staat
wat er met de winst of verlies kan gebeuren.
, (Het te bestemmen resultaat (W/V) wordt verkregen na resultaat van de bedrijfs- en financiële resultaten na
belasting en na onttrekking en overboeking van de uitgestelde en belastingvrije reserves.)
3. Boekingsregels van resultatenrekeningen
Op die manier inzicht in ondernemingsresultaat na afloop van een periode. GEEN detailinformatie!
Er zijn opbrengsten- en kostenrekeningen met elks een debet- en creditzijde.
De werking van de resultatenrekeningen kan worden afgeleid uit de werking van de rekening ‘KAPITAAL’.
Kapitaal w gecrediteerd als de eigenaar vermogen uit zijn privé in de zaak inbrengt.
W = vermeerdering van schuld van de org tov eigenaar waardoor kapitaal toeneemt. Dus bij W kunnen we
Kapitaal crediteren.
Stijging opbrengsten = verhoging W Credit kapitaal O = credit / O = debet
Stijging kosten = verlaging W Debet Kapitaal K = debet / K = credit
Resultatenrekening Via specifieke opbrengsten- en kostenrekeningen elke opbrengst en kost opvolgen. =
Staffelvormvoorstelling (onder elkaar gerangschikt).
• Ontvangen BTW op verkoop van goederen betalen aan de Staat. = schuld = crediteren op passiefrekening
‘BTW op verkopen’.
• Bij kosten met een stuk privé (bv telefoonkosten) moet de ‘rekening-courant van de eigenaar’ gedebiteerd
w. Het tegoed van de zaak tov de eigenaar w op actiefzijde geplaatst.
Samenvatting:
H4: Het minimum algemeen rekeningstelstel (MAR):
1. Omschrijving
= gestructureerde plan waarin alle rekeningen die in een bepaalde boekhouding kunnen voorkomen. via decimaal
stelsel = rekeningen w samengebracht in groepen van 10. Elke groep heeft 10 onderverdelingen.
• Zorgt voor eenheid, gemakkelijk voor controle- en vergelijkingstaken voor de overheid.
2. Structuur
8 klassen: 1-5 = balansrekeningen, 6 en 7 = resultatenrekeningen, 0 = orderekeningen.
*Elke klasse heeft groepen, bestaande uit 2 cijfers.
*Elke groep heeft rekeningen, bestaande uit 3 cijfers.