H1
Visie op opvoeding
Stelling 1 : De mens is vanaf zijn geboorte volledig bepaald.
- =nature
- Aanleg / genen zijn doorslaggevend
- De mens is erfelijk gedetermineerd
- Pedagogische pessimisme -> kind is niet opvoedbaar
- Opvoeding = steun aan de natuurlijke ontwikkelingsproces. Je kan het proces van opvoeding
niet beïnvloeden.
Stelling 2 : de opvoeding maakt de mens tot mens.
- =Nurture
- Kind is geboren als onbeschreven blad. (Locke)
- Omgevingsinvloeden zijn doorslaggevend.
- Opvoeding is almachtig: het kind is product van omgeving.
- Invloed vanuit het milieu maakt de mens tot mens.
Stelling 3 : de mens bepaald zichzelf.
= Existentialistische opvatting
Sarte
- De mens maakt zichzelf, hij is niet opvoedbaar.
- Menselijke vrijheid staat centraal.
- Beïnvloeding is onmogelijk.
- De mens maakt zelf keuzes en kiest eigen doelen.
Genuanceerde, synthetische visie
Menselijke ontwikkeling is resultaat van een dynamisch spel tussen :
- Erfelijke aanleg
- Milieu-invloeden
- Persoonlijke vrijheid/ zelfbepaling
Als orthopedagogisch begeleider hanteer je deze visie
, H2
Het bio-ecologische model van Bronfenbrenner.
Bronfenbrenner gaat ervan uit dat de omgeving een grote invloed heeft. Hij beschrijft 4 niveaus,
micro-, meso, exo- en macrosysteem. Volgends hem kan de ontwikkeling van een kind niet goed
begrijpen als je niet bekijkt hoe een kind in elk systeem past. De ontwikkeling van een kind
beschouwt hij als een voortgaande, wederzijdse aanpassing tussen het kind en zijn omgeving.
1. Het microsysteem
- Kinderen zijn geen passieve ontvangers van invloeden, zij oefenen zelf ook invloed uit ->
wederzijdse beïnvloeding.
- De dagelijkste, directe omgeving waarin het kind leeft. Het gezin is het belangrijkste van dat
microsysteem. De ouders en eventuele broers en zussen zijn onderdeel van dat
microsysteem. Als het kind opgroeit komen er andere microsystemen in beeld. De crèche
met de verzorgenden en andere kinderen, school met leerkracht, jeugdbeweging,…
- De voorwaarde om van een microsysteem te praten is dat het kind met vaste
gesprekspartners omgaat.
,Wordt gekenmerkt door een aantal fysische/materiele en sociale aspecten.
Fysische/materiele aspecten Sociale aspecten
Setting, locatie, habitat Gezinssamenstelling
Gebouw +interieur Taakverdeling
Fysieke ruimte: Onderlinge relaties
- Woning Patroon van activiteiten
- Sporthal Rolpatroon
- Scoutslokaal Gestelde verwachtingen, eisen,…
- Buurt
- Virtueel
Bijvoorbeeld; microsysteem vriendengroep
Fysische/ materiele aspecten Sociale aspecten
- Wisselende omgeving - Afspreken via gsm of chat
- Virtuele omgeving - Foto’s delen via facebook
- Gsm , computer - Elke avond chatten
- Bepaalde kledij - Rol ; informele leider van de groep ( of
- … de clown, de diplomaat,… )
- Eerlijkheid, vertrouwen
- Ontspannen sfeer
- Elke vrijdag op café
Waar bevindt het microsysteem op orthopedagogisch grondplan?
- Clientsysteem
- Team
- Groep
2. Mesosysteem
- Heeft betrekking op de wederzijdse invloed tussen de verschillende microsystemen. Een
verandering of gebeurtenis in één microsysteem zal een invloed hebben op een ander. Zo
heeft de thuissituatie gevolgen voor de schoolsituatie en heeft school weer invloed op wat er
thuis gebeurt.
- Als de onderlinge relaties tussen de microsystemen positief verlopen biedt dit een
ondersteunend netwerk voor het kind.
- Overgangen tussen microsystemen kan vlot of moeilijk verlopen.
We staan bij de onderlinge relaties tussen de microsystemen stil bij…
- … de kwaliteit van relaties. Hoe verloopt het contact. Bv; relatie tussen moeder en
onthaalmoeder is goed, de moeder kan haar vragen stellen en de onthaalmoeder neemt tijd
om te antwoorden.
- … de frequentie geeft aan hoe vaak er contact is tussen de microsystemen. Bv; ouders
hebben nauwelijks contact met de voetbal trainer van hun zoon.
- … de waardering voor andere microsystemen kan verschillen van waardering tot afwijzing.
Of soms overwaardering. Bv; ouders van puber kunnen heel afwijzend zijn tegenover de
vriendengroep van hun kind. Bv; ouders kunnen een overwaardering hebben voor de
schoolprestaties.
, Waar bevindt het mesosysteem zich op het orthopedagogisch grondplan?
- De blauwe cirkels/ bolletjes
- Juridische context - digitale context - sociaal, buurt - culturele gemeenschap - professioneel
netwerk - …
-
3. Het exosysteem
- De formele en informele sociale structuren rond het gezin. Systemen waarvan het kind niet
direct deel uitmaakt maar die wel de directe omgeving beïnvloeden. Bv ; werk van ouders.
sociale netwerk van het gezin, dit kunnen we nog opdelen in het formele (gezondheidszorg,
professionele hulpverlening,...) en het informele systeem (collega’s, buren, vrienden,..)
Waar bevindt het exosysteem zich op het orthopedagogisch grondplan?
- Staat er niet in, overlapt vaak met het mesosysteem.
4. Het macrosysteem
- De buitenste laag die staat voor de overkoepelende culturele invloeden. De maatschappij in
het algemeen, onderwijssysteem, sociale voorzieningen, economisch systeem,..
Waar bevindt het macrosysteem zich op het orthopedagogisch grondplan?
- De buitenste laag.
- Hulpverleningsbeleid en -systeem, mens- en levensbeschouwing, juridisch beleid en
rechtssysteem, economisch beleid en systeem, huisvestingsbeleid en -systeem, ecologisch
beleid en ecosysteem, onderwijsbeleid en -systeem, digitalisering.