In dit document geef in een samenvatting van het boek: Sociology A Global Introduction. De hoofdstukken die wij (1e jaars student van Sociologie, Erasmus Universiteit, 2023) moesten lezen, heb ik samengevat.
samenvatting inleiding in de sociologie van alle verplichte literatuur
Summary Sociology - Introduction to Sociology
Key Concepts in the Social Sciences CM1013 IBCOM BA-1
Alles voor dit studieboek (31)
Geschreven voor
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
sociologie
Inleiding in de Sociologie
Alle documenten voor dit vak (23)
Verkoper
Volgen
anajovanazebeljan
Voorbeeld van de inhoud
Sociology: A global introduction
Hoofdstuk 2 (Pagina 32-48)
How to think about society: a short tour of sociological theory
Theorie is een verklaring van hoe en waarom specifieke feiten met elkaar verbonden zijn.
Een theoretisch perspectief is een basis die ons denken en onderzoek leidt. Sociologen zijn
het vaak niet eens over de meest interessante vragen, ook al zijn ze het eens over de
vragen, de antwoorden zullen vaak verschillen.
Er zijn drie klassieke perspectieven die in het verleden het sociologisch denken bepaalden:
1. Functionalisme
2. Conflictbenadering
3. Sociale actietheorie (rationale keuzebenadering)
4. Symbolisch interactionisme
The ‘classical’, traditional perspectives of sociology
1. Het functionalisme (a world of balance)
Aanhangers van het functionalisme kijken naar de maatschappij als een complex systeem,
waarbij alle aparte delen elk een eigen functie hebben en samenwerken om solidariteit en
stabiliteit te bevorderen. Belangrijke punten van het functionalisme zijn:
Ons leven wordt geleid door sociale structuren, wat relatief stabiele patronen van
sociaal gedrag zijn.
Sociale structuur heeft sociale functies en consequenties voor de werking van de
maatschappij.
Functionalisten zien de samenleving als een vrij begrijpelijk, geordend en stabiel geheel. De
grondleggers van deze stroming zijn Auguste Comte en Herbert Spencer.
Belangrijke personen voor het functionalisme:
- Herbert Spencer (1820-1903)
Herbert Spencer heeft een theorie ontwikkeld die ten grondslag ligt aan de theorie van
Darwin: survival of the fittest. Spencers theorie wordt sociaal Darwinisme genoemd, omdat
Spencer refereert naar de maatschappij in plaats van naar het individu. Hij wilde aantonen
dat door survival of the fittest de samenleving met het verstrijken van tijd steeds verbeterd
wordt, doordat de intelligentste, meest ambitieuze en meest productieve mensen zouden
gaan overheersen. De theorie werd gezien als een legalisatie van het kapitalisme en hij
raadde de overheid aan zo min mogelijk delen van de samenleving te beschermen. Kritiek
op deze theorie was dat hij wreed en onmenselijk was.
- Emile Durkheim
Durkheim deelt zijn perspectief van het sociaal Darwinisme niet geheel. Hij richt zich vooral
op sociale solidariteit en op hoe de maatschappijen met elkaar samenhangen.
- Talcott Parsons (1902-1979)
Een anders hoofdfiguur van het functionalisme is Talcott Parsons. Parsons zag de
samenleving als een systeem, waaraan iedereen gesocialiseerd mee moet werken zodat de
maatschappij in staat is zich aan te passen, doelen te bereiken en te handhaven.
, - Robert K. Merton
Merton heeft zich verdiept in het sociale functioneren van mensen. Hij gaf aan dat de
gevolgen van sociale structuur wisselend zijn voor ieder lid van de maatschappij. Ook zei hij
dat mensen zelden alle functies van specifieke sociale structuur overzien.
De manifeste functies zijn de herkende en bedoelde gevolgen van een sociaal patroon. Een
voorbeeld is dat iedereen weet wat een restaurant is en dat het de bedoeling is dat je daar
iets eet en drinkt.
De latente functies zijn niet-herkende en onbedoelde gevolgen van een sociaal patroon. Een
voorbeeld is dat je in het restaurant ook nieuwe vrienden kan leren kennen.
Ook beschrijft hij sociale disfuncties. Dit zijn volgens Robert K. sociale patronen met
ongewenste gevolgen voor de werking van de maatschappij.
Kritiek op het functionalisme is dat het de maatschappij ziet als ordelijk, voorspelbaar geheel.
Want, hoe kan mens de maatschappij als een natuurlijke orde zien, als sociale patronen
verschillen per plaats en veranderen naarmate de tijd verstrijkt?
2. De conflictbenadering
Aanhangers van de conflictbenadering zien de samenleving als een strijdtoneel met daarin
sociaal ongelijke groepen en individuen die met elkaar in conflict zijn en verandering
veroorzaken. Terwijl bij het functionalisme de nadruk op solidariteit ligt, ligt die hier op de
verdeeldheid die veroorzaakt wordt door ongelijkheid. Conflicten kunnen bijvoorbeeld
ontstaan door verschil in geslacht, klasse, etniciteit, leeftijd en onderwijs. Het gaat om
conflicten tussen de dominante en de minder dominante groepen personen in de
samenleving. Men stelt dat de ongelijkheid en de conflicten die daaruit voortkomen ontstaan
zijn uit de manier waarop de maatschappij zich organiseert: sociale structuur bevoordeelt
sommige mensen terwijl het andere benadeelt. Het doel van de conflicttheorie is niet alleen
om de maatschappij te leren begrijpen, maar ook om deze te veranderen.
Kritiek op de conflictbenadering stelt dat de benadering compleet voorbijgaat aan de eenheid
die wel aanwezig is in de samenleving door gedeelde waarden en wederzijdse
afhankelijkheid. Daarnaast hebben alle theoretische benaderingen politieke gevolgen,
waarmee de objectiviteit in het geding komt. Ook ziet het de maatschappij als erg breed,
waardoor het een ding op zichzelf wordt in plaats van een samenstelling van persoonlijke
ervaringen.
Marx, Durkheim en Weber worden beschouwd als de grondleggers van de sociologie,
vandaar een korte beschrijving van hun ideeën en volgers.
- Marx (1803-1883)
Volgens Marx is de geschiedenis gevormd door alle klassen die tegen hun ongelijkheid of
onderdrukking gestreden hebben. In zijn inzien zijn mensen in staat de wereld om hen heen
te veranderen. Zijn ideeën waren een inspiratie voor communistische maatschappijen.
- Durkheim (1858-1917)
Durkheim zag maatschappijen veranderen van overeenkomstig naar gescheiden en
normloos. Volgens hem konden nieuwe groepen weer zorgen voor een gevoel van eenheid
en betrokkenheid. Hij ontwierp samen met andere de structureel-functionele traditie. Als
socioloog onderzocht hij de maatschappij en beschreef hij hoe deze onderzocht moest
worden.
, - Weber (1864-1920)
Weber zag de overgang naar een relationeel geleide en bureaucratische samenleving als
negatief. Ook merkte hij de afname van het geloof en de toename van het kapitalisme op. Hij
wordt getypeerd als de meest pessimistische denken van de drie grondleggers,
waarschijnlijk veroorzaakt door aanhoudende depressies.
3. Sociale actietheorie (rationele keuzebenadering)
Terwijl het functionalisme en de conflicttheorie op macroniveau kijken en zich dus focussen
op brede sociale structuren, kijkt de sociale actietheorie op microniveau naar sociale
interactie in specifieke situaties. Grondleggers hiervan zijn Max Weber, George Herbert
Mead, Erving Goffman en George Blumer.
- Max Weber
De actietheorie van Max Weber is een microtheorie die zich richt op hoe actoren sociale
betekenis geven. In zijn theorie staat de ervaring van het volk centraal. Volgens hem worden
veranderingen niet alleen veroorzaakt door technische ontwikkeling, maar ook door
ontwikkelingen in denken. Hierdoor vergeleek hij ideale types van bepaalde categorieën met
elkaar, zoals de ideale protestanten en de ideale joden.
- George Herbert Mead
George bekeek hoe we ons zelfgevoel in de loop van de tijd opbouwen op basis van sociale
ervaringen.
- Erving Goffman
Erving zag de maatschappij volgens zijn dramaturgical analysis als een toneelspel
waarbinnen iedereen een eigen rol speelt.
- George Blumer
Volgens de sociale echange analysis wordt de sociale interactie bepaald door kosten en
baten van de interactie met anderen.
4. Symbolisch interactionisme
Aanhangers van het symbolische interactionisme, wat onder de sociale actietheorie valt,
stellen dat de maatschappij gevormd wordt door interactie tussen mensen. Doordat iedereen
de wereld om zich heen op een andere manier interpreteert is de maatschappij een mozaïek
van allerlei meningen. Een voordeel van dit perspectief is dat er gekeken wordt naar
ervaringen van individuen en hun dagelijkse interactie met anderen.
Kritiek op dit perspectief is dat het daardoor de grote sociale structuren vergeet. Door niet
naar macroniveau te kijken, houd je in mindere mate rekening met cultuur, sekse en ras.
Elk van de perspectieven geeft een unieke kijk op de maatschappij en beantwoord andere
vragen. Alleen door alle vier de perspectieven te combineren ontstaat er een vollediger
begrip van de maatschappij.
Een belangrijk doel van de sociale theorie is om de door het kapitalisme veranderende
maatschappijen te onderzoeken. Het kapitalisme heeft drie kenmerken, namelijk privé bezit,
het nastreven van persoonlijke vooruitgang en vrije competitie, soevereine consumenten en
markten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper anajovanazebeljan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,00. Je zit daarna nergens aan vast.