Vragen en Antwoorden werkgroepvragen 21-22 Inleiding Rechtsfilosofie
Alles voor dit studieboek (24)
Geschreven voor
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Rechtsgeleerdheid
Inleiding Rechtsfilosofie
Alle documenten voor dit vak (13)
1
beoordeling
Door: mariamka • 6 jaar geleden
Verkoper
Volgen
dm95
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Inleiding rechtsfilosofie
Schematisch overzicht filosofen en hun standpunten
Rijksuniversiteit Groningen
SAMENVATTING
Een samenvatting van de hoofdpunten, meningen en standpunten van de
filosofen die in het boek de revue hebben gepasseerd.
0
,John Austin Eugen Ehrlich
• Definitie van recht geven • Gewoonterecht is de moeder van het officiële
zonder gebruik te maken van recht. Je moet het gewoonterecht raadplegen om
bestaand rechtssysteem te weten wat het recht is.
• Kale theorie, want hij kijkt niet • Recht = iets wat door mensen als zodanig wordt
naar de waarde die er aan een beschouwd en dat wordt bezien als standaarden
bepaald standpunt wordt voor handelen = levend recht.
gehecht. • Levend recht = het geheel van regels waarop
• Stelt recht tegenover niet-recht mensen zich oriënteren in hun dagelijkse
(objectief) handelingen.
• Bevel = een wens die het • Gewoonte lijkt geen normatieve kracht te hebben,
verrichten of nalaten van maar dit kan wel als er een afspraak is gemaakt. Je
bepaalde handelingen inhoudt kunt gewoonte niet enkel uit regelmaat afleiden,
en waarbij de overtreder ervan omdat je van regelmaat kunt afwijken.
kwaad zal worden gedaan • Opinio necessitatis = volgens dit beginsel ontstaat
indien deze het bevel niet gewoonterecht uit handelingen die zich herhalen
opvolgt. en indien deze handelingen worden verricht uit het
• Superieuren = hij duidt op gevoel van een verplichting. Mensen gedragen
macht. zich dus zo omdat ze geloven dat dit zo moet.
• Recht = het geheel van • Regels worden niet alleen gevolgd uit angst voor
bevelen, afkomstig van een een sanctie, maar men volgt regels ook vanuit de
superieur, waarbij sancties overweging dat men zich werkelijk gebonden en
kunnen worden opgelegd als er verplicht voelt na te leven(Austin vindt dat er een
niet aan deze bevelen scherp onderscheid bestaat tussen sociale regels
gehoorzaamd wordt. en rechtsregels).
• Bevelen zijn alleen rechtsregels
als ze afkomstig zijn van
soevereine superieuren. Alleen
de soeverein is een rechtsbron.
• Soevereiniteit = een
aanwijsbare superieur (een
individu, een groep individuen
of een andere instantie),
waaraan het meerendeel van
de samenleving gehoorzaamt
maar die zelf niet de gewoonte
heeft om aan een andere
soortgelijke superieur te
gehoorzamen (onderkoning is
dus niet soeverein).
• ‘Bevelen van soeverein zijn de
enige rechtsbron’ – twee
contra-argumenten:
1. Het recht vloeit voort uit het
gewoonterecht: bepaalde
gewoonten zijn door jaren
van regelmaat gebruik recht
geworden.
2. De opinie bestaat dat er in
Austins theorie geen plaats is
voor rechtersrecht, omdat
dit niet door de wetgever is
gemaakt (geen product
van de soeverein)
1
, • Gewoonte (costum) = een
bepaalde regel over het
gedrag van mensen die door
Raz
• Een regel kan niet worden begrepen als een
de rechtssubjecten spontaan in
‘gewone’ reden om iets te doen, maar als een
acht worden genomen.
exclusionary reason = een uitsluitende reden
Wanneer de rechter deze
(voorbeeld: ik heb het mijn broer beloofd).
aanvaard, wordt deze omgezet
• Gewone redenen kunnen terzijde worden
in positief recht. Hiervoor is het
geschoven door conflicterende redenen, zoals het
slechts een regel van positief
feit dat het bijv. gaat regenen. Dit gaat niet zo
moraal.
makkelijk bij exclusionary reasons, omdat mensen
• Gewoonterecht = een
hun gedrag afstemmen op uitsluitende redenen.
verzameling opvattingen over
• Twee-orde redenen = regels, afspraken en beloften.
wat wel en wat niet goed is,
o Dit zijn niet redenen om bepaald gedrag te
waar geen enkele rechtskracht
vertonen of juist na te laten, maar het zijn
vanuit gaat zolang deze niet als
redenen om de gewone redenen niet tegen
zodanig erkend of bekrachtigd
elkaar af te wegen. Het zijn dus redenen die
zijn door de soeverein.
gewone redenen uitsluiten.
• Hij vindt natuurlijke rechten
o De uitsluitende kracht van regels is van
morele noties en voor hem zijn
groot belang voor de functies van
theorieën van natuurlijke
algemene regels. En om de coördinerende
rechten onacceptabel. Want in
functie uit te oefenen.
die theorieën wordt het recht
van de overheid immers weer
§ Hij onderscheid niet redenen van verschillende
beoordeeld o.b.v. moraliteit.
ordes, maar redenen van verschillende soorten.
Wetgever houdt zich bezig met de afweging tussen
• Austin ging er vanuit dat
verschillende beleidsoverwegingen. Voordat
rechterlijke uitspraken recht zijn
bijvoorbeeld een subsidie verleent wordt, zullen
o.g.v. het feit dat soeverein de
eerst alle beleidsargumenten tegen elkaar
rechter machtigt om recht uit te
afgewogen worden, de subsidieregeling wordt dan
vaardigen, waardoor
een exclusionary reason.
rechterlijke uitspraak gezien kan
worden als indirect bevel van
de soeverein. Rechter moest zo
min mogelijk interpretatievrijheid
krijgen = raar want Austin wilde
zich beperken tot beschrijving Rechtspositivisten (Austin, Hart &
recht op objectieve manier, en
hier(mee) komt hij een
Kelsen)
normatieve conclusie. Zij beperken zich tot een beschrijving van het bestaande
(positieve) recht. Ook al bestaan er tussen
Austin wilde zich niet bezig houden met rechtspositivisten onderling vele verschillen, zij delen 2
de vraag hoe recht ingericht behoort veronderstellingen:
te worden. Hij wilde immers een 1. Zij vinden het mogelijk en wenselijk om een begrip
neutrale beschrijving. Austin is niet de van recht te ontwikkelen waarbij er geen beroep
enige die zo denkt, ook Hart en Kelsen gedaan wordt op morele noties omtrent goed en
bestuderen het recht los van een kwaad;
morele beoordeling van het recht = 2. Rechtmatigheid is niet gekoppeld aan
rechtspositivisten. rechtvaardigheid van recht.
2
,Lon Fuller John Searle
• Gewoonte ontleent zijn waarde aan het feit dat
• Om recht te kunnen begrijpen mensen hun gedrag erop kunnen afstemmen.
moet je kijken naar hoe regels • Institutionele feiten (betekenissen) onderscheiden
normaal gesproken bindende zich van natuurlijke feiten doordat institutionele
kracht verkrijgen. feiten op een afspraak berusten.
Gewoonterecht laat ons de • Afspraak = gevolg van bepaalde handeling, er
functie van recht begrijpen. wordt een status toegevoegd.
• Gewoonte vormt slechts een • ‘Telt als’- regel = een statustoekenning is te
normatieve verplichting voor begrijpen als X telt als Y in de context C. Elke telt-als
diegene als hij de indruk heeft afspraak is een bouwsteen voor de regels aan de
gewekt dat hij volgens die hand waarvan men zich kan oriënteren op gedrag
gewoonte zal gaan handelen, van een ander.
en een ander zijn • Gewoonterecht is niet alleen geboden en
handelingen/verwachtingen verboden. Regel over ‘rijtje stenen geldt als grens’
daarop heeft afgestemd. zegt meer dan alleen maar een verbod.
Regels maken het mogelijk dat
mensen hun handelingen af
kunnen stemmen.
• Regels = verzameling verboden
die zeggen wat je wel en niet Juridische beslissers (ook
mag doen &
communicatiemiddel. subsidieverstrekkers en
• Belangrijkste functie van regels
is dat mensen hun gedrag op
vergunningverleners)
elkaar kunnen afstemmen. Van bijzonder naar algemeen, en weer terug
Hierbij telt niet alleen de • Algemene regels passen zelden perfect op de
verticale relatie tussen gevallen die zij beogen te regelen.
onderdaan en overheid, maar • Zowel bij vertaling feitelijk-juridisch als bij algemeen-
wordt er gefocust op bijzonder treedt er een
horizontale relatie tussen cirkelredenering/cirkelgang op.
burgers = ‘program of living o Om feiten in een juridische categorie te
together’. kunnen vertalen dient de juridische beslisser
eerst te selecteren welke feiten juridisch
• Hij heeft het over de falende relevant zijn. Dit kan pas o.g.v. de regels die
wetgever. In het verhaal van hij mogelijk toepasselijk acht.
mislukte koning Rex heeft Fuller o Deze bovenstaande wederzijdse
acht eisen geformuleerd afhankelijkheid = de hermaneutische cirkel.
waaraan een rechtssysteem
moet voldoen om niet een
mislukking te zijn (zie
onderstaand). Fuller gelooft dat
deze eisen een goed
functionerend rechtssysteem
kunnen creëren, maar gelooft
er niet in dat al deze eisen ook
volledig kunnen worden
verwezenlijkt. Onderstaande
eisen dienen meer als een
normatief ideaal dan dat ze ook
daadwerkelijk gelden als te
realiseren doelen:
3
,1. Wetten die worden
uitgevaardigd dienen een
algemene strekking te
hebben;
Retributivisme
Hierin wordt ook onderscheid gemaakt tussen oorzaak en
2. Daarnaast dienen de
redenen. Menselijk gedrag wordt voor een deel door
burgers in de samenleving
oorzaken gestuurd, maar ook door redenen.
van deze wetten kennis te
kunnen nemen;
3. Uitgevaardigde wetgeving
mag volgens Fuller nooit met Utilisme
terugwerkende kracht; Zijn onderscheiden lichaam en geest niet van elkaar en
4. Wetten dienen daarnaast daardoor ook redenen en oorzaken niet. Volgens utilisten
ook begrijpelijk te zijn; zijn vooral oorzaken zeer invloedrijk en zijn redenen meer
5. Het recht zoals dat in een rationalisaties achteraf.
samenleving geldt, dient
ook intern consistent te zijn; De werkelijkheid
6. Voor de burgers dient het De werkelijkheid is complex, omdat
wel daadwerkelijk mogelijk strafrechtsystemen vaak zowel op het retributivisme
te zijn om de wet na te en utilisme zijn gebaseerd. Dit is dan een compromis
kunnen elven; tussen twee uitersten = de verenigingstheorie.
7. Ook dienen de wetten en
regels niet voortdurend
veranderd te worden;
8. Tot slot dient de rechtspraak
o.g.v. geldende recht plaats
te vinden.
• Fuller onderscheid twee
functies van het recht:
1. Het recht dient voor
Fuller als “program of
living together”. Mensen
dienen op het recht
terug te kunnen vallen
als oriëntatiepunt voor
hun gedragswijze;
2. Ook kan het recht
wederkerige
verhoudingen scheppen
(zie eerste 1e / 8 eisen
hierboven). Deze eis is
van belang voor Fuller
omdat een leider (bijv.
koning) anders niet in
staat is om redenen te
geven voor de wijze
waarop hij handelt.
• De eisen van Fuller gaan uit
van de gedachte dat ook
de overheid is gebonden
aan het recht. Er worden
wederkerige verhoudingen
tussen burgers en de
overheid geschapen. De
gedachte van rechtsstaat is
niet denkbaar zonder notie
van algemene regels.
4
,• Hij vindt algemene regels
onmisbaar voor goed
functionerende
samenleving.
• Ook maakt Fuller een
onderscheid tussen recht en
sturen. Het zijn volgens hem
“twee uitersten op een
glijdende schaal”:
o Sturing wordt door
hem “managerial
direction” genoemd
= de sturende functie
van wetgeving.
Mensen kunnen
gedrag sturen door
bijv. dranghekken
neer te zetten.
5
,Hans Kelsen Hart
• Recht = niet alleen een manier • Het dubbele karakter van het recht geeft precies de
om richtlijnen te geven aan grens aan tussen een rechtssysteem en andere
normadressaten, maar ook regelsystemen. Alleen een rechtssysteem bevat
bedoeld om te regelen hoe er twee soorten regels:
gereageerd deint te worden bij 1. Primaire
eventuele niet-naleving van de 2. Secundaire
richtlijnen. Recht is een • Een stelsel dat uitsluitend uit primaire regels
dwangorde. (Gedragsregels) bestaat heeft drie tekortkomingen:
• De stapeling van regels is 1. Een samenleving die alleen wordt geleid door
kenmerkend voor het primaire regels duidt hij aan als een manier van
rechtssysteem. Het recht is vooral onzekerheid
een wijze om menselijke 2. Er is meer 1 manier om deze regels te
handelingen te sturen d.m.v. veranderen, namelijk door een langzaam
dwang. groeiproces. In een dergelijke samenleving
• (Net als Austin) moet recht en bestaat geen manier om regels doelbewust aan
moraal apart gezien worden. te passen aan veranderde omstandigheden.
(Verschil met Austin) Kelsen Gedragsregels hebben hierdoor een statisch
vertrekt niet vanuit het bevel van karakter.
de soeverein. Hij vindt niet dat 3. In een dergelijk stelsel is de sociale druk
de sancties kenmerkend zijn voor waardoor regels worden gehandhaafd erg
het recht, maar juist dat de inefficiënt. De enige handhavingswijze is de
sancties worden opgelegd op sociale druk.
een wijze die door het recht zelf • Hierop staan remedies in de vorm van secundaire
wordt geregeld. regels:
• Verschil tussen sociale en 1. Herkenningsregels: specificeren 1 of meerdere
juridische sancties = het recht kenmerken die een bepaalde regel dient te
regeert door een dwangmiddel bezitten, willen deze beschouwd kunnen worden
die uitgevaardigd is door de als een regel die door sociale druk nageleefd
rechtsorde zelf en die dient te worden. Ze kunnen de onzekerheid
maatschappelijk en wegnemen.
georganiseerd is. 2. Veranderingsregels: dit is bijvoorbeeld een regel
• Het recht verleent de die een bepaald persoon/groep mensen de
gemeenschap een bevoegdheid geeft om nieuwe primaire regels in
geweldsmonopolie omdat de te voeren en oude te verwijderen. Remedie voor
rechtsorde bepaalt wie het statische karakter van de gedragsregels.
sancties/dwang mogen 3. Berechtingsregels: Ze verhelpen de inefficiëntie
toepassen. Hierbij onderscheid van sociale druk.
maken tussen twee verschillende • De secundaire regels geven een eenheid aan het
regels: systeem. Ze zorgen dat het rechtssysteem meer
1. Regels die het gedrag van bevat dan alleen ge- en verboden.
mensen bepalen • Rechtssystemen regelen zichzelf als het ware, omdat
2. Regels die de reactie van het hiertoe noodzaak toe bestaat bij complexe
recht of de functionarissen samenlevingen.
bepalen als de • Austin zegt dat bevel en plicht elkaar
gedragsregels worden veronderstellen, maar Hart vindt iets anders: de
overtreden. bindende kracht van recht kan niet worden
teruggebracht tot de macht van degene die
Net als Radbruch vond ook Kelsen dat bevelen uitvaardigt. Het bevel dient eerst te worden
het gelijkheidsbeginsel van groot getransformeerd tot een rechtmatig bevel en de
belang is. Wel geven ze beide een uitvaardiger van die bevelen tot een rechtsvormer.
andere invulling aan het beginsel. Dan pas ie een bevel aan te merken als een wet.
Zulke transformaties kunnen alleen tot stand worden
Kelsen heeft het over gebracht door secundaire regels, want alleen de
geweldsmonopolie, waarbij de staat secundaire regels kunnen er voor zorgen dat
alleen geweld mag gebruiken. primaire regels rechtmatig worden.
6
, • Kenmerkend voor een rechtssysteem dat deze zowel
Het primaire als secundaire rechtsregels kent.
subsidiariteitsbeginsel • Hart heeft drie redenen waarom de rechter niet
• = Om succesvolle wetgeving te mechanisch recht spreekt:
kunnen maken, moet wetgeving 1. Regels hebben een open textuur. Algemeen
zo veel mogelijk decentraal te kenmerk van de menselijke taal. Algemene
worden gemaakt. Centrale categorieën passen nooit volledig op een feitelijk
overheid moet geval, ze hebben daarom rafelige randjes.
randvoorwaarden stellen waar Waarom is het onmogelijk om de randjes van het
decentrale wetgever zich aan recht netjes af te zomen? Twee redenen:
moet houden. 1. Er zullen altijd nieuwe, onvoorziene
• Bij wetgeving maken is de gevallen ontstaan aangezien we
fundamentele eis dat de te maken hebben met een
overheid niet nodeloos voortdurende maatschappij
vergaand ingrijpt in de 2. Deze voortdurende verandering
samenleving. Dit vloeit uit het brengt met zich dat we slechts
subsidiariteitsbeginsel voort en een bepaald oogmerk kunnen
dus uit het beginsel van nastreven; doelen zijn niet eens en
evenredigheid. voor altijd vast te stellen.
• Geconditioneerde zelfregulering 2. Daarnaast is de mens- en dus ook wetgever en
= In Nederlandse context wordt rechter – onwetend over alle relevante feiten. Dit
er vooral gewezen naar kan ervoor zorgen dat een regel underinclusive of
functioneel lagere niveaus. Er overinclusive is.
wordt in dit verband ook wel 3. De doeleinden zijn relatief onbepaald. De
over geconditioneerde rechter beschikt over twee opties:
zelfregulering gesproken, § Aansluiten bij doel dat MvT bij wet
waarmee er met noemt (historische interpretatie).
geconditioneerd wordt bedoeld § Hij kan besluiten om een doel te
dat: de betrokkenen wel regels construeren (teleologische
mogen opstellen, maar alleen interpretatie).
binnen het kader dat centrale • Volgens Hart dienen de lancunes in het recht te
wetgever heeft aangewezen. worden opgevuld door vindingrijke rechters, door
o Voorbeeld: zorgplichten. bijvoorbeeld het construeren van doelen. Rechter is
• Zorgplichten of kaderrichtlijnen wel degelijk gebonden aan het recht, dus Hart
zijn geen exclusionary reasons, erkend de heuristische functie van het recht.
want dat zorgaanbieder
‘verantwoorde zorg’ moeten • Berechtingsregel: maakt dat de rechter bevoegd is
aanbieden, is geen uitsluitende om over geschillen met betrekking tot deze weten
regel, want sluit geen eerste- uitspraak te doen.
orde-redenen uit. • Herkenningsregel: deze maakt de wetgever
• Als regels wel als uitsluitende bevoegd om wetten uit te vaardigen.
regels werken, dan vervullen zij
een belangrijke rol. Want Voor hem is recht alles wat de gelaagdheid van primaire en
rechtsstaat wordt immers secundaire regels heeft. Volgens Hart ontlenen rechtsregels
geregeerd door het recht. hun verplichtende karakter aan het feit dat zij als
• Het richten op het doel van de rechtsgeldig zijn aangewezen door de herkenningsregel.
regel en het kijken ‘achter de
regel’ kan weliswaar leiden tot 3 soorten secundaire regels
rechtvaardige resultaten, maar 1. Herkenningsregels (nemen primair de onzekerheid
dit doet dus wel afbreuk aan de weg)
rechtszekerheid als we kijken 2. Veranderingsregels (statisch karakter)
naar hoe het uitpakt in de eisen 3. Berechtingsregels (inefficiëntie voorkomen)
van Fuller.
Deze regels vormen een systeem ze moeten naar elkaar
terugverwijzen en aan elkaar gekoppeld zijn!
7
,• De werking van regels wordt
geanalyseerd in de context van
Llewellyn
een sturende overheid. • Hij was vertegenwoordiger/aanhanger van de
Wetgever niet alleen bezig met stroming Legal Realism. Zij waren van mening dat
codificaties maar ook met het niet het recht, maar de rechter de doorslaggevende
daadwerkelijk veranderen van factor is. Volgens hen is de rechter niet slechts een
de maatschappij. Een algemene wetstoepasser.
regel is een problematisch • Hij zegt dat het een commonlaw-traditie is die
sturingsinstrument, omdat de toegepast moet worden. Hierbij is de rechter dus de
wetgever op de hoogte moet belangrijkste rechtsbron vanwege de
zijn van causaal verband dat de precedentvorming.
regel veronderstelt en sociale • Een keuze van het precedent door de rechter
geval waar het op van brengt de noodzaak van generaliseren met zich
toepassing is. Hierdoor ontstaat mee. Er moet worden generaliseerd omdat iemand
behoefte aan decentralisatie die zich in een nieuw geval wil beroepen op een
wat wordt vereist door eerder geval hard zal moeten maken wat de
subsidiariteitsprincipe. Gevolg is overeenkomsten dan zijn.
dat doelbereiking makkelijker • Daarnaast dient de rechter logische ladders te
wordt, maar rechtszekerheid niet construeren. Logische ladders – ziet er als volgt uit:
meer altijd gegarandeerd kan
worden.
• Om regelgeving toch
democratisch te houden, wordt
eis gesteld dat er vertrouwen
moet bestaan in de kwaliteit van
het afwegingsproces tussen
eerste-orderedenen om een
regel te laten dienen als
exclusionairy reason.
• Volgens Llewellyn is de heuristische functie
nauwelijks van toepassing, dit wordt per geval
beoordeeld. In hoeverre een nieuw geval op een
eerder beoordeeld geval lijkt, wordt mede bepaald
door de uitkomst die men beoogt te bereiken. Het
redeneerproces is daarmee inductief: er wordt van
bijzonder naar algemeen beredeneerd.
• Volgens Llewellyn gaan rechters in een commonlaw-
systeem vrij nonchalant om met algemene regels –
ze worden als ‘hulpje’ gebruikt om de gewenste
uitkomst te kunnen bereiken. Hij hecht alleen belang
aan regels als zijnde middelen om het oordeel van
de rechter achteraf te kunnen legitimeren. Regels
sturen de oordeelsvorming dus niet.
• Llewellyn vindt dat regels alleen maar regels zijn,
omdat de rechter zegt dat het rechters zijn. (Hart
daarentegen vind dat hieraan voorafgaand sprake
is van sociaal geaccepteerde regels).
8
, Natuurrecht Thomas van Aquino
• Natuurrechtdenkers gaan uit • Volgens hem is overheidsgezag onder
van het feit dat er eeuwig voorwaarden gerechtvaardigd:
geldende universele beginselen 1. Als de mens in zijn eentje had kunnen leven, zou
zijn. Het verschil tussen goddelijk de menselijke rede genoeg zijn om de mens
recht en natuurrecht zien we bij naar zijn doel te kunnen leiden. Aquino legt de
twee andere aannames: nadruk op de rede. Mensen zijn wezens met
1. Natuurrechtelijke beginselen redelijke vermogens.
zijn niet te vinden in de wil 2. Echter, de mens is van nature een sociaal
van God, maar juist in de wezen, welke gezelschap nodig heeft van
menselijke natuur; andere mensen – dit si een belangrijk beginsel
2. Natuurrechtelijke beginselen om een rechtvaardige samenleving te kunnen
worden niet slechts realiseren. Er moet ook een leider zijn.
geopenbaard via een heilig 3. Samenleven kan niet zonder regulatie.
boek, maar door het 4. Deze regulatie ligt in de ordening door een
ontdekken van de leider met het oog op welzijn voor iedereen.
menselijke rede. 5. Alleen leiderschap dat wordt gericht op het
Deze aannames vormen de redenen welzijn van iedereen is rechtvaardig te noemen.
waarom natuurrecht en goddelijk recht De leider dient dus geen privébelangen na te
als apart van elkaar beschouwd jagen.
dienen te worden. • Het hogere natuurrecht moet volgens hem een
leider hebben. Natuurrecht geeft zelf de richtlijnen
waaraan leiderschap moet voldoen.
• Het natuurrecht kan alleen verdedigd worden als
Algemene regels we van een optimistisch mensbeeld uitgaan, dit
wordt beargumenteerd door zijn opvatting dat
Hieronder de functies:
schepselen hiërarchisch zijn geordend.
• Heuristische functie: algemene
• Hij onderbouwde zijn denkwijze door te verwijzen
regels vergemakkelijken de
naar God, zijn denkwijze was instabiel omdat
manier waarop de beoordelaar
natuurrecht mensen in staat stelt om op eigen
(bijv. rechter) tot een oordeel
kracht te ontdekken waarnaar het menselijke recht
komt
zich moet richten – zonder beroep op God te doen.
• Rechtvaardigende functie: als
o Voluntaristen: vinden dat het bouwplan van
een beoordelaar wordt
de mens niets meer is dan een product van
gevraagd naar redenen voor
de wil van God. Zij vinden het natuurrecht
een bepaald oordeel, kan hij
overbodig want dan moeten we ons laten
terugverwijzen naar de
leiden door God.
algemene regels
o Intellectualisten: God kan niet tegen de
• Coördinerende regels: bij het
rede handelen.
beoordelen van een bepaalde
zaak wordt de verwachting
gewekt dat een soortgelijke
zaak in de toekomst ook op een
soortgelijke wijze zal worden
beoordeeld. In dit kader vormt
de algemene regel de functie
van een oriëntatiepunt waar de
omstanders hun gedrag op af
kunnen stemmen
• Beperkte functie: algemene
regels hebben de functie om
de beoordelaar in zijn macht te
beperken
9
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dm95. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.