Het document is een uitwerking van de focusvragen met de belangrijke stof, doormiddel van dit document heb ik mijn tentamen gehaald. Het document betreft de stof van het tweede tentamen.
College aantekeningen Psychologie (AB_1124) Psychology
Individu en identiteit (i&i): Complete samenvatting van alle hoorcolleges en het boek (deeltentamen 1)
Individu en identiteit (i&i): Complete samenvatting van alle hoorcolleges en het boek (deeltentamen 2)
Alles voor dit studieboek (160)
Geschreven voor
Open Universiteit (OU)
Psychologie
Inleiding in de psychologie (PB0014)
Alle documenten voor dit vak (76)
Verkoper
Volgen
jarnamennens
Voorbeeld van de inhoud
Hoofdstuk 9: geheugen, aandacht en bewustzijn
Ons geheugen is centraal in ons leven en herinneringen aan het verleden vormen dan ook
onze persoonlijke identiteit. Het geheugen is sterk verbonden met leren, omdat het
geheugen wordt gezien als veranderingen binnen een individu. Deze veranderingen komen
door het leren en beïnvloeden dan ook het toekomstige gedrag.
Leren -> geheugen -> effect op toekomstig gedrag
William James verklaarde: ‘Iedereen weet wat aandacht is. Het is het bezit nemen van de
geest, in heldere en levendige vorm, van een uit wat misschien meerdere gelijktijdig
mogelijke objecten of gedachtegangen lijkt… Het houdt in dat je je van sommige dingen
terugtrekt om effectief met anderen om te gaan.’
Het bewustzijn of zelfbewustzijn is het ervaren van eigen mentale gebeurtenissen op een
manier dat men erover kan rapporteren/ vertellen aan een ander.
Een informatieverwerkingsmodel van de geest
De cognitieve psychologie ziet de geest of de hersenen als een verwerker van informatie,
maar er is hier geen informatieverwerkingstheorie van cognitie over. De theorieën die er zijn,
zijn gebaseerd op aannames over hoe mensen informatie krijgen, opslaan en ophalen. Een
aanname is dat een individu een beperkte mentale middelen heeft bij het verwerken van
informatie. We hebben maar een bepaalde mentale energie, opslagruimte of tijd die we
besteden aan het verwerken van informatie. Een andere aanname is dat informatie door een
systeem winkels gaat. Het gaat via de sensorische systemen en wordt vervolgens op
verschillende manieren bewerkt en in een langetermijnopslag geplaatst, waaruit je het kunt
ophalen wanneer je het nodig hebt.
Sensorisch geheugen (SG), korte-termijn geheugen (KG), lange-termijn geheugen (LG)
—> Een sensorische input leidt tot het sensorische geheugen. Hierin gaat de onbeheerste
informatie verloren, maar wanneer er aandacht aan wordt gegeven leidt dit tot het korte
termijn (werk)geheugen. Daar is onderhouds repetitie, dit leidt weer tot codering en het
creëren van het langetermijngeheugen. Enige informatie kan daar in de loop van tijd verloren
gaan. Bij het ophalen van informatie uit het langetermijngeheugen gaat het naar het
werkgeheugen op korte termijn.
,FOCUS: wat zijn de belangrijkste componenten van het informatieverwerkingsmodel van de
geest dat hier wordt gepresenteerd?
De bovenstaande foto is een manier om te proberen gegevens uit gedragsonderzoeken te
begrijpen. Het is een metafoor, want als je het te letterlijk neemt zorgt het in onderzoeken
voor verblinding.
Het informatieverwerkingsmodel stelt dat de geest 3 soorten geheugenopslag heeft: het
zintuiglijk geheugen, kortetermijn- (of werk) geheugen en het langetermijngeheugen. Daar
wordt informatie bewaard en geopereerd. Elk soort geheugen heeft een eigen functie (rol bij
algemene werking, geest), capaciteit (hoeveelheid informatie die het kan bevatten op een
bepaald moment) en duur (tijdsduur informatiepunt). Ook heeft het controleprocessen:
aandacht, repetitie, codering en ophalen. Deze verwerken de informatie binnen het
geheugen en verplaatsen het naar het juiste geheugen.
FOCUS: wat is de functie van sensorisch geheugen?
Zintuiglijk geheugen: de korte verlenging van zintuiglijke informatie
Sensorische systemen hebben een aparte sensorische geheugenopslag. Het systeem heeft
de zintuiglijke input voor een hele korte tijd. De functie van het systeem is om zintuiglijke
informatie, in de oorspronkelijke vorm, lang genoeg vast te houden om te worden
geanalyseerd door onbewuste mentale processen en er een beslissing over te maken of het
naar het korte-termijn geheugen gaat.
FOCUS: wat zijn de basisfuncties van de kortetermijnopslag, en hoe wordt deze
geheugenopslag gelijkgesteld met bewustzijn? Hoe lijkt het werkgeheugen op de centrale
verwerkingseenheid van een computer?
De korte termijn winkel: bewuste perceptie en denken
Informatie uit het sensorisch geheugen gaat naar het korte-termijn geheugen. Alle informatie
verdwijnt snel als er niet met aandacht naar wordt gekeken, daarom wordt het korte-termijn
geheugen ook wel het werkgeheugen genoemd. Het werkgeheugen doet namelijk het
opslaan en transformeren van informatie dat wordt bewaard in het korte-termijn geheugen.
Het korte-termijngeheugen is het bewust denken en informatie kan binnenkomen uit het
sensorisch geheugen en het langetermijngeheugen.
Het sensorisch geheugen en het langetermijngeheugen zijn beide een continue stroom van
bewuste gedachten die de inhoud zijn van het korte-termijngeheugen. De capaciteit van het
korte-termijngeheugen is +7/-2 items, dus 5 tot 7. Een paar items van informatie kun je
tegelijk waarnemen of overwegen, maar de totale hoeveelheid informatie die door het
korte-termijn geheugen gaat is groot.
,Langetermijngeheugen: de informatie bibliotheek van de geest
Je langetermijngeheugen is het alledaagse begrip van geheugen en is de opgeslagen
weergave van alles wat je weet. De capaciteit van je langetermijngeheugen is dan ook groot.
Het bevat informatie die zorgt dat je proeft, hoort, mensen herkent enz. We zijn ons niet
bewust van alle informatie die in ons langetermijngeheugen zit, behalve als ze geactiveerd
zijn en naar het kortetermijngeheugen gaan.
Korte termijn geheugen: Langetermijngeheugen:
Actief (er wordt over informatie nagedacht), Relatief passief (opslagplaats van
maar het is van korte duur (items informatie) en de duur is lang (items kunnen
verdwijnen binnen enkele seconde als er een leven lang meegaan).
niet meer aan wordt gedacht).
FOCUS: wat zijn in het informatieverwerkingsmodel de functies aandacht, coderen en
ophalen?
Controleprocessen: de informatietransportsystemen van de geest
De verplaatsing van informatie tussen het ene naar het andere geheugen wordt gereguleerd
door de controleprocessen aandacht, coderen en ophalen. Deze controleprocessen kun je
zien als strategieën om informatie door het systeem te verplaatsen en de prestaties te
verbeteren.
- Aandacht: het proces dat de informatiestroom van het zintuiglijke geheugen naar het
korte-termijngeheugen regelt. Het sensorische geheugen heeft een grotere
capaciteit dan het korte-termijngeheugen, dus de grote van de informatie moet
worden beperkt.
- Codering: het proces van verplaatsing tussen het korte-termijngeheugen naar het
langetermijngeheugen. Dit is vaak niet opzettelijk en is een bijwerking van de
interesse die je hebt, bijvoorbeeld voor een boek. Voor de lijst woordjes die je uit je
hoofd moet leren, codeer je in je langetermijngeheugen, maar dat gaat wel bewust.
- Ophalen: is het proces van informatiestroom van het langetermijngeheugen naar het
korte-termijngehuegen. Je haalt gewoonlijk herinneringen op. Dit kun je opzettelijk
doen of gaat automatisch. Soms zoeken we naar informatie in ons
langetermijngeheugen en soms gaat het vanzelf.
Het korte-termijngeheugen heeft een beperkte capaciteit, waardoor maar een bepaalde
hoeveelheid informatie tegelijk gecodeerd, opgehaald en behaald kan worden. Elk
controleproces kun je beschouwen als een bepaald deel van de beperkte capaciteit van het
systeem voor de uitvoering ervan. Je kunt je dus afvragen hoeveel mentale energie een
bepaald proces kost. Doormiddel van neuroimaging-technieken kun je meten hoeveel
glucose wordt verbruikt tijdens het uitvoeren van een mentale operatie. Glucose is een
energiebron voor de hersenen en de hoeveelheid glucose die wordt gebruikt om een
bepaalde operantie uit te voeren, geeft aan hoeveel energie die operatie vereist. Er is
aangetoond dat het glucoseverbruik in de hersengebieden die verband houden met
, cognitieve verwerking groter is bij het uitvoeren van moeilijkere taken dan bij taken die
gemakkelijk zijn.
Energie is een metafoor voor de beperkte capaciteit van het informatieverwerkingssysteem
die bij de taak hoort. De automatische processen in de hersenen vinden plaats als:
- Het is zonder intentie en zonder bewust bewustzijn
- Er is niet te interfereren met de uitvoering van andere processen
- Niet verbeteren door te oefenen
- Niet te beïnvloeden door individuele verschillen in intelligentie, motivatie en opleiding
Daarentegen is een inspannings proces:
- Beschikbaar zijn voor het bewustzijn
- Interfereren met de uitvoering van andere inspannende processen
- Verbeteren door te oefenen
- Wordt beïnvloedt door individuele verschillen in motivatie, intelligentie en opleiding
FOCUS: wat zijn de belangrijkst kenmerken van ‘snel’ en ‘langzaam’ denken?
‘Snel’ en ‘langzaam’ denken: dual-processing theorieën van cognitie
Bij het oplossen van een probleem zijn er 2 manieren, ook wel dual-processing theorieën:
- Denk aan het automatische einde van het informatieverwerking continuüm, waarbij
de verwerking snel is, automatisch en onbewust.
- Is aan de inspannende kant, waarbij de verwerking langzaam, inspannend en bewust
is.
Deze manieren van denken hebben over de jaren heen verschillende namen gekregen:
impliciet/ expliciet, heuristisch/ analytisch, associatief/ op regels gebaseerd, woordelijk/ gist,
automatisch/ gecontroleerd, systeem 1/ systeem 2.
Daniël Kahneman noemt deze soorten van informatie verwerkingen ‘fast’ en ‘langzaam’
Snel verwerken (impliciet) Langzaam verwerken (expliciet)
Intuitief, weinig of geen gevoel van controle. Bewust beslissen wat je wilt aanpassen,
Mensen denken en onthouden door beslissen welke cognitieve dingen moeten
onnauwkeurigheid, ‘vage’ worden gedaan en het daarna met
geheugenrepresentaties worden verwerkt bedoeling oplossen en niet op een
op een onlogische manier. onlogische manier.
J. Ridley Stroop heeft het Stroop interferentie-effect ontwikkeld. Hij presenteerde woorden of
vormen uitgedrukt in kleuren aan proefpersonen en vroeg hen zo snel mogelijk de kleur op
te noemen. De proefpersonen waren het traagst in het benoemen van de inktkleuren voor
woorden die een andere kleur dan de inktkleur noemden. Je ‘snelle’ systeem is
verantwoordelijk voor veel visuele illusies.
Je ‘snelle’verwerking is datgene wat je het makkelijkste vindt om op te noemen, bijvoorbeeld
de woorden. En je ‘langzame’ verwerking is dat wat je moeilijker vindt om op te noemen,
bijvoorbeeld de kleuren.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jarnamennens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.