Samenvatting Lezen Blok 1 t/5 + Woordenschat + Spreken, kijken en luisteren + Schrijven + Spelling en interpunctie.
Goede voorbereiding op het Nederlands examen, of een Nederlandse toets. Bevat ALLE grammatica van deze blokken/hoofdstukken in het Nederlandse boek Op Niveau, Havo 4/5.
Samenvatting Op niveau tweede fase 4/5 havo Leeropdrachtenboek, ISBN: 9789006627633 Nederlands
Op niveau antwoordenboek 4,5 havo
Alles voor dit studieboek (12)
Geschreven voor
Middelbare school
HAVO
Nederlands
5
Alle documenten voor dit vak (1467)
1
beoordeling
Door: jacquelinestassen • 1 jaar geleden
Verkoper
Volgen
ddbotr
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Woordenschat
Woordraadstrategieën > gebruik alleen als je de betekenis van een woord móet weten om de tekst
te begrijpen
Woordboek > Woorden die je niet kent of twijfelt over de betekenis
Formele tekst: Teksten met vaste vorm/structuur, formele taal, regels, gebruikt bij officiële
situaties
Informele tekst: Teksten voor bekenden, lossere, minder officiële teksten
Schrijftaal is over het algemeen formeler dan spreektaal
Taalconventies: Afspraken die we maken over het taalgebruik
Voorbeeld: Beleefdheidsconventies: gebruik u/je (straattaal/jongerentaal)
Taalregister: Elke situatie gebruik je een ander taalregister
Dialect (regionale taal) – Accent (uitspraak)
Lezen: Manieren
o Orienterend: vlug kijken waar de tekst overgaat: titel, tussenkopjes, afbeeldingen, opvallend
gedrukte woorden en de bron
o Globaal: hoofdzaken uit de tekst halen, kernzinnen (1ste/laatste), signaalwoorden en -zinnen
o Intensief: Tekst helemaal begrijpen, betekenis van woorden, verwijswoorden, verbanden,
schrijfdoel, hoofdgedachte
o Kritisch: Tekst beoordelen, is de info juist/actueel/volledig, zijn de argumenten eerlijk/
overtuigend/logisch/samenhangend
Onderwerp: Waar de tekst over gaat
Deelonderwerp: Verschillende kanten van het (hoofd)onderwerp
Hoofdgedachte: Kortst mogelijke samenvatting van de tekst, vaak 1 zin
Titel: informeert de lezer waar de tekst overgaat + motiveert om verder te lezen
Ondertitel: Aanvulling op de titel
Tussenkopjes: Geven structuur + motiveert om verder te lezen + kondigen deelonderwerp aan
Alinea: Structuur
Kernzin: De zin die het belangrijkste van de alinea weergeeft
Overgangszin: Aankondigde signaalzin die het verband legt tussen de alinea´s
Met je eigen woorden uitleggen: Alleen de belangrijke woorden overnemen i.p.v. citeren
Schrijfdoel Uitgangspunt Tekstsoort Voorbeeld
Informeren Feiten opsommen Informerende Nieuwsbericht,
(objectief) (Informatie geven verslag, zakelijke
brief, werkstuk
Instrueren Aanwijzingen geven, iets Instruerende Recept,
leren routebeschrijving
etc
Uiteenzetten Feiten en hun samenhang + Uiteenzettende Tekst schoolboek,
uitleg geven zakelijke brief,
Overtuigen Vooral argumenteren Betogende Recensie, column,
(subjectief) opiniestuk krant
Beschouwen Van verschillende kanten Beschouwende (ing) Recensie, blog,
belichten, de lezer laten column
nadenken over bepaalde
kwestie; uitleggen +
beargumenteren
, (ob/subjectief)
Activeren Aanzetten tot handeling of Activerende Advertentie,
gedrag (jongeren); solicitatiebrief,
argumenteren (subjectief) recensie, blog
Amuseren Amuserende informatie Amuserende Roman, artikel
(vermaken, entertainen) geven (objectief, vooral tijdschrift, strip,
subjectief) column, blog
Feitelijke uitspraak: uitspraak waarvan de schrijver/spreker meent dat deze waar is (klopt het > feit)
Waarderende uitspraak: niet-feitelijke uitspraak (mening. Aangeven of hij/zij iets mooi vindt etc)
Lezen 2: Manieren om alinea´s met elkaar te verbinden
Herhaling van woorden/woordgroepen
Signaalwoorden
Signaalzinnen
Overgangszinnen met een verwijzend woord
Verbanden:
Tegenstellend: Tegenstelling > standpunt benadrukken (maar, daarentegen, enerzijds, toch)
Opsommend: Opsomming (En, ook, bovendien, daarnaast, vervolgens, tevens)
Oorzakelijk: Koppelt oorzaak aan gevolg (doordat, daardoor, waardoor, als gevolg van)
Redengevend: Kondig reden aan > leidt amper tot gevolg (omdat, want, daarom, vanwege)
Uitleggend: Uitleg, toelichten (dat wil zeggen, met andere woorden, bijvoorbeeld)
Concluderend: Conclusie inleiden (dus, concluderend)
Samenvattend: Korte samenvatting (kortom, samenvattend, al met al)
Voorwaardelijk: Voorwaarde stellen (als, indien, op voorwaarde dat, mits, tenzij)
Vergelijkend: Vergelijking aangeven (net als, zoals, soortgelijk, hetzelfde)
Doel-middel: Er is een middel nodig, om het doel te bereiken (met behulp van, d.m.v.)
Chronologisch: Hoe iets nu is vergleken met vroeger, ontwikkeling (vroeger, eerst, nu, later)
Verbindingswoord: maken duidelijk hoe delen van de tekst met elkaar samenhangen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ddbotr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.