Samenvatting Pedagogiek
Inleiding- Jan Masschelein
Een film als aanzet en inzet
Film= mirakelfilm
Niet in de zin dat er een onzichtbare magische kracht aan het werk is die op een mysterieuze
en onverwachte wijze een volkomen hulpeloze situatie gelukkig doet aflopen.
-> er is geen einde en geen doel
! in de zin dat de werkelijkheid in een nieuw licht verschijnt en men (opnieuw) geïnspireerd
wordt, men letterlijk nieuw leven wordt ingeblazen waardoor een toekomst mogelijk is.
De film laat zien dat we niet onherroepelijk bepaald zijn door ons verleden of door de context.
De zwaartekracht
De kracht van natuurlijke, historische, morele, sociale psychologische wetten en condities die
ons handelen en ons leven bepalen.
Bv. de kracht van het verlangen naar wraak
De zwaarte van (daden uit) het verleden kunnen opgeheven worden, zodat er een lichtheid is
en iets nieuws kan beginnen of een nieuw begin mogelijk is.
De lichtheid van het opvoeden
Het verlichten van de werkelijkheid (de werkelijkheid verschijnt in een bepaald, nieuw licht),
met het verlichten van de zwaartekracht (de krachten van het verleden, van de gebruiken,
wetten en condities worden in zeker zin opgeheven) en met het verlichten van de geest (het
inspireren, het begeesteren).
De film is een dan misschien een mirakelfilm (zonder happy end), maar zeker geen
spektakelfilm.
De film toont ons dat de mogelijkheid van een nieuw begin niet bepaalt wordt door heldhaftige
ingrepen, door grootse opoffering voor de andere of door met goede bedoelingen geplande
deskundige interventies.
Ethos
de manier van doen, een wijze van handelen of, meer algemeen, een manier van aanwezig
zijn of bestaan.
= levenshouding
De waarheid van de film
In de film toont zich een waarheid in het handelen en spreken dat zich voor de camera
afspeelt. De film stelt een bepaalde houding in het licht, openbaart die houding en dat maakt
de waarheid ervan uit.
≠ wetenschappelijke kennis
Juist handelen
Een handelen dat zich inlaat met de situatie, dat recht doet aan de situatie en aan de zaak en
dat in die zin ‘gepast’ is, zonder dat we vooraf goed kunnen weten wat gepast of ongepast is.
Het juiste handelen moet in elke situatie telkens opnieuw gezocht en (uit)gevonden worden
Bv. de juiste woorden om iemand te troosten in een concrete situatie moeten telkens opnieuw
worden gevonden.
Kijk-, lees- en denkoefeningen
Ascese
het geheel van oefeningen waarin een manier van bestaan en van handelen vorm krijgt,
waarin een waarheid belichaamd wordt en zich manifesteert in een (levens)houding.
1
, Filosofie
Een geheel van oefeningen die voorbereiden op het handelen
De oefeningen helpen zich toe te rusten om gepast op de gebeurtenissen in de concrete
situatie te kunnen reageren, ‘bij de zaak’ te zijn, aanwezig te zijn.
‘Kijken’
Zien wat we denken, onze eigen begrippen aanwenden en toepassen.
We gebruiken onze begrippen en opvattingen dan om wat we zien te begrijpen en dat
begrijpen wordt meteen een oordeel (dat is goed, dat is slecht, dat kan beter, …)
‘lezen’
Het vernemen van iets: een getoonde, gezegde, geschreven waarheid te vernemen, wat ook
wil zeggen: zo helder en klaar mogelijk articuleren.
-> wanneer men iets wil vernemen (in sterke zin dat wat men verneemt ook bijblijft en een
betekenis krijgt voor het eigen doen en denken) het van belang is zichzelf het zwijgen trachten
op te leggen: de eigen verwachtingen, maar ook de eigen meningen en oordelen trachten op
te schorten (niet meteen iets te willen tegenwerpen, niet meteen een opinie te willen
inbrengen).
Het schrijven van dit handboek
Meesterschap- Maarten Simons
Op zoek naar de ordinaire leerkracht
Het gaat over de meesterlijke leerkracht van het kleine moment en de gewone
situatie en niet over de deskundige leerkracht van de grootse toekomst en de nieuwe
samenleving
Leerkracht, zorgverlener of pedagoog als een grootse figuur
= iemand die de verantwoordelijkheid voor de toekomst op zich neemt
= iemand met idealen, met een roeping
= iemand die optimistisch in het leven staat, en met goede bedoelingen zijn/ haar aandacht
over de komende generatie verdeelt.
= iemand die niet voor zichzelf leeft, maar voor de ander, met name voor leerlingen.
= iemand die voor de toekomst leeft, en daarvoor zichzelf gerust wil wegcijferen.
= iemand in het heden die op een deskundige wijze of met ‘kennis van zaken’ mee vorm geeft
aan een toekomst.
‘het heden’
= het moment tussen verleden en toekomst en wordt steeds begrepen als een soort
pedagogisch scharniermoment.
-> het draagt dan, net als de leerling of opvoedeling, de belofte in zich van een andere,
betere, mooiere toekomst.
Leerkracht als een kleine figuur
= een onopvallende, zoekende randfiguur
= niet als held, niet als antiheld, maar als iemand die zijn/ haar leven leeft en heel erg
gewoon, dagelijks kleine, heel erg kleine, dingen beleeft, maar daar nauwgezet en op een
menselijke manier mee bezig is.
Eigenschap: zijn/ haar meesterschap en de houding van aanvaarding die hiermee
samenhangt
Meesterschap en aanvaarding
->verwijst naar filosofische houdingen
2