Terreinverkenning
De integrale jeugdhulp
2. Doelstellingen van het decreet:
- inzetten op de vermaatschappelijking van de jeugdhulp en het versterken van de eigen krachten van d
minderjarige en zijn omgeving
=> empoweren= zoeken welke krachten er in de persoon/ context zitten en hoe kunnen we die
versterken
- cliënten vlot toegang geven tot de jeugdhulp die ze nodig hebben, zowel in de rechtstreekse als het niet-
rechtstreeks toegankelijk aanbod
- het meer verzekeren van de continuïteit in de jeugdhulp
=> naadloos overstappen van de ene jeugdzorg naar de ander
- > de meeste jongeren hebben een discontinuïteit of hebben een gedefragmenteerd pad
afgewandeld
- gepast en alert reageren op situaties van verontrusting
- het consolideren van een aanbod crisisjeugdhulp waarop hulpverleners permanent beroep op kunnen
doen
=> als de situatie zo uit de hand gelopen is dat er binnen de 24h hulp aanwezig is
Bv. Minderjarig meisje ligt aan de trappen van de kerk te slapen
- dit alles met maximale participatie ven de minderjarige en zijn gezin
3. Organisatie
3.1. Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
= is die hulp waar de cliënt zonder meer beroep op kan doen.
A. brede instap
= is er voor alle hulpverleners, los van enige probleemkenmerken en wordt aangeboden door een centrum
van Algemeen Welzijnswerk (CAW), door Kind en Gezin (K&G) of door een Centrum voor
leerlingbegeleiding (CLB)
Antwoord brede instap= info, advies, enkele oriënterende gesprekken waarbij de cyclus onthaal,
vraagverheldering, indicatiestelling, aanbod verheldering en indien nodig verwijzing kan worden doorlopen
3 kernopdrachten:
- instapprocedure
- informatieverstrekking
- kortdurende hulp
B. probleemgebonden hulp
= een aanbod dat gericht is naar een doelpubliek met een specifiek type hulpvraag.
Bv:
- therapeutische begeleiding in een CGG
- psychosociale begeleiding van jongeren
- kortdurende opvang in een Centrum voor Kinderzorg en gezinsondersteuning
- thuisbegeleiding Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH)
- ondersteunende pleegzorg Kind en Gezin (K&G)
- begeleid zelfstandig wonen binnen Algemeen Welzijnswerk (AW)
, De kerntaken van de organisatie RTJ:
- optimale toegankelijkheid realiseren: bekend- bereikbaar- beschikbar- begrijpbaar- betaalbaar
- maximale aandacht voor de eigen krachten van cliënten: aangepaste methodieken inzetten
- participatie aan de hulp stimuleren
- gepast omgaan met verontrusting: bespreken van verontrusting met cliënt en in team (gedeelte
beeldvorming), belang van interne procedures
- continuïteit in hulp realiseren: op een passende manier verwijzen als dat nodig is en contactpersoon-
aanmelder zijn naar de toegangspoort en naar het Ondersteuningscentrum Jeugdzorg of
Vertrouwencentrum Kindermishandeling.
C. Multidisciplinaire teams (MDT)
= bestaan uit deskundigen en zijn door de overheid erkend om diagnoses te stellen en te bepalen welke
hulp het best aangewezen is.
-> verzamelt diagnostische informatie voor een NRTJ aanvraag, het kan desgevallend zelf het diagnostische
proces uitvoeren om het A- document in te vullen, het beslist altijd in multidisciplinair teamverband, het
bepaalt de zorgintensiteit van de hulpvrager.
-> het neemt de rol van contactpersoon- aanmelder op en het betrekt de cliënt maximaal bij alle stappen
D. Jeugdhulpverleners buiten het toepassingsgebied IJH
= huisarts, arts- specialist (neuroloog, kinderpsychiater, …), kindpsychiatrische dienst, drughulpverlening,
zelfstandig paramedicus (logopedist, kinesist, psycholoog, …), privaat paramedisch team (logopedist +
kinesist + psycholoog + …)
-> zij zijn rechtstreeks toegankelijk en ook zij kunnen een aanvraag doen bij een de toegangspoort
E. Power Point
Aanmelden bij de toegangspoort:
- iedere jeugdhulpaanbieder in Vlaanderen
- 1 voorwaarde: registratie in E- Healt- kadaster
- 3 aanmelders:
- jeugdhulpaanbieders uit RTJ of NRTJ
- jeugdhulpaanbieders buiten toepassingsgebied IJH
- diensten erkend als MDT
- standaard aanmeldingsdocument: A- document
- digitaal elektronisch instrument
- werklast tot een minimum beperkt
- invullen wijst zich zelf uit
- enkel gegevens rapporteren die relevant en noodzakelijk zijn voor het motiveren van de NRTJ-
vraag
- opbouw ‘dwingt’ aanmelders tot het bespreken van NRTJ- vragen vanuit 2 perspectieven
- uitgebalanceerde visie op belastende en beschermende factoren
- interactioneel perspectief
- rol contactpersoon- aanmelder opnemen
,Opbouw A- document:
1. Identificatie:
- de minderjarige
- betrokkenen (gezinsleden en andere betrokkenen)
- niet: alle partijen opsporen en bevragen
- wel: zoveel mogelijk visie en beleving weergeven van de personen die de jongere goed kennen
- voor 12- jarigen minsten 1 wettelijke vertegenwoordiger aanmaken (om akkoord met
hulpverlening te kunnen aanduiden)
- gegevens over pleeggezin bij ‘andere betrokkenen’
- aanmelder
- de jeugdhulpverleners die hebben bijgedragen aan de samenstelling van het A- document
2. Vraagverheldering:
- cliëntperspectief
- klachten en problemen
- wat loopt goed?
- wat willen ze veranderd zien? (doelstellingen)
- gewenste hulp
- al verkregen en actuele hulp?
- wenst contact met ISteam?
-> letterlijke bewonderingen cliënt
- de aanmelder
3. Diagnostiek
- belangrijk dat je goed documenteert waarom een bepaalde diagnose werd weerhouden: welke disciplines
werden ingezet, welke instrumenten of processen?
4. Bijkomende gegevens
- enkel invullen op vraag van MDT of op vraag van ISteam
- jeugdhulpverlener krijgt via mail een link naar het A- document in insisto (ook aangegeven in het
dossier)
- kan in het document informatie aanvullen of een document opladen
- kan alleen info invullen in het tekstveld onder de vraag die aan hem wordt gesteld
5. Voorstel indicatiestelling
- urgentie van de vraag (prior)
- waarom vraag NRTJ
- gemeten zorgintensiteit (MDT’s)
- voorstel indicatiestelling
- bekomen van instemming van de cliënt
- datum teambeslissing
6. jeugdhulpregie: niet voor aanmelder
7. historiek: verloop van het dossier, niet voor aanmelder
, 3.2. Niet rechtstreeks- toegankelijke jeugdhulp
A. Intersectorale toegangspoort (ITP)
= voor vragers naar niet- rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
2 teams: indicatiestelling (IS) en het team jeugdhulpregie (JHR)
Toegang ITP: verloopt via een hulpverlener en/of een MDT
-> de hulpverlener maakt voor de aanmelding gebruik van een aanvraagdocument (A- document)
Team indicatiestelling= onderzoekt de hulpvraag, het gaat na of de omschrijving van de hulpvraag
voldoende duidelijk is en of de aangeleverde diagnostiek en het eventuele voorstel van de indicatiestelling
van goede kwaliteit is.
-> werkt op basis van het A- document
-> einddoel: opmaak indicatiestellingsverslag
Indicatieverslag: haar besluit over het inzetten type hulpverlening (typemodules)
Typemodule= een duidelijke afgelijnde eenheid van hulpverlening, ze bevat de kernopdracht of de functie
van wat er in zulke hulpverlening gebeurt
Bv: Brede instap, info en advies, diagnostiek, begeleiding, behandeling, bemiddeling, training,
hulpcontinuïteit, verblijf en dagopvang.
Team jeugdhulpregie= krijgt de aanvragen elektronisch afgeleverd door het team indicatiestelling.
-> de jeugdhulpregisseur stelt 1 of meer concrete hulpverleningsmodules voor en gaat na of het
hulpaanbod meteen kan worden ingevoerd
Modules= zijn afgeleid van typemodules en vertellen welke voorzieningen een bepaald typemodule
aanbieden en waar ze dat juist doen.
B. Verontrusting
= term die we gebruiken wanneer mensen zich ongerust maken over de leefsituatie en/ of ontwikkeling van
een kind/ jongere
= een bedreiging van de fysieke, seksuele of psychische integriteit
= wanneer de ontwikkelingskansen (provisie, protectie- participatierechten)/ de integriteit (psychische,
fysieke, seksuele) zijn bedreigd (ppt)
Bv: mishandeling, geweldpleging, maar even goed ene moeilijke verwerking van traumatiserende
gebeurtenissen als spijtgedrag
Verontrusting appelleert aan een gevoel/ aanvoelen dat er iets fundamenteel misloopt met een
minderjarige en/ of zijn gezinscontext
-> dit gevoel manifesteert zich meestal in het opmerken van (risico)signalen die aanleiding geven
tot het ondernemen van gerichte acties om het ontstaan of escaleren van het probleem te
voorkomen
De bij een hulpverlener gesignaleerde verontrusting of de verontrusting van een hulpverlener zelf leiden
tot een inschatting (taxatie) van de situatie
Verontrustende situaties zijn situaties die dus als dusdanig door een hulpverlener, een cliënt of een derde
als verontrustend worden ingeschat/ beoordeeld omdat ze
De ontwikkelingskansen van een minderjarige bedreigen (de provisie-, protectie-, of
participatierechten van de minderjarige worden geschonden
De (psychische, fysieke of seksuele) integriteit van een minderjarige of van één of meer gezinsleden
aantasten
Een combinatie van deze perspectieven omvatten