Gezondheidspsychologie
Hoofdstuk 1: Wat is gezondheid?
1.1 Wat is gezondheid? Veranderende perspectieven
1.1.1 Relatie tussen lichaam en geest
Hippocrates: Ziekte = verstoord evenwicht tussen 4 lichaamssappen
Genezing = terug evenwicht brengen “lichaam en geest zijn 1”
sappen hangen samen met PH
Galenus: Oorzaak ziekte is puur lichamelijk DUS geen geest
4 lichamelijke humores 4 temperamenten specifieke ziektes
Bv. Melancholische vrouwen hadden grotere kans op borstkanker door grote hvlheid zwarte
gal
Vroegere middeleeuwen meer focus op geloof & spiritualiteit
Ziekte = (straf van god, kwade geesten) dus genezing door priester + verbod wetenschappelijk
onderzoek
Religieuze gezichtspunten hielden stand tot begin renaissence
Descartes: Lichaam en geest zijn 2 afzonderlijke/onafhankelijke etniteiten = dualisme
Mechanisch standpunt Lichaam is machine & inzicht in ziekte als we onderdelen gaan
bestuderen DUS meer technischer met wetenschappelijk onderzoek
door renaissance
1.1.2 Biomedisch ziektemodel
Biomedisch ziektemodel Als je de oorzaak van ziekte wegneemt verdwijnen symptomen
= reductionistisch DUS gezondheid = afwezigheid ziekte
MAAR: waarom versch reacties van mensen op ziekte? psychosociale modellen als reactie
1.1.3 Vraagtekens bij dualisme: psychosociale modellen voor GH en ziekte
Psychosociale modellen Veel ziekten hebben organische oorzaak, maar veroorzaken individuele
reacties & rol geest is daarbij belangrijk (bv. Fantoompijn, placebo) H15
DUS: kan van 2 kanten komen (bidirectioneel) en niet dualistisch
1
,1.1.4 Biopsychosociaal model
Biopsychosociaal model Integreren van biologische/fysiologische + psychologische
/gedragsmatige + sociale/omgevingsfactoren die bijdragen aan
gezondheid/ziekte
1.1.5 Gedrag, dood en ziekte
Stijging levensverwachting laatste 100 jaar enorm, nu niet meer zo hard
Daling mortaliteit = sterftecijfers: medicatie, hygiëne, vaccinatie, …
Oorzaken overlijden drastisch veranderd: bv. niet meer griep
belangrijkste doodsoorzaken hebben gedragscomponent, bv. roken, diabetes, …
- Ons gedrag draagt bij aan onze GH en onze kans op overlijden
1.2 Individuele, culturele en leeftijdsgerelateerde perspectieven op GH
1.2.1 Lekentheorieën over GH
Bauman vroeg aan patiënten met ernstige ziekte: “Wat betekent gezondheid voor u?”
- Overwegend gevoel van welzijn
- Afwezigheid van symptomen
- Handelingen waartoe een persoon in staat is, bv. 10km wandelen
Bij zelfde vraag aan ouderen gaven ouderen in mindere gezondheid recente symptomen aan (bv.
Pijn) & in goede gezondheid positieve indicatoren (bv: kunnen wandelen)
DUS: subjectieve gezondheidsbeoordelingen van gezonde mensen meer verbonden met
gezondheidsgedrag (= beschermd, bevorderd of houden gezondheid in stand bv. voldoende
lichaamsbeweging)
Onderzoek Health & Lifestyle “Wat is gezondheid?”
- Niet ziek
- Bezit
- Gedrag
- Lichamelijk fitheid en vitaliteit
- Psychosociaal welzijn & functie (taken verrichten)
DUS heel verschillend
Hangt er ook van af met wie je jezelf vergelijkt (referentiegroep) van leeftijd, beroep,
betere/slechtere gh, …
Gezondheid = relatieve staat van zijn
1.2.2 Definitie van GH van de WHO wereldgezondheidsorganisatie
WHO gezondheid Toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welzijn DUS
meer dan alleen als afwezigheid van ziekte of invaliditeit!!
WHO stelt ook doelstellingen en beleidsdocumenten rond gezondheid op met relatie tussen
leefwijze & gezondheid
2
,1.2.3 Crossculturele perspectieven op gezondheid
= ‘normale gezondheid’ verschilt per cultuur & is afhankelijk van economische en politieke klimaat van
tijdperk, bv: roken vroeger vs nu
1.2.4 Levensloop en GH
Gezondheidsperspectief afhankelijk van leeftijd
- Kinderen (<7) denken op magisch niveau, bv: kauwgom inslikken is diarree
- Kinderen (8-11) denken meer concreet met inzicht in oorzaak en gevolg
- In vroege pubertijd meer fysiologisch/lichamelijk
- In late pubertijd en volwassenheid meer psychofysiologisch (interactie lichaam/geest)
- Bij ouderen vaak een positieve opvatting over gezondheid
1.3 Wat is gezondheidspsychologie?
Gezondheidspsychologie Wetenschappelijk onderzoek naar mentale, biologische,
psychosociale processen & het gedragsmatig functioneren via
empirische methoden (systemische observatie en
zelfrapportage)
1.3.1 Wat is het verband tussen psychologie en GH?
Hoofddoelstelling = begrip ontwikkelen en vergroten van de bio psychologische factoren bij:
- Bevordering en in stand houding van gezondheid, bv. gezond eten
- Verbeteren van gezondheidszorg en -beleid, bv. campagnes
- Preventie en behandeling van ziekte
- Kijken naar de oorzaken van ziekte (risicofactoren)
Samenwerking met modellen/theorieën uit sociale, klinische, cognitieve psychologie, behaviorisme &
vaak deel van inter- en multidisciplinaire groepen
Psychosomatische geneeskunde Geest en lichaam, bv pijn door trauma (Freud)
Gedragsgeneeskunde Klassieke en operante conditionering (bv. exposure)
Medische psychologie Meer beroepsmatig dan vakgebied
Medische sociologie Verband tussen psychologie en sociologie (bv. gezin, SL,
verwantschap)
Klinische psychologie Meer geestelijke gezondheid & minder lichamelijk
3
, Hoofdstuk 2: Sociale verschillen in ziekte en gezondheid
= omgevings-, culturele en sociale factoren
Welgestelden leven gemiddeld 5 jaar langer
!!! Gaat om groepsgemiddelden op populatieniveau en gaat om groot aantal verschillende factoren dus
eenvoudige conclusies lastig !!!
Verschillende mensen hebben te kampen met versch voor- en nadelen doordat ze tot versch contexten
behoren
2.1 Gezondheidsverschillen
2.1.1 Bewijs voor gezondheidsverschillen
België (2016) levensverwachting bij geboorte = 81,3 jaar
MAAR: ook bij hogere SES (opleiding, beroep en inkomen) gezondheidsverschillen hogere opleiding
is voorspellend voor minder chronische gezondheidsproblemen (behalve allergie) want opleiding is een
sterke voorspeller van werk en inkomen & dat voorspelt chronische gezondheidsproblemen (naast
leeftijd en geslacht)
2.1.2 Ook onder mensen met een hoge SES komen gezondheidsverschillen
SES = sociaal economische status
- Opleiding
Sterke voorspeller van werk en inkomen in toekomst
1 van belangrijkste determinanten van chronische gezondheidsproblemen (naast leeftijd
en geslacht)
Lagere opleidingsniveau, groter risico chronische ziektes (17/35)
- Beroep
- Inkomen
4