100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Groei & Ontwikkeling €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Groei & Ontwikkeling

 4 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Dit is de samenvatting van de literatuur horend bij het vak Groei en ontwikkeling. Hierbij staat de ontwikkeling van kinderen centraal, met de bijhorende mijlpalen die gehaald moeten worden, hoe te herkennen dat er een achterstand is en wat hiermee te doen. Ook komen veel voorkomende bacteriën en ...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • 21 november 2023
  • 16
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
Groei & ontwikkeling
Bacteriën zijn prokaryoten zonder een gevormde
celkern, het DNA ligt vrij in een gebied genaamd het
nucleoïd. Een gedeelte van de genetische informatie is
circulair en zelf-kopiërend -> dit heten plasmiden. Deze
plasmiden kunnen genen hebben die voor resistentie
tegen antibacteria zorgen. In het cytoplasma liggen geen organellen naast
ribosomen voor eiwitsynthese. Antibacteriële middelen focussen vooral op
het vernietigen van de celwand en de reproductieve processen in een
bacterie om vermenigvuldiging te voorkomen. Bacteriën worden op basis
van gramkleuring onderverdeeld:
- Gram-positief: kleurt paars, de
peptidoglycaan laag vormt een dikke laag
aan de buitenkant van de cel. Door de
polysachariden en aminozuren is de laag
polair en dus hydrofiel -> hierdoor zijn
organismen bestemd tegen gal in de
darmen.
- Gram-negatief: kleurt roze, de
peptidoglycaan laag is dun. Het
membraan is hydrofiel, maar door lipide componenten ook
hydrofoob -> entree van nutriënten gaan via kanalen genaamd
porines.

Virussen zijn pathogenen die niet levend zijn en dus niet
zelf kunnen reproduceren, hiervoor hebben ze andere
cellen nodig. Virussen hebben een aantal eigenschappen
dingen gemeen tussen soorten: genetisch materiaal (bij
elkaar gehouden in een capside -> gemaakt van
individuele eiwitten (capsomeren)), de nucleocapside (de
eenheid van de capside met het nucleïnezuur). Het
gehele virusdeeltje (virion) bestaat meestal uit de
nucleocapside, sommige hebben een lipide laag die een
extern membraan vormt. Virussen kunnen op een aantal
criteria worden geclassificeerd:
- Soort nucleïnezuur: DNA & RNA -> enkelstrengs/dubbelstrengs ->
lineair (DNA/RNA) of circulair (DNA)
o De meeste RNA-virussen zijn enkelstrengs m.u.v. Rota virus.
- Polariteit van het RNA: positief -> messenger RNA, negatief -> is
complementair aan mRNA -> er is eerst
transcriptie naar messenger RNA nodig voor
translatie.
- Aan- of afwezigheid van een envelop
Sommige virussen kunnen latent worden en een
externe trigger nodig hebben om weer verder te
kunnen met vermenigvuldiging, andere virussen
kunnen de host cel transformeren wat zorgt voor de
vorming van een kankercel. Verschillende bekende
virussen:

, - Norovirus: zeer besmettelijk, veroorzaker van 50% van gastro-
enteritis met een acuut begin: nausea, vomitus, hoofd-, spier- &
buikpijn, diarree, algemene malaise en soms koorts. De duur is
afhankelijk van de leeftijd -> kortere duur bij hogere leeftijd.
- Influenza: meest voorkomende is A, er is ook B & C, veroorzaakt
koorts.
- Retrovirussen: vormt 5-8% van humane genoom, hebben een vaste
structuur en een mogelijke rol bij embryogenese & ontstaan van
kanker. Belangrijke voorbeelden: HIV & HLTV.
- Bacteriële virussen: bacteriën kunnen worden geïnfecteerd raken
door een virus -> bacteriën hebben wel een eigen afweersysteem.
Bacteriële virussen worden gebruikt als antibacterieel middel.
o Deze therapie heet een bacteriofaag -> techniek wordt vooral
in Oost-Europa gebruikt door gebrek aan antibiotica.
- Een virus kan verschillende effecten hebben:
o Cel aantasting door virus leidt tot celdood
o Latente infectie: gastheercel herbergt virus in potentieel
actieve toestand, er is geen replicatie totdat er een trigger
voor reactivatie optreedt.
o Persisterende infectie: wel replicatie op laag niveau ->
symptoom loze infectieuze drager
o Cel transformatie: gastheercel transformeert naar cel met
kanker karakteristieken.
Prionen zijn eiwitten die lichaamseigen eiwitten van vorm laten
veranderen. Deze hebben een lange incubatietijd, zijn resistent voor
sterilisatie & zijn eigenlijk altijd fataal dor neurodegeneratie.

De jeugdgezondheidszorg zorgt voor het bevorderen van de gezondheid
en ontwikkeling van alle kinderen en heeft als taken:
monitoring/signalering, vaststellen van zorgbehoefte,
screening/vaccinaties, voorlichting/advies/instructie/begeleiding,
beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen & samenwerken rond
zorgsystemen. De JGZ bereikt meer dan 90% van de kinderen,
laagdrempelig & op regelmatige tijden -> 7x tussen 0-1 jaar, 4x tussen 1-
4, 2x tussen 4-12, 2x tussen 12-18 & na 18 op aanvraag. Er is dus 15x een
contactmoment met opgroeiend kind & ouders. Direct na de geboorte
wordt de hielprik & de neonatale gehoorscreening (tegen doofheid)
verricht.

Er zijn 4 fasen waarin er groei plaatsvindt, elk van deze fasen heeft andere
factoren die het beïnvloeden: foetaal (lengte moeder, placenta, insuline &
IGF-2), zuigeling (voeding, gezondheid & schildklierhormoon), kind (IGF-1
& schildklierhormoon) & puberteit (testosteron, oestrogenen, IGF-1). In het
1e levensjaar is er zeer snelle groei, na het 3e levensjaar daalt dit weer tot
de puberteit, wanneer er weer een stijging plaatsvindt. Tijdens de
puberteit sluiten ook de groeischijven en stopt dus de groei. Bij meisjes
start de groeispurt na de borstontwikkeling en bij jongens start de
groeispurt 18 maanden na het begin van puberteit (testiculaire
vergroting). Er zijn een aantal vuistregels voor gewicht & lengte: geboorte

, (3,5 kg – 50 cm), 5 maanden (7 kg – 65 cm), 1 jaar (10 kg – 75 cm), 2 jaar
(+2 kg - 90 cm (1/2 van volwassen lengte)), 6 jaar (20 kg – 120 cm).

Voor het evalueren van de groei worden groeicurven gebruikt. De
standaarddeviatie wordt gebruikt om te kijken of de afwijking van de norm
normaal is of afwijkend. Voor de streeflengte wordt de lengte van de vader
en de moeder gebruikt:
Jongen=44,5+0,376∗lengtevader +0,411∗lengte moeder
Meisje=47,1+0,334∗lengte vader +0,364∗lengte moeder
Voor een kleine lengte is er een afwijking van < 2.5 SD of < 2.0 SD met:
geboorte lengte/gewicht < 2 SD, emotionele deprivatie & disproportie. Ver
onder streeflengte is meer dan 2 SD & een afbuigende lengtegroei is meer
dan 1 SD. Een primaire groeistoornis wordt gekenmerkt door disproporties,
hieronder valt het syndroom van Turner of achondroplasie. Een secundaire
groeistoornis zorgt voor normale proporties en kan komen door:
orgaanafwijkingen, endocriene afwijkingen, psychogeen/Iatrogeen of door
malnutritie. Indicaties voor groeihormoontherapie zijn:
- Groeihormoondeficiëntie: afbuiging van lengtegroei, achterlopende
botleeftijd en een verlaagd IGF-1.
- Turner syndroom
- Chronische nierinsufficiëntie: groeihormoon resistentie,
elektrolytafwijkingen, metabole acidose, osteodystrofie &
malnutritie.
- SGA: bij 20% van patiënten met kleine lengte, 90% haalt dit in de
eerste 6 maanden. Er wordt een hoge dosering groeihormoon
gegeven.
- Prader Willi syndroom: dysmorfie kenmerken, hypotonie,
hypogonadisme, mentale retardatie & hyperfagie van 2e tot 4e
levensjaar.
Er zijn een aantal onderzoeken om te testen of er een groeivertraging is:
- Uitzetten van lengte/gewicht in groeicurve
- Röntgen van hand/pols voor bot leeftijd
- Bloedonderzoek: nierfalen, coeliakie, groeihormoondeficiëntie of
andere syndromen.
Een grote lengte komt minder vaak voor dan een kleine, omdat ouders
hier vaak trots op zijn. Dit wordt meestal veroorzaakt door lange ouders,
obesitas kan de groei versnellen maar heeft geen invloed op uiteindelijke
lengte. Endocriene oorzaken zijn zeldzaam en kunnen komen door
vroegtijdige puberteit of congenitale nier hyperplasie. Congenitale nier
hyperplasie is een autosomaal recessieve aandoening dat zorgt voor nier
steroïde synthese. In meisjes zorgt dit voor gemengd
mannelijke/vrouwelijke externe genitalia, bij jongens zorgt dit voor zout
verlies, grote lengte & vroegtijdige puberteit. Dit wordt meestal behandeld
met glucocorticoïden, mineraalcorticoïden
en zout bij zoutverlies.

Craniosynostosis is een ziekte waarbij 1 of
meer van de bindingen van de
schedelbotten te vroeg fuseren, waardoor de

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lisaverll. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 81113 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen