Het vak Wet- en regelgeving is heel moeilijk, je moet veel leren en ook nog alles kunnen toepassen. In deze samenvatting staat precies wat je moet weten, niks te veel en niks te weinig. Ook staat er in welke onderwerpen je echt goed moet kennen voor het tentamen. Ik heb hem zelf in 1 keer gehaald m...
Wet- en regelgeving samenvatting
Hoofdstuk 1 Recht en Regels
1.1 Waarom is er recht?
In de Nederlandse samenleving leven en handelen mensen en organisaties met dikwijls
verschillende belangen. Om conflicten te voorkomen, kunnen afspraken worden gemaakt. Maar wat
gebeurt er als niet aan de verplichtingen wordt voldaan? Het recht gaat om rechten en plichten
van individuen en van de overheid, die voortkomen uit normen en waarden die algemeen gelden
in de maatschappij. Door rechten en plichten in rechtsregels vast te leggen, inclusief de wijze
van handhaving, krijgt het recht vorm. Het recht brengt een doelmatige ordening aan in de
samenleving, zoals bijvoorbeeld verkeersregels zodat er geen chaos ontstaat en geeft het recht
spelregels voor gedragingen tussen individuen onderling en voor het handelen door de overheid.
Daarnaast stuurt het individueel gedrag van burgers. Recht en rechtvaardigheid zijn geen
synoniemen. Het recht is wel gericht op rechtvaardigheid. Iemand die de wet overtreedt, moet een
terechte straf ondergaan en het recht moet de zwakkeren beschermen. Toch gebeurt dit niet altijd,
door het feit dat niet iedereen op de hoogte is van zijn rechten en omdat er een spanningsveld is
door de verschillende belangentegenstellingen.
1.2 Vindplaats van het recht
Vindplaatsen van het recht (rechtsbronnen) zijn:
- Wet- en regelgeving;
- Jurisprudentie;
- Gewoonte;
- Verdragen.
Deze vindplaatsen worden hieronder verder toegelicht.
1.2.1 Wet- en regelgeving
Wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid. Hoogste wetgever in
Nederland is de Staten-Generaal samen met de regering (Koning en ministers samen). Alleen
wetten die afkomstig zijn van de hoogste wetgever worden met wet aangeduid, bijvoorbeeld:
Burgerlijk Wetboek; Jeugdwet; Gemeentewet. De hoogste wet in Nederland is de Grondwet (Gw).
In lagere regelgeving komt het woord wet níét voor, bijvoorbeeld: Koninklijk Besluit (KB);
algemene maatregel van bestuur (AMvB); ministeriële regeling; provinciale verordening en
algemene plaatselijke verordening. Nederland is lid van de Europese Unie (EU) en heeft een deel
van haar regelgevende bevoegdheden overgedragen aan de EU. De EU kan verordeningen en
richtlijnen vaststellen die gelden in de gehele EU. Deze regels staan hoger dan de Grondwet.
1.2.2 Jurisprudentie
Een tweede rechtsbron is jurisprudentie. Jurisprudentie ontstaat doordat algemene regels in
diverse wetten en in de overige regelgeving moeten worden toegepast in individuele situaties, die
vaak heel verschillend zijn. De rechter moet uitmaken hoe de regels zijn bedoeld, door rechtsregels
te interpreteren en de uitkomst ervan te formuleren in een uitspraak. Afhankelijk van de soort zaak
of het niveau waarop recht wordt gesproken, heet zo’n uitspraak vonnis, uitspraak of arrest.
Een uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden heet arrest. De rechter vult normen in die niet
duidelijk genoeg in de wet staan, of die al wel in de maatschappij gelden maar nog niet in de wet
zijn beschreven. Omdat door rechter nieuw recht wordt gevormd, wordt jurisprudentie
rechtersrecht genoemd.
1.2.3 Gewoonte
De regels van gewoonterecht zijn niet ergens opgetekend, maar ontstaan in de loop van de tijd
door het gebruik ervan in algemene kring. Regels van gewoonterecht komen maar weinig voor.
Een voorbeeld is de ongeschreven regel dat het kabinet het vertrouwen moet hebben van de
Tweede Kamer om te kunnen regeren.
,1.2.4 Verdrag
Verdragen zijn afspraken tussen twee of meer staten die op schrift zijn gesteld en die gelden in de
staten die partij zijn bij het verdrag. Daartoe moeten de staten dit verdrag wel hebben
geratificeerd, dat wil zeggen: zich ermee akkoord hebben verklaard. Verdragsregels staan, net
als de regelgeving van de EU, boven de rechtsregels die in Nederland zijn gemaakt. Veel
bepalingen in verdragen hebben directe werking, dat wil zeggen dat iedereen zich daar direct op
kan beroepen, ook als deze niet zijn opgenomen in wetten of lagere regelgeving in Nederland.
1.3 Aard van regels
Rechtsregels hebben niet allemaal dezelfde werking. Sommige rechtsregels zijn dwingend van
aard, andere meer aanvullend. Verder bestaat er in de diverse regelingen een zekere rangorde.
Ook is er verschil in het recht zoals dat in de rechtsbronnen is vastgelegd en een persoonlijk recht
van iemand dat daarvan is afgeleid. Dit wordt hieronder verder uitgelegd.
1.3.1 Dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht zijn regels waarvan niet afgeweken mag worden. Rechtsregels waarvan alleen
ten gunste van de andere partij mag worden afgeweken heet semidwingend recht. Bijvoorbeeld:
een huurder en verhuurder hebben de mogelijkheid om afspraken te maken in het voordeel van de
huurder over gebreken in de woning. Dan heb je nog regels die alleen gelden als er specifieke
afspraken ontbreken, namelijk aanvullend recht. Als partners bij een huwelijk bijvoorbeeld zelf
niets anders afspreken, dan geldt de wet en zijn zij na de huwelijksvoltrekking in (beperkte)
gemeenschap van goederen getrouwd. Semidwingend en aanvullend recht komen vooral voor bij
rechtsregels die betrekking hebben op het sluiten van een overeenkomst. Als de wetgever een van
de partijen wil beschermen, dan wordt een regel van dwingend recht vastgelegd.
1.3.2 Rangorde in regelingen
Niet alle regels hebben dezelfde rechtskracht. De rechtskracht is namelijk afhankelijk van het
orgaan waarvan de regelgeving afkomstig is. In al deze regelingen bestaat de volgende rangorde,
waarbij de eerstgenoemde regeling het hoogst in rang is:
- Verdragen;
- Gemeenschapsverordeningen en -richtlijnen;
- Grondwet;
- Overige wetten;
- Algemene maatregelen van bestuur;
- Ministeriële regelingen en richtlijnen;
- Provinciale verordeningen;
- Gemeentelijke verordeningen.
Als een lagere regeling in strijd is met een hogere regeling en hierop een beroep wordt gedaan,
dan kan de rechter de lagere regeling buiten toepassing laten.
1.3.3 Objectief en subjectief recht
Het objectieve recht bevat alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in de
rechtsbronnen zijn vastgelegd. We spreken dan ook van het objectieve recht als geheel. Een
voorbeeld is de participatie wet. Subjectief recht is het recht dat op basis van een objectief recht
aan iemand persoonlijk is toegekend. Er zijn ook subjectieve plichten. Subjectieve rechten en
plichten kunnen worden afgedwongen in een procedure voor de rechter.
1.4 Grondrechten
In het eerste hoofdstuk van de Grondwet staan de grondrechten. Grondrechten zijn de meest
elementaire en onvervreemdbare rechten van een individu, die door de overheid en anderen
moeten worden gerespecteerd. De Grondwet bevat klassieke grondrechten, waarop de overheid
in beginsel geen inbreuk mag maken, tenzij daarvoor een wettelijke grond bestaat. Voorbeelden:
verbod op discriminatie; recht op vrijheid van meningsuiting; eerbiediging persoonlijke levenssfeer;
onaantastbaarheid menselijk lichaam; verbod vrijheidsontneming; recht toegang tot rechter. De
rechter oordeelt of een inbreuk rechtmatig is (in overeenstemming met het recht). In de
Grondwet staan ook sociale grondrechten die een opdracht voor de overheid vormen. Als de
overheid tekortschiet, kunnen politieke middelen worden ingezet om de naleving ervan te
bewerkstelligen. Voorbeelden zijn: recht op gezondheidszorg; recht op sociale zekerheid, werk en
welvaart.
, 1.5 Recht en de praktijk van het sociaal werk
Het recht is van belang voor maatschappelijk werk, sociaalpedagogische hulpverlening en
cultureel-maatschappelijke vorming. Het vormt enerzijds het kader waarbinnen de hulp- en
dienstverlening plaatsvindt. Het bepaalt de juridische verhouding tussen hulp- en dienstverlener en
zijn cliënt, en geeft inhoud aan verantwoordelijkheden en verplichtingen van partijen. Het recht
vormt anderzijds de juridische (on)mogelijkheden van de cliënt om zijn eigen welzijn vorm te
geven. Bovendien is sprake van een toenemende juridisering van de maatschappij. De neiging
bestaat om alles zwart op wit te zetten en overal regeltjes voor te bedenken. Hulp- of
dienstverleners zijn geen juristen, maar kunnen hun cliënten wel ondersteunen bij het vinden van
de juiste (rechts)hulp en hun eigen hulp- en dienstverlening afstemmen op de sociaaljuridische
situatie van de cliënt.
Hoofdstuk 7 Samenlevingsvormen
7.1 Personen- en familierecht algemeen
Het personen- en familierecht staat in Boek 1 BW. Daarin worden familierechtelijke
betrekkingen geregeld. Het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de
fundamentele vrijheden (EVRM) en het Internationaal Verdrag over Burgerrechten en Politieke
Rechten (IVBPR) bevatten mensenrechten (human rights) die voor burgers van belang zijn.
7.2 Algemene begrippen
7.2.1 Persoonlijkheid
Volgens de wet is een persoon iemand die rechten en plichten heeft. Hij heeft dan
persoonlijkheid volgens het recht. Een ander woord is rechtssubject zijn. Persoonlijkheid ontstaat
door geboorte van een levend kind en eindigt door de dood. Een ongeboren kind wordt als geboren
beschouwd, als dit in het belang van dat kind is. Een ongeboren kind kan worden beschermd tegen
de zwangere moeder door prenatale ondertoezichtstelling. Een ongeboren kind kan worden
beschermd tegen de zwangere moeder door prenatale ondertoezichtstelling. Gedwongen zorg
voor de moeder is mogelijk als er sprake is van een psychische stoornis of bij een verstandelijke
beperking. Het risicovolle gedrag van de moeder moet leiden tot een ernstig nadeel voor het kind.
7.2.2 Bloedverwantschap en aanverwantschap
Onder bloedverwantschap wordt verstaan de betrekking die bestaat tussen personen die
rechtstreeks van elkaar afstammen (rechte lijn) of die een gemeenschappelijke stamvader of
stammoeder hebben (de zijlijn), bijvoorbeeld een vader die de gemeenschappelijke stamouder is
van zijn zoon en dochter. Juridische bloedverwantschap: ontstaat door een juridische relatie
(familierechterlijke betrekking). De ouder en de grootouder van een kind zijn bloedverwanten in de
rechte lijn en wordt uitgedrukt in graden. Aanverwantschap ontstaat alleen door het huwelijk en
het geregistreerd partnerschap. Het is de relatie tussen de echtgenoot of geregistreerd partner en
de bloedverwanten van diens partner. Aanverwantschap blijft bestaan ondanks de beëindiging van
het huwelijk of van het geregistreerd partnerschap.
7.2.3 Naamrecht
Bij de geboorteaangifte van het kind worden de voornamen door de ambtenaar van de
burgerlijke stand opgenomen in de geboorteakte. Ouders zijn vrij de voornamen te kiezen, mits ze
geen ongepaste voornaam kiezen of een voornaam die hetzelfde is als een bestaande achternaam,
tenzij die een gebruikelijke voornaam is. De ouders moeten bij het eerste kind een keuze voor de
achternaam. Als er geen keuze is (gemaakt), dan zal binnen het huwelijk en het geregistreerde
partnerschap de naam van de vader gelden en hierbuiten de naam van de moeder.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper myrthevanschijndel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.